Leven voorbij de vervaldatum
Leven voorbij de vervaldatum
VROEGER, toen het allemaal nog in Gods hand lag, was de levensverwachting kort en het levenseinde brutaal. Dement en afgetakeld overlijden was een zeldzame luxe, voorbehouden voor de happy few met veel geld, veel geluk of veel genade. Als we demente hoogbejaarden als dementen van tachtig en ouder definiëren, ging het om zeer weinigen. De meeste mensen overleden lang voordien.
De kans om tachtig te worden nam later toe, maar de levensverwachting op deze hoge leeftijd bleef constant. Na het einde van Tweede Wereldoorlog neemt echter ook de levensverwachting op hoge leeftijd gestaag toe. Procentueel gaat het om een fenomenale toename, die echter plaatsvindt 'voorbij de vervaldatum'.
De menselijke levensverwachting is uitgerekt door biologische evolutie. Wij worden zeer oud in vergelijking met vergelijkbare dieren. Maar onze natuurlijke levensverwachting kan niet hoger zijn dan de leeftijd die we gemiddeld bereiken bij de menopauze van onze dochters. En er is geen biologisch nuttige taak meer weggelegd voor overgrootouders. We kunnen nog wel sterfte uitstellen, maar daarom geen ziekte. Minstens één op de vier van iedereen geboren na 1945 zal ouder worden dan tachtig en dementeren alvorens te overlijden. Leven voorbij de vervaldatum is een succes voor de volksgezondheid, maar dat succes wordt duur betaald.
In een pluralistische ethiek is zelfbeschikking een centrale waarde. Wat betekent dat voor een demente bejaarde, die niet over zichzelf kan beschikken? Daartoe heeft de medische ethiek een gedachte-experiment ontwikkeld. Veronderstel dat een wilsonbekwame bejaarde gedurende één dag weer over zijn volledige mentale capaciteit kan beschikken. Op het einde van die dag zal hij inslapen en weerkeren naar de toestand die hij de dag voordien bekleedde. De beslissing die hij dan, tijdens die ene heldere dag, zou nemen, vrijwaart zijn recht op zelfbeschikking het beste.
Welke praktisch haalbare procedure benadert het beste de beslissing genomen tijdens dit gedachte-experiment? Is dat de beslissing die de bejaarde zelf enkele jaren voordien heeft genomen - als een bejaarde met overleden ouders en met kennis van veel bejaarde en demente vrienden? Of is dat de beslissing die wordt genomen door een commissie op basis van een waardeschaal die niet noodzakelijk die van de bejaarde is?
In een pluralistische ethiek is een demente bejaarde dwingen tot overleven evengoed een medische beslissing als die bejaarde een goede dood bieden. Als een commissie daarbij het levenstestament negeert, negeert zij het recht op zelfbeschikking. Dat is ethisch onverdedigbaar, tenzij andere waarden in het geding zijn.
Doorgaans wordt daarbij een beroep gedaan op argumenten zoals dat euthanasie het niet-ethisch doden van mensen mogelijk maakt die een andere keuze hebben gemaakt. Dat is een vals argument: ,, Two wrongs never make one right. " Het tegen hun wil doden van demente bejaarden biedt geen legitimatie om hen tegen hun wil niet te doden. Beide zijn ethisch verwerpelijk. Het punt dat een pluralistische ethiek maakt is dat deze wil kenbaar moet worden gemaakt, en vervolgens worden gerespecteerd.
Tegenstanders van euthanasie halen graag het schrikbeeld boven van euthanasie om economische redenen. Zoals gezegd: wat tegen de wil van de bejaarde gebeurt, is verwerpelijk. Toch is dat economische argument interessant, omdat het meestal in dezelfde paragraaf wordt gevolgd door een roep om meer geld voor bejaardenzorg. Helaas: euro's kunnen maar één keer worden besteed. Het wordt nooit vermeld waar dat geld vandaan moet komen: ziekenhuizen, onderwijs, bestrijding van de werkloosheid, minder ontwikkelingshulp of stijgende belastingdruk?
En dan kunnen we een stekelig dilemma formuleren. Het 'redden' van een kinderleven in Afrika kost ongeveer 250 tot 300 euro. De levensverwachting van een vijfjarige is zelden minder dan zestig jaar, zelfs in gitzwart Afrika. Het door goede zorg rekken van een dement hoogbejaard leven kost ook ongeveer 250 tot 300 euro. Per week. Uit economische motieven zou ikzelf ervoor kiezen om deze zorgkosten om te zetten in ontwikkelingshulp.
In een pluralistische en globale ethiek is het rekken van een menselijk leven voorbij zijn vervaldatum een ethisch minder waardevolle keuze dan investeren in armoedebestrijding, economische ontwikkeling en gezondheidszorg van de twintig armste landen. Hoe ongeloofwaardig het ook moge klinken: in de ethiek is een Afrikaans leven toch evenveel waard als een Belgisch.
De moderne maatschappij met extreem hoge levensverwachting schept nieuwe eisen en vragen. Normaal worden mensen niet oud en dement omdat ze jong sterven. Ouderdomsaftakeling en dementie zijn luxeproblemen, ontstaan door toegenomen menselijke macht in een welvarende en solidaire maatschappij. Mensen bij wet opleggen af te takelen tot ook het vege lijf het eindelijk opgeeft is net zo min ethisch als mensen bij wet opleggen er een einde aan te maken.
De verstandige wetgever waakt tegen misbruik, maar treedt terug. Het is niet aan hem om te bepalen hoe mensen hun levenslot invullen.
Luc Bonneux (De auteur is medisch wetenschapper), DS, 29-12-2005
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|