In 2015 heeft NARIC, de dienst die in Vlaanderen de waarde van buitenlandse diploma’s onderzoekt, 2.518 buitenlandse diploma’s erkend. Voor het eerst in jaren is het aantal aanvragen gestegen, daarom voorziet Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits bijkomend budget.
Voor het eerst in jaren is het aantal aanvragen gestegen, van 3.507 in 2014 tot 3.746 vorig jaar. NARIC-Vlaanderen deed over 2.682 buitenlandse diploma’s een uitspraak.
In 1.731 gevallen (65 procent) werd de gevraagde gelijkwaardigheids*erkenning volledig positief beoordeeld. In 787 gevallen (29 procent) nam de dienst een andere erkenningsbeslissing dan initieel aangevraagd of onderzocht (bijvoorbeeld op bachelorniveau in de plaats van het gevraagde masterniveau). Slechts aan 164 diploma’s (6 procent) kende NARIC geen gelijkwaardigheid toe.
De meeste aanvragen werden ontvangen voor diploma’s uit Nederland (569) gevolgd door Marokko (252), Roemenië (155), Syrië (149) en Polen (130). NARIC behandelde ook 264 Belgische dossiers, waarbij het dan kan gaan om de gelijkwaardigheid van een Vlaams diploma voor het buitenland.
Door de stijging van het aantal vluchtelingen en asielzoekers in ons land is ook het aantal aanvragen voor diploma-erkenningen voor het eerst in jaren gestegen. In totaal werden 482 aanvragen ingediend voor asielzoekers, erkende vluchtelingen en subsidiaire beschermden. Daarvan werd in 421 gevallen een uitspraak gedaan, 369 kregen een erkenning. Het gaat daarbij vooral om aanvragen uit Syrië, Irak, Afghanistan, Palestina en Iran.
200.000 euro extra budget
‘In 2016 verwacht NARIC een nog grotere toename. De eerste helft van 2016 bevestigt dit: 2.268 aanvragen ontvangen, waarvan 454 van vluchtelingen. Om de verwachte toevloed aan erkennings*aanvragen te kunnen verwerken, voorziet minister Crevits in 200.000 euro extra voor de werking van NARIC in 2016’, luidt het in de mededeling van het kabinet Crevits.
De erkenning van buitenlandse diploma’s is dan ook een belangrijke hefboom voor integratie en tewerkstelling. ‘De kansen op een job stijgen voor een Iraanse verpleegster of een Belg met een Russisch ingenieursdiploma wanneer hun diploma ook hier erkend wordt. Steeds meer mensen vinden dan ook de weg naar NARIC, daarom verhogen we de werkingscapaciteit’, zegt Crevits.
NARIC wil daarbij ook de niveau-erkenning meer bekendheid geven. ‘Voor een werkgever is het vaak voldoende om te weten of een potentiële werknemer zijn diploma werkelijk behaald heeft en op welk niveau hij de werknemer kan inzetten. Veel vacatures vragen ook naar bachelors of masters in het algemeen.’ Een erkenning op niveau gaat dan vlotter en vergt minder papierwerk.
Bron: DS 06/08/2016
http://www.standaard.be/cnt/dmf20160806_02414592
Eigen mening: Ik vind het een goede beslissing van Crevits om extra middelen toe te kennen aan NARIC. De laatste tijd zien we steeds en meer berichten verschijnen in de actualiteit in verband met racisme. Dit vind ik heel erg verontrustend. Wanneer diploma's erkend worden en deze mensen hun oorspronkelijke beroep kunnen uitoefenen, dan geloof ik ook dat dit de inburgering bevordert. Natuurlijk klinkt dit bericht wellicht positiever dan het in werkelijkheid is. Het is natuurlijk ook broodnodig om de Nederlandse of Franse taal te beheersen wanneer iemand zich volledig wil integreren in een bepaalde job. Een verpleegster die enkel Arabisch spreekt, zal hier wellicht niet aan de slag kunnen. Ook zijn niet alle jobs meteen invulbaar, zoals bijvoorbeeld een dokter in het ziekenhuis. Deze job is niet aan de lopende band verkrijgbaar. Maar het is alleszins een goede stap in de richting om diploma's sneller te erkennen.