Trots op de Franstaligen
Trots op de Franstaligen
Dyab Abou Jahjah
We konden deze week lezen hoe de PS, DéFI en de Franstalige groenen erin slagen om de goedkeuring van Ceta, het vrijhandelsakkoord tussen Canada en de EU, te blokkeren (DS 13 oktober) . Het Franstalige njet blokkeert de ratificatie door de federale overheid, wat dan weer de ratificatie op Europees niveau blokkeert. De toon in Vlaanderen over deze kwestie was vrij communautair, zoals gewoonlijk als iets uit het zuiden van het land komt. De Franstaligen hebben weer eens hun onkunde laten zien, en ze beletten ons land en misschien zelfs Europa om de voordelen van deze geweldige kans te plukken, luidde het ongeveer.
Vraag de gemiddelde Vlaming wat Ceta is en je krijgt antwoorden als ‘een voetbalploeg uit de Primera Division’ of ‘een auto van Roemeense makelij’. Het lijkt natuurlijk minder belangrijk dan het gekibbel in de regering of het gat in onze begroting, maar niets is minder waar. Ceta is iets dat ons allen zou moeten bezighouden.
Samen met het nog in onderhandeling zijnde TTIP, is Ceta wat men een ‘new generation trade agreement’ noemt. Dat klinkt positief en vernieuwend. Vrijhandel is een kenmerk van de globalisering en in plaats van tegen de stroom in te zwemmen, moeten we juist meegaan met onze tijd en de kansen van het mondiale tijdperk grijpen. Er is niets verkeerd met een zelfverzekerde EU die haar handelspartnerschap met de VS en Canada versterkt en versoepelt, daarmee ben ik het eens. Protectionistische reflexen zijn alleen nodig en gezond in arme ontwikkelingslanden. Rijke gebieden die sterk geïndustrialiseerd zijn moeten het hebben van openheid. En toch zijn er aan beide oevers van de oceaan protectionistische krachten die Ceta en TTIP aanvallen omdat deze akkoorden hun land jobs zouden kosten. Eigenaardig, want als beide partijen vrezen dat ze die zullen verliezen, naar waar gaan al die jobs dan? Wel, ze zullen naar de meest concurrentiële bedrijven gaan. Welke deze bedrijven zijn, wordt bepaald door verschillende factoren die variëren van kwaliteit en efficiëntie tot arbeidskost. Wie zich al gewonnen geeft op het vlak van de concurrentie tussen evenredig ontwikkelde industriële landen, is een pessimist.
Met Ceta maken we de weg vrij voor de globalisering van de oligarchie
Maar zoals altijd geldt: the devil is in the details. Ceta en TTIP worden niet als ‘new generation’ bestempeld omdat ze douanetarieven laten vallen en de markt wederkerig openen. Dat doen vrijhandelsakkoorden al sinds eeuwen in verschillende mate. Ceta en TTIP zijn ‘nieuwe generatie’ omdat ze de relatie tussen bedrijven en staten herdefiniëren. Onder Ceta, en straks ook onder TTIP indien geratificeerd, zal een bedrijf genieten van wat men ‘investeringsbescherming’ noemt. Dat zal een bedrijf garanderen dat het niet het ‘slachtoffer’ kan worden van bijvoorbeeld een veranderde wetgeving in een van de landen waar het heeft geïnvesteerd, waardoor de winstmarge kleiner zou worden. Een bedrijf zal de staat in zo’n geval voor een arbitragehof kunnen slepen. Niet naar een bestaande rechtbank binnen de staat zelf, ook niet naar een Europese rechter, maar naar een parallel rechtsmechanisme dat in functie van de casus door het verdrag wordt bepaald.
En sterker nog, de staat heeft datzelfde recht niet en kan zijn geschillen met een bedrijf dus niet op dezelfde manier aanpakken. Een gevaarlijke evolutie omdat het bedrijven boven de wet en boven het democratische proces stelt. Er wordt een privilege gecreëerd dat in de praktijk verregaande gevolgen kan hebben. Niet alleen voor de economie, maar ook voor de sociale cohesie en voor het voortbestaan van de democratie.
Ik ben geen grote fan van de natiestaat en ik geloof dat we de staat op termijn moeten overstijgen. Maar dat kan alleen gebeuren als er een verschuiving plaatsvindt van het democratisch zwaartepunt naar supranationale entiteiten zoals de EU en, waarom niet, de VN, of naar infranationale entiteiten zoals de regio’s en steden. Liefst zelfs naar beide tegelijkertijd. Het democratisch proces en de volkssoevereiniteit mogen zich buiten de natiestaat manifesteren, dat zal de democratie globaliseren en dat zal ik toejuichen.
Ceta en TTIP zijn iets anders. Zij betekenen een ontwijking van die volkssoevereiniteit en dus van de democratie, en creëren een precedent waarbij grote bedrijven boven de wet staan. In plaats van een globalisering van de democratie, maken we de weg dan vrij voor de globalisering van de oligarchie. Als onze Franstalige landgenoten dat kunnen blokkeren, moeten wij als Belgen dankbaar en trots zijn.
DS, 14-10-2016 (Dyab Abou Jahjah)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|