Sport is belangrijk, maar het is niet altijd haalbaar voor elke basisschool. Niet elk schoolgebouw is uitgerust met een sportlokaal. Dit zou opgelost kunnen worden door sportlessen waar weinig speciaal materiaal voor nodig is, in de zomer (of gewoon bij goed weer) in te plannen. Zo kunnen scholen de speelplaats gebruiken om bijvoorbeeld te voetballen, te lopen, te basketten ... . Sportlessen waarbij wel speciaal materiaal nodig is, is een ander geval. Hierbij denk ik aan het gebruik maken van de gemeentelijke sporthal of samen te werken met een andere school. Het kan misschien wel mogelijk zijn om het sportlokaal van een dicht bijzijnde school te gebruiken wanneer het leegstaat. Zwemmen is een moeilijkere zaak, waarbij ik al vaak gehoord heb dat het moeilijk te regelen valt. Persoonlijk heb ik in de lagere school enkel in het eerste en tweede leerjaar zwemlessen gekregen. Zwemmen sprak mij niet echt aan, dus ik heb op privé-initiatief geen verdere zwemlessen genomen. Dit merkte ik wel toen ik in het secundair onderwijs achterstond op vlak van zwemmen. Uiteindelijk is dat niet erg, maar leuk is dat natuurlijk ook niet. Zoals minister Crevits voorstelde, lijkt het mij een supergoed idee om tijdens de speeltijden, middagpauzes en/of na schooltijd bepaalde sporten aan te bieden. Hierdoor leren kinderen van sport te houden en zullen ze zich sneller geroepen voelen om zich aan te sluiten bij een sportclub. Hierdoor zullen de kinderen meer bewegen en dat heeft gunstige gevolgen voor de gezondheid.