4th October 2016, 01:40
|
|
Administrator
|
|
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
|
|
Afvoeren, dat heilloze TTIP
Afvoeren, dat heilloze TTIP
Meer vrijhandel zal leiden tot meer technocratie, populisme en een verder uitgeholde democratie. En dat kan Europa missen als kiespijn, schrijft Stefan Rummens.
Vormt de vrijhandel een gevaar voor de democratie? Die vraag zorgt de laatste tijd voor heel wat animo. Niet lang geleden ging een stoet ngo’s in Brussel de straat op om te protesteren tegen TTIP. Dat is het nieuwe vrijhandelsakkoord tussen de EU en de VS, waarover vanaf vandaag opnieuw onderhandeld wordt in New York. Volgens de betogers vormt TTIP een grote bedreiging omdat het nog meer macht zal geven aan de multinationale bedrijven en omdat een akkoord onze sociale en ecologische normen onder druk zal zetten.
In zijn column nam politicoloog Hendrik Vos vorige week de verdediging van TTIP op zich (DS 27 september). Hij wijst erop dat vrijhandel ons al heel wat welvaart heeft gebracht en dat de vermeende gevaren overdreven worden. Wij moeten erop vertrouwen dat onze onderhandelaars onze Europese verworvenheden zullen vrijwaren. Zij kunnen het zich niet veroorloven om thuis te komen met een akkoord dat Amerikaanse chloorkippen of Amerikaans hormonenvlees op onze markt zou toelaten.
Het antwoord van Vos gaat echter niet naar de kern van de zaak. Zelfs als we onze huidige standaarden kunnen vrijwaren, dan nog verzwakt elk nieuw vrijhandelsakkoord onze democratie. De wetgever bindt zich immers met handen en voeten, niet alleen voor vandaag maar ook voor morgen. Als er discussie ontstaat over de afgesproken regels of als er in de toekomst nieuwe regels ingepast moeten worden, dan zijn het niet langer onze eigen verkozenen die daarover beslissen. Dat komt dan toe aan een groep onbekende technocraten in internationale arbitragecommissies. Bij hun beslissingen vormt de vrijhandel zelf steevast de voornaamste maatstaf en wordt er in de eerste plaats gekeken of nieuwe regels de vrijhandel niet nodeloos belemmeren.
Schadevergoeding
Vrijhandel leidt altijd tot meer technocratie en minder democratie. Dat geldt bij uitstek voor twee kwalijke mechanismen die bij de TTIP-gesprekken op tafel liggen. Zo wil men een internationaal tribunaal inrichten waar buitenlandse investeerders schadevergoedingen kunnen eisen wanneer ze vinden dat nieuwe regels hun belangen schaden. Op basis van gelijkaardige mechanismen in eerdere verdragen eiste Philip Morris (tevergeefs) tientallen miljoenen van Uruguay omdat dat land de reclame op tabak had ingeperkt. In een ander bekend geval eist het Zweedse energiebedrijf Vattenfall een miljardenbedrag van Duitsland naar aanleiding van de Duitse uitstap uit kernenergie.
Daarnaast wil TTIP ook een nieuw regelgevend orgaan instellen. Daarin zouden technocraten van beide zijden van de oceaan met elkaar in overleg moeten gaan over nieuwe regelgeving nog voor daarover door de wetgever is beslist. Daarbij zouden de grote bedrijven als bevoorrechte gesprekspartners aan tafel kunnen zitten. De precieze vorm en bevoegdheden van dit orgaan zijn nog onduidelijk. Maar ook hier zal de macht van onze democratische instellingen verder uitgehold worden.
De 1 procent
Vrijhandel leidt niet alleen tot meer technocratie, maar vormt ook steeds vaker een voedingsbodem voor populisme. Onze politieke leiders willen de burgers overtuigen van de vrijhandel door te wijzen op de economische voordelen. Maar die beloften zijn bij deze onderhandelingen niet geloofwaardig. Volgens optimistische schattingen zal TTIP voor Europa immers hooguit leiden tot een extra economische groei van een half procent van het bnp.
Empirisch onderzoek maakt bovendien duidelijk dat de voordelen van de vrijhandel en de globalisering erg ongelijk verdeeld worden. Economen als Thomas Piketty, Joseph Stiglitz of Branko Milanovic laten zien dat in de geďndustrialiseerde landen vooral de superrijken – de 1 procent – de vruchten hebben geplukt van veertig jaar vrijhandel. De lagere en middenklassen hebben echter verhoudingsgewijs weinig gewonnen of, in sommige landen, zelfs verloren.
Grote groepen burgers zijn nu eenmaal erg kwetsbaar voor de gevolgen van vrijhandel. Zij vragen zich af wat twee generaties van globalisering hen precies heeft opgeleverd. En ze krijgen – terecht – het gevoel dat de traditionele politici hun greep op de vrijgemaakte markt verloren hebben en hen dus niet langer afdoende tegen die markt kunnen beschermen.
Onbegrijpelijk
In deze context is de verbetenheid waarmee de Europese Unie zich vastbijt in de TTIP-onderhandelingen onbegrijpelijk. In een tijd waarin de Britten op weg zijn naar de uitgang en het euroscepticisme ook elders hoogtij viert, denkt de Europese Commissie dat ze de burgers opnieuw voor zich kan winnen door de economie via nog meer vrijhandel een extra impuls te geven.
Het probleem van Europa is echter net dat het al veel te lang een louter economisch en technocratisch project is geweest. Om het vertrouwen te herstellen moet Europa zich juist tonen als een ander, meer democratisch en meer sociaal Europa. Het moet de burger opnieuw echte controle geven over de manier waarop we de baten van de vrijhandel – die er zeker zijn – rechtvaardig kunnen verdelen. TTIP belichaamt wat dat betreft echter alles wat we niet nodig hebben. Het is een heilloos project dat in naam van de democratie liefst zo snel mogelijk wordt afgevoerd.
Stefan Rummens, hoogleraar politieke filosofie (KU Leuven)
DS, 03-10-2016
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|