Rijcomfort op Vlaamse autosnelwegen verbeterd
De inhaalbeweging op vlak van onderhoud van de Vlaamse autosnelwegen werpt duidelijk vruchten af. Dat concludeert mobiliteitsclub VAB uit een bevraging. De Vlaamse autosnelwegen scoren beter inzake rijcomfort, al blijven inspanningen nodig op het gebied van zichtbaarheid en veiligheid. Vlaanderen doet het opvallend beter dan Wallonië. Bevoegd minister Ben Weyts wil nu ook de secundaire wegen aanpakken.
VAB nam een enquête af bij 1.000 Vlaamse en 1.000 Waalse automobilisten. Van de bevraagde Vlaamse automobilisten beoordeelt 65 procent de Vlaamse autosnelwegen als goed tot zeer goed op vlak van rijcomfort, waar dat in 2013 slechts 54 procent was. In Wallonië is minder dan de helft van de respondenten vandaag die mening toegedaan.
Toch vinden de Vlamingen dat er inspanningen nodig zijn op vlak van zichtbaarheid en veiligheid op de autosnelwegen. Omdat sinds juli 2011 er in Vlaanderen minder verlichting op de snelwegen is, vraagt VAB dat de wegmarkeringen op een hoger niveau gebracht zouden worden (hogere reflectiewaarde), zodat ze ‘s avonds en ‘s nachts veel beter zichtbaar zouden zijn.
Ook is er volgens VAB een inhaalbeweging nodig op vlak van zichtbaarheid bij regenweer. Die is in Nederland bijvoorbeeld veel beter, aangezien daar gebruikgemaakt wordt van een andere soort wegbedekking die water veel beter draineert. Bij onze noorderburen blijft de wegmarkering ook goed afleesbaar, terwijl die in België vaak onzichtbaar of afgesleten is.
Secundaire wegen scoren slechter
De secundaire wegen in Vlaanderen scoren dan weer een stuk slechter dan in het verleden. Doordat de aandacht prioritair naar de Vlaamse snelwegen gegaan is, zijn volgens VAB nu die secundaire wegen toe aan een inhaalbeweging qua onderhoud. Ook moet er daar bij herinrichtingen meer oog zijn voor rijcomfort.
In een reactie zegt Vlaams minister Ben Weyts, bevoegd voor Mobiliteit en Openbare Werken, dat het tijd is om de focus te verleggen naar de secundaire wegen. 'Het investeringsbudget voor het onderhoud van de wegen stijgt met 100 miljoen euro, of een derde van het huidige budget. Dit jaar alleen al werken we op meer dan 300 werven in heel Vlaanderen aan een verbetering en het veiliger maken van de weginfrastructuur.'
Over de wegmarkeringen stelt Weyts dat '85 procent van de huidige markeringen voldoet aan de norm voor retroreflectiewaarden'. De minister geeft nog mee dat er in Vlaanderen gekozen wordt voor een duurzamere asfaltlaag, die minder snel moet vervangen worden en veilig is bij regen en vrieskou.
Bron:
De Standaard, 6-03-2016
http://www.standaard.be/cnt/dmf20160306_02167037
Mening:
De Belgische wegen zijn al vaak het gespreksonderwerp geweest van de bevolking. Veel te veel gaten zitten er in het wegdek. Nu is België begonnen met langzaamaan alle belangrijke wegen te herstellen, maar dit vraagt wel tijd.
Het is dus inderdaad zo dat snelwegen stilletjes aan verbeteren, maar er zijn nog heel veel andere wegen waarover men kan klagen. Vooral de minder belangrijke straten in kleine dorpjes hebben het hard te verduren. Vaak zijn deze banen te smal om fatsoenlijk een tegenligger te passeren en moet je dus naast de baan rijden. Daar vind je dan wel een kuil van 20 cm diep waar je auto in terecht komt. Niet echt gezond voor je vervoersmiddel. De overheid moet dus zeker niet vergeten om ook aan deze wegen iets te doen.
Zelf heb ik daarnaast ook gemerkt dat de wegmarkingen in het donker moeilijk zichtbaar zijn op vele wegen. Echt veilig is dit niet te noemen. Misschien zou een hogere retroreflectiewaarden hierbij kunnen helpen?