Gisteren vond voor de tiende keer in een half jaar tijd een dodelijk ongeval met vluchtmisdrijf plaats. De straffen op vluchtmisdrijf kunnen oplopen tot vijf jaar gevangenisstraf en ook de publieke veroordeling is groot. Waar komt die neiging om na een ongeval toch op de vlucht te slaan vandaan?
Volgens de wet pleegt elke persoon vluchtmisdrijf die weet dat hij de oorzaak van een verkeersongeval is geweest en de vlucht neemt om zich aan de vaststellingen te onttrekken. Elk jaar zou het zo’n 200 keer voorkomen dat een bestuurder doorrijdt na een aanrijding – al dan niet met lichamelijke schade.
Niet ieder vluchtmisdrijf wordt vervolgd
Volgens het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV) moeten we dan ook verschillende motieven voor vluchtmisdrijf onderscheiden. Zo is het mogelijk dat een chauffeur niet heeft gemerkt dat hij bij een ongeval betrokken was. Een voorbeeld is een vrachtwagen die, door het gewicht van zijn eigen voertuig, niet merkt dat een fietser onder zijn wielen is terechtgekomen.
Wanneer iemand na een ongeval zijn reis voortzet omdat hij niet weet dat de schade moet worden vergoed, spreekt het BIVV over ‘onvrijwillig vluchtmisdrijf’. Het gaat dan bijvoorbeeld om een chauffeur die enkele paaltjes langs de kant van de weg omverrijdt.
Als er geen sprake is van gevaarlijk rijgedrag en beide partijen tot een akkoord komen over een schadevergoeding worden zulke vluchtmisdrijven meestal niet vervolgd.
Fight or flight?
Er komt wél een strafrechtelijke vervolging wanneer een chauffeur bewust op de vlucht slaat na een ongeval, bijvoorbeeld omdat hij onder invloed is van alcohol of drugs. Dit was het geval bij de aanrijder van Dylan Aendekerk, die dinsdagnacht overleden is. De dader klampt zich vast aan de waterkans om niet gepakt te worden. Toch denken zeker niet alle doodrijders in zo’n situatie dat ze hun straf wel zullen ontlopen. Ook wordt de rol van alcohol in de reflex om te vluchten vaak overschat.
Professor in de klinische psychologie Patrick Luyten (KUL) verklaart: ‘Wanneer een mens in zo’n situatie terechtkomt, wordt het reflectievermogen enorm bedreigd. Door de shock en het overweldigende gevoel van schaamte en angst voor de gevolgen, komt de persoon in een hypervigilante toestand terecht. Dat betekent dat hij of zij letterlijk niet meer helder kan nadenken. Door het verengde bewustzijnsvermogen lijkt vluchten vreemd genoeg de enige mogelijke optie om met de schaamteproblematiek om te kunnen gaan.’ Luyten gaat verder: ‘Het denkvermogen gaat dus als het ware offline. Na dat innerlijke conflict, dat ook wel fight or flight wordt genoemd, komt de persoon weer in een normale toestand terechtkomt. Dan kan hij of zij beslissen om nog terug te keren.
Beroepservaring
Alles lijkt echter af te hangen van de schaamtegevoeligheid van de chauffeur, en zijn of haar capaciteit om zelfs in zo’n situaties het hoofd koel te kunnen houden. Luyten zegt: ‘Die capaciteit komt er vaak alleen maar door ervaring. Denk maar aan een chirurg, een ambulancier of een gevechtspiloot. Die mensen hebben dit vermogen in verschillende stappen en door beroepservaring aangeleerd. Bijgevolg kunnen zij daar beter mee omgaan. Wat ook opvalt is dat deze mensen over een veel beter inschattingsvermogen beschikken. Dit werd genoeg bewezen via psychologische tests en simulatie-experimenten. Want wat mensen zeggen dat ze zouden doen bij zo’n ongeval, voorspelt niet noodzakelijk wat mensen écht zouden doen’, aldus de professor.
http://www.standaard.be/cnt/dmf20151218_02027940
Jammer genoeg komt vluchtmisdrijf te vaak voor. Het is iets dat boven het helder denken van een mens staat, zoals ook bewezen is. Toch snap ik niet dat je na de shock niet terugkeert als je weer bij rade bent. Het is een waarde die iedereen toch wel zou moeten aanvoelen. Het vluchten na een ongeval is dan misschien wel instinctief maar het is beter dat je gewoon opkomt voor je verantwoordelijkheden. Ik vind het goed dat er een gevangenisstraf wordt gegeven voor zij die vluchtmisdrijf durven plegen. Toch snap ik niet dat er verzachtende omstandigheden parten kunnen spelen in de veroordeling en dan heb ik het vooral over ongevallen met fysieke schade. Het is voor de nabestaanden ook gewoon verschrikkelijk niet te weten wat er juist gebeurd is.