Een leerkracht die een negatieve evaluatie krijgt, kan die aanvechten en heeft veel kans om gelijk te krijgen. Vaak vanwege procedurefouten. Dat frustreert de koepels, die om een eenvoudigere ontslagprocedure vragen.
VAN ONZE REDACTEUR TOM YSEBAERT
Je moet je moeder vermoord hebben om ontslagen te worden als vast benoemde leerkracht. Het cliché is taai. Maar als je de schoolbesturen en de koepels mag geloven, is er nog altijd iets van aan.
Als er geen tucht of dringende redenen in het spel zijn, blijkt een slecht functionerende leerkracht ontslaan moeilijk. Het kan pas na twee opeenvolgende negatieve evaluaties, of drie over de hele loopbaan. Maar die ‘onvoldoendes’ kunnen aangevochten worden bij een college van beroep. Bij die colleges worden maar weinig dossiers aanhangig gemaakt: vorig jaar acht. En daarvan bleef er welgeteld één overeind. De jaren voordien werden maar drie aangevochten onvoldoendes bevestigd.
Meestal sneuvelen de dossiers op procedurefouten. En dan kan de betrokkene rustig voort lesgeven in zijn of haar school.
Daarover leeft frustratie bij de werkgevers in het onderwijs. Ook fatalisme: veel directies beginnen er niet eens aan.
‘In het belang van de leerlingen, de collega’s en de kwaliteit zouden we die niet-functionerende elementen er toch uit moeten krijgen,’ zegt Lieven Boeve van Katholiek Onderwijs Vlaanderen.
Dat is net als de onderwijskoepel van steden en gemeenten, OVSG, vragende partij om de ontslagprocedure te vereenvoudigen. Dat bleek al in de discussie over de vaste benoeming (DS 16 maart).
Het GO! is wat voorzichtiger. ‘De procedure mag minder zwaar maar dat is geen prioriteit,’ zegt afgevaardigd bestuurder Raymonda Verdyck. ‘Ontslag moet echt het laatste zijn, er zijn andere oplossingen. Een goed personeelsbeleid kan veel opvangen. Tenslotte heeft iemand die vastbenoemd is geraakt, ook al iets bewezen.’
Wat moet uit procedure?
De vakbonden reageren wrevelig op de kritiek. ‘De procedure houdt functieomschrijvingen, functioneringsgesprekken en evaluaties in. Zeg mij eens wat je daar uit moet halen,’ vraagt Raf De Weerdt van de socialistische ACOD zich af. ‘Het is heus niet zo dat wij mensen die niet functioneren verdedigen – die horen niet thuis in het onderwijs – maar als je hen naar de uitgang begeleidt, moet dat correct verlopen.’
Zijn collega Jos Van Der Hoeven van de christelijke COC kaatst de bal terug. ‘De evaluaties bestaan sinds 2007 maar veel directeurs zijn er niet voor gevormd. Het is onbegonnen werk als je in je eentje pakweg zeventig mensen moet evalueren. Dan moet je niet versteld staan dat er procedurefouten worden gemaakt.’
Evalueer alleen de mensen van wie je vindt dat ze met een probleem zitten, meent de COC’er. ‘Voor degene die goed bezig zijn, kan een functioneringsgesprek – een schouderklopje – volstaan.’
Er zijn 180.000 leerkrachten aan de slag in Vlaanderen. Uit onderzoek van de Universiteit Antwerpen uit 2014 is gebleken dat directies van het secundair onderwijs aangeven dat een op de acht van hun mensen ‘ondermaats’ presteert. Dan is het kleine aantal zaken bij het college van beroep opmerkelijk.
Cijfers over het totale aantal ontslagen blijken niet beschikbaar. ‘Er bestaat een dark number, want niet iedereen gaat in beroep’, zegt Jim De ridder, advocaat gespecialiseerd in onderwijsrecht. ‘Schoolbestuur en betrokkenen kunnen kiezen voor een dading, een vergelijk waarbij de leerkracht elders in het onderwijs een baan krijgt.’
bron: (Abonnement DS vereist)
http://www.standaard.be/plus/20160318/ochtend/11
'De vaste benoeming van leerkrachten moet weg!' Luidt de klok maar al te vaak de laatste tijd. Er zijn veel verschillende standpunten om dit te beargumenteren, maar niet iedereen volgt deze discussie vanuit hetzelfde uitgangspunt. De discussie is opgestart door mensen die weten wat de precieze gevolgen van een vaste benoeming zijn. Het is een middel om de toekomst van leerkrachten veilig te stellen (het zou immers schandalig zijn om een goede leerkracht in de kou te moeten laten staan omdat er simpelweg geen opdracht voor vrij is). Helaas zijn er altijd gevallen waarin leerkrachten weigeren vooruit te gaan en zich vastklampen aan de oude methode van lesgeven: doceren, doceren, doceren en wie niet mee is, valt dan maar van de boot.
Dit is een artikel dat weer olie op het vuur gooit, want nu blijkt dat zelfs al proberen ze een leerkracht een slechte evaluatie te geven (hiervan zijn er drie nodig om tot een ontslag te leiden), de leerkracht die beslissing simpelweg kan aanvechten en in (bijna) negen van de tien gevallen de zaak op procedurefouten vastloopt. Door zo'n voorvallen komen leerkrachten -en in het bijzonder die met een vaste benoeming- eens te meer onder vuur te liggen.
Ik sta ook versteld van het cijfer dat gegeven wordt: één op acht leerkrachten zou zijn job onvoldoende goed uitvoeren in de ogen van de directeur! Als je beseft dat er meer dan 130 000 leerkrachten met vaste benoeming actief zijn in Vlaanderen, waarvan 105 000 in Basis- en Secundair onderwijs, houdt dat in dat er meer dan 16 000 onder hen eigenlijk onbekwaam zijn om les te geven. Dan maak je me niet wijs dat er maar acht leerkrachten zodanig in de fout zijn gegaan dat er een evaluatie nodig was. Zo'n cijfer is heel misleidend, het stuurt eerder de boodschap dat leerkrachten onbekwaam zijn en we er niets aan zouden kunnen doen. Gaan we dan niet wat ver?
De vaste benoeming in het huidige systeem heeft inderdaad zijn nadelen, maar wees minder radicaal met een
tabula rasa en van nul beginnen. Pas in plaats daarvan het bestaande systeem aan aan de noden van de huidige maatschappij. Iedereen gelukkig houden zal nooit gaan, maar als je binnenkort als leerkracht bij je school net zo min zeker bent van je toekomst als een zwerver zeker is van onderdak voor de nacht, zullen we pas echt zien wat een tekort aan leerkrachten is.