'Waarom mensen in nood eten geven, als je ook cash geld kan doneren?'
Het wordt tijd dat we de muren tussen humanitaire hulp en ontwikkelingssamenwerking slopen of toch verkleinen', aldus minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo in Istanbul. Tijdens de humanitaire VN-top debatteert hij mee over hoe hulp efficiënter én innovatiever kan. 'Willen we vooruit, dan moeten we resultaten meten en doelstellingen behalen.'
In de Turkse stad Istanbul zijn voor de eerste VN-top over humanitaire hulp vertegenwoordigers van 177 landen neergestreken, waaronder 68 regeringsleider. Minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo (Open VLD) vertegenwoordigt België. 'Over humanitaire hulp doen heel wat cowboycijfers de ronde, dus een van de doelen van deze top is: "Laten we de dingen nog eens scherp stellen", vertelt hij aan Knack.be. Tegelijkertijd beaamt hij dat de sector smacht naar verandering. 'We kunnen niet ontkennen dat heel wat hulpverleners sterk onder druk staan vandaag.'
Concreet wil de Belgische ontwikkelingssamenwerking focussen op drie prioriteiten. Tijdens zijn plenaire toespraak lichtte De Croo die 'stappen van progressie' toe. 'Eerst en vooral moeten we ons heroriënteren en ons in crisissituaties rechtstreeks richten op hulpverleners.'
Ten tweede wil De Croo meer aandacht voor rampenparaatheid. 'Het wordt tijd dat we de muren tussen humanitaire hulp en ontwikkelingssamenwerking slopen of toch verkleinen. Wanneer deze twee actoren nauwer samenwerken kunnen we ons beter voorbereiden op rampen.'
Tot slot benadrukte hij het belang van innovatie en technologie. En zoals De Croo in het verleden reeds aangaf, 'moet humanitaire hulp (en ontwikkelingssamenwerking tout court) niet aarzelen om de private sector als investeerder mee te trekken in het verhaal.'
Vraag naar middelen verzesvoudigd
Volgens de VN hebben meer dan 130 miljoen mensen wereldwijd nood aan begeleiding en hulp. Hun aantal groeit jaar na jaar. De middelen die nodig zijn om crisissen te bedwingen zijn verzesvoudigd. Ze stegen van 3,4 miljard dollar in 2003 naar 21 miljard dollar vandaag.
Naast de zoektocht naar effectieve middelen, worden op de top door allerlei spelers vanuit de sector ideeën uitgewisseld over hoe hulp efficiënter of innovatiever kan. Hieronder alvast drie voorbeelden:
1. Cash geld
'Waarom mensen in nood eten geven als je ook cash geld kan doneren', luidt een van de pistes. Op dit moment bedraagt slechts zes procent van alle humanitaire hulp cash geld. Onder meer het Voedselprogramma van de VN (WFP) gaf de laatste jaren geregeld geld aan mensen die in honger leven, in plaats van voedsel.
'We kwamen tot de conclusie dat dit vaak niet alleen efficiënter is, maar ook humaner tegenover de bevolking. Doordat ze hun eigen voedsel kunnen kopen, verhoog je hun waardigheid en de keuzevrijheid. Bovendien ben je zo ook zeker dat de lokale economie en de lokale producent ervan profiteert.'
Minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo (Open VLD) in Istanbul
Minister van Ontwikkelingssamenwerking Alexander De Croo (Open VLD) in Istanbul © Belga
'Uiteraard is cash geld doneren, niet dé oplossing voor alle situaties', klinkt het bij De Croo. 'Wel is het een belangrijke manier om het leven van mensen te verbeteren, naast een waaier van andere tools.'
2. Communicatie = hulp
'Wij geloven in de kracht van media en informatie om armoede terug te dringen en mensen bewust te maken van hun rechten', vertelt Caroline Nursey van BBC Median Action. De organisatie werkt samen met de Britse omroep en benadrukt dat correcte informatie het verschil kan maken.
'Bijvoorbeeld onmiddellijk na de aardbeving in Nepal, zond het radioprogramma Milijuli Nepali (Nepal verenigd) praktische informatie uit. Zo kwamen inwoners te weten waar de hulpverleners zich bevonden of welke gebieden geteisterd werden door naschokken.'
3. Economisch model koppelen aan humanitaire hulp
In 2015 besteedde België 150 miljoen euro aan humanitaire hulp. Voor dit jaar wordt het budget opgetrokken tot 170 miljoen euro, maakte de minister bekend. De Croo is dan ook trots dat België in absolute cijfers, ondanks zijn grootte en beperkt inwoneraantal, vijftiende staat op de lijst van vrijgevigste donorlanden.
'En Belgie innoveert ook', klinkt het. Op de tweede dag van de top introduceert De Croo een Belgisch project. Hij wil privé-investeerders warm maken voor het financieren van hulp aan mensen met een handicap in conflictgebieden.
Samen met Rode Kruis (ICRC) lanceert hij daarvoor een nieuw humanitair financieringsinstrument waarbij investeerders via een obligatie geld ter beschikking stellen aan het Physical Rehabilitation Programme van het Rode Kruis. Daarmee kunnen revalidatiecentra worden gebouwd en opleidingen worden georganiseerd voor lokale revalidatiedeskundigen.
In Davos maakte De Croo reeds bekend dat zo'n obligatie een nominale waarde zal hebben van 30 miljoen dollar (ongeveer 28 miljoen euro). Donorlanden, zoals België, zullen op het einde van de rit de investering én een aanvullende coupon terugbetalen aan de sociale investeerders, op voorwaarde dat de vooropgestelde doelstellingen worden gehaald.
Zo koppelt De Croo een vorm van een economisch model aan humanitaire hulp. 'Willen we vooruit, dan moeten we resultaten meten en doelstellingen behalen.'
Door Annelies Van Erp in Istanbul
Bron:Knack
Eigen mening: Ik ben eens met de rol die communicatie heeft. Dit is zeker van belang. De Croo haalt aan dat we ipv voedsel ook met gash geld kunnen investeren in deze humanitaire hulp. Ik denk dat we daarmee moeten oppassen. Wanneer we voedsel, medicijnen en dergelijke aanreiken weten we wat er precies met het geld gebeurd is. Als we overgaan naar geld aanreiken ipv deze middelen kunnen we dit niet meer volledig controleren. We zien nu ook dat geld door de overheden in dergelijke landen wordt achtergehouden. De redenering is dat deze mensen dan meer keuzevrijheid hebben. Ik denk eerlijk gezegd dat dit ook zeker een belangrijke factor is maar voor mij komt deze pas na het vervullen van de basisbehoeften zoals voedsel. Daarnaast haalt hij aan dat men er dan zeker van is dat de lokale economie en dus de lokale producent hiervan zal profiteren. Vele van deze markten worden door ons als dumpingmarkten gebruikt. Onze overschotten die we niet kwijt geraken worden naar daar overgebracht en verkocht aan dumping prijzen waar de lokale producten net aankunnen. In deze context kunnen we er toch niet zo zeker van zijn dat de lokale producenten hiervan zullen genieten.
|