Van de studenten die zich tijdens het academiejaar 2014-2015 in Vlaanderen voor het eerst inschreven in het hoger onderwijs slaagde 10,37 procent voor minder dan 10 procent van de opgenomen studiepunten. 7,44 procent slaagde zelfs voor geen enkel studiepunt. Dat blijkt uit het antwoord van Vlaams Onderwijsminister Hilde Crevits op een schriftelijke vraag van Koen Daniëls (N-VA).

De percentages bleven vrij stabiel sinds het academiejaar 2008-2009. Het aandeel dat voor minder dan 10 procent van de opgenomen studiepunten slaagt schommelt in die periode tussen 10,16 procent in het jaar 2011-2012 en 11,08 procent in 2012-2013. Het percentage dat voor geen enkel opgenomen studiepunt slaag varieert tussen 7,05 in 2011-2012 en 7,89 in 2012-2013. Het gaat om studenten die zich in de loop van het academiejaar niet hebben uitgeschreven. Onbekend is of ze hun studie en examens effectief hebben voortgezet tijdens het desbetreffende academiejaar.

In een reactie stelt Crevits “dat de cijfers in de lijn liggen van eerdere analyses” op basis waarvan eerder al maatregelen werden genomen met betrekking tot de studievoortgangsbewaking. “Deze cijfers bewijzen daarnaast ook de nood aan een goede oriëntering in functie van de juiste studiekeuze. Daaraan wordt momenteel gewerkt via de instapproef Columbus in de lerarenopleiding en de ijkingsproef voor de academische STEM-opleidingen”, aldus de minister.

Uit het antwoord blijkt voorts dat circa 93 procent van de generatiestudenten een normaal studieprogramma volgt van 54 tot 66 studiepunten. Tijdens de academiejaren van 2008 tot 2016 nam gemiddeld 12 procent van de studenten minder dan 60 studiepunten op. Het percentage varieerde in die periode tussen 10,87 procent tijdens het academiejaar 2009-2010 en 13,62 procent in 2014-2015. Uit voorlopige cijfers voor 2015-2016 blijkt dat dat voor het vorige academiejaar het geval was voor 12,98 procent.

In een reactie pleit vraagsteller Koen Daniëls voor een bijsturing van het systeem van leerkrediet waarbij elke student hoger onderwijs bij aanvang van de studie 140 studiepunten krijgt. De eerste 60 studiepunten waarop hij slaagt krijgt hij nadien terug ongeacht hoe lang hij daarover doet. “In combinatie met de te grote flexibiliteit waarbij tegelijk vakken van verschillende jaren kunnen worden gevolgd, zet dit systeem studenten te weinig en te laat aan tot heroriëntatie. Hierdoor gaat er én belastingsgeld, én geld van de ouders én tijd van de studenten verloren. Docenten in het hoger onderwijs zien zich hiermee ook geconfronteerd met een grote spreidstand inzake populatie en begeleiding van studenten die beter een andere studierichting zouden volgen”, aldus Daniëls.

Bron: De Standaard, 08/08/16, wver/BELGA

Eigen mening:
Crevits heeft gelijk als ze zegt dat er nood is aan een goede oriëntering in functie van de juiste studiekeuze. Een instapproef voor bepaalde opleidingen is al een goed begin, maar ik denk dat ze dit al moeten doen in het secundair onderwijs. In het laatste jaar van het secundair onderwijs krijgen de leerlingen een overvloed aan folders in hun handen over al de mogelijke opleidingen. Ik vond dit onduidelijk en er was geen overzicht over. Door dit duidelijker te maken in het secundair onderwijs zouden er, volgens mij, al veel minder leerlingen een foute studiekeuze maken.
Daarnaast is er het probleem dat sommige studenten midden in het jaar stoppen en zich vergeten uit te schrijven en hierdoor studiepunten weggooien. Dit komt omdat de regels omtrent de studiepunten heel onduidelijk zijn en dat we langs alle kanten andere regels horen. Dit werd pas duidelijk voor mij, wanneer ik midden in mijn opleiding zat.