Ruzie of pesten, elke leerling krijgt er wel eens mee te maken. Liever dan bestraffend op te treden vindt minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) dat scholen beter de leerlingen zelf laten bemiddelen bij het het oplossen van conflicten. Peer mediation, zoals dat in vaktermen heet. Het Sint-Jan Berchmanscollege in Genk past deze vorm van conflicthantering al jaren toe. Met succes, zo blijkt.
Paul Van Thienen is godsdienstleraar en leerlingenbegeleider in het Genkse Sint-Jan Berchmanscollege (SJB), een school met ruim 1.100 leerlingen en een brede waaier aan aso-, tso- en bso-studierichtingen. Hij kreeg een aantal jaren geleden de kans om de opleiding van coach-bemiddelaar te volgen en was onmiddellijk overtuigd.
"Peer mediation gaat eigenlijk verder op de "no blame"-methode die we daarvoor al in onze school toepasten. In een conflictsituatie focusten we niet alleen op de dader en het slachtoffer, over wie de schuld droeg, maar op een brede groep leerlingen die samen de verantwoordelijkheid deelden om het conflict op te lossen. De methode vertrouwt op het vermogen van de leerlingen om zelf (in groep) problemen op te lossen."
Het peer mediationproject in het Genkse Sint-Jan Berchmanscollege loopt intussen zeven jaar. Van Thienen en zijn collega zijn op dit ogenblik bezig met de opleiding van een nieuwe, achtste groep van 16 vijfdejaars die volgend schooljaar als bemiddelaar aan de slag zullen gaan. "Dat gebeurt nu enkel in de eerste graad. De bedoeling is om de bemiddeling op termijn ook in de hogere graden aan te bieden."
Zorgvuldige selectie
Het enthousiasme bij de leerlingen om de opleiding te volgen neemt gestaag toe. Maar niet iedereen wordt aanvaard. De kandidaat-bemiddelaars worden onderworpen aan een heuse sollicitatieprocedure. De selectie gebeurt zorgvuldig. "De leerlingen moeten gemotiveerd zijn en ook goede punten hebben. In de opleiding en het bemiddelen zelf kruipt veel tijd, we willen niet dat hun schoolresultaten eronder lijden."
"Het zijn daarom ook niet allemaal de braafste leerlingen", aldus nog Van Thienen. "Soms worden stropers de beste boswachters. We willen niet dat de peer mediators op school overkomen als een select groepje dat vooral bestaat uit zogenoemde "watjes"."
Oefenen en nog eens oefenen
Eens de groep is samengesteld volgt een opleiding van drie halve lesdagen en een tweedaagse buiten de school. De bemiddelaars in spe krijgen de essentie van de theorie en vooral heel veel praktische communicatietraining. Rollenspellen dus. Maar dat schrikt hen niet af.
"In het begin voelde dat wel wat onwennig aan", vertelt Lieselotte Goovaerts, voorzitter van de huidige groep bemiddelaars. "Maar eens we het allemaal eens hadden gedaan, wilden we eigenlijk niets anders meer doen. Gewoon, omdat je het zo het beste leert. En het was soms ook wel grappig om te zien hoe hevig iemand in zijn rol opging."
Na een inloopperiode in het derde trimester, gaan de nieuwe bemiddelaars in het zesde jaar zelf van start. Ze werken altijd per twee -in een speciaal daarvoor voorzien lokaal- en in alle discretie. De twee ruziënde partijen, die in de meeste gevallen werden doorverwezen door een leerkracht of leerlingenbegeleider, zijn alleen. Het is niet de bedoeling dat ze hun supportersaanhang meebrengen.
Elke zaak is anders
Lieselotte en haar collega's behandelden dit schooljaar al 22 zaken, dat zijn er meer dan de vorige jaren. Vijf daarvan leidde ze zelf in goede banen. Heeft ze het gevoel dat ze zelf ook gegroeid is in haar rol? "Ja, zeker", antwoordt ze beslist. "Je merkt dat je er beter in wordt."
"Maar elke zaak is anders. Sommige gaan over domme ruzies, vaak gebaseerd op misverstanden. Of er ontstaat een ruzie omdat iemand anders iets gezegd heeft. Die zaken zijn in vijf minuten opgelost. In andere gevallen moeten de twee partijen soms nog een tweede keer komen."
"De meeste leerlingen zijn wel meteen bereid om te komen. Ze zijn achteraf ook heel dankbaar, komen je een hand geven omdat je de ruzie hebt mee helpen oplossen."
Na afloop ondertekenen de conflictpartijen en de bemiddelaars een geschreven akkoord waarin ze plechtig beloven geen kwetsende of beledigende opmerkingen meer te zullen maken.
Vertrouwen
Het grote verschil tussen bemiddeling door leerlingen en het opleggen van een straf door een derde, zoals bijvoorbeeld een leerkracht of directeur, is het vertrouwen, vindt Lieselotte. "De leerlingen vertrouwen ons meer. Ze hebben minder het gevoel dat ze gestraft worden. Wij staan op hetzelfde niveau als zij."
Peer mediation is goed voor de sfeer op school, zeggen waarnemers. En ook de bemiddelaars zelf merken dat de ervaring hen veranderd heeft. "Ik ben misschien wat verantwoordelijker geworden. Doordat ik nu zelf weet hoe een conflict ontstaat, ga ik het sneller ontmijnen en vaker gewoon ook vermijden."
Probleem is het probleem
"Peer mediation is zeker een zeer opbouwende manier om met conflicten als kleine schermutselingen, scheldpartijen, ruzietjes en pesterijen om te gaan", verduidelijkt ook Van Thienen. "De bedoeling is altijd om tot een oplossing te komen die voor beide partijen bevredigend is. Niemand krijgt gelijk. Niemand wordt benadeeld en iedereen wordt au sérieux genomen."
"Het probleem is het probleem. De partijen zelf zijn niet het probleem. En dus moet geen van beiden veranderen, wel de manier waarop ze met elkaar omgaan."
Bron :
http://deredactie.be/cm/vrtnieuws/r...mburg/1.2524919
Eigen mening : Ik ben onlangs tot het besef gekomen dat heel veel mensen ooit in hun leven het slachtoffer zijn geworden van pesterijen. Bij verschillende van deze mensen heeft dit een belangrijk deel van hun leven uitgemaakt. Door de verhalen van deze mensen te horen, ben ik tot de conclusie gekomen dat leerkrachten/directie weinig kunnen veranderen, zelfs het pestgedrag vaak verergeren. Daarom vind ik peermeditation een goed alternatief op straffen. Ik vind trouwens dat je leerlingen bij een ruzie niet hoeft te straffen. Het is veel belangrijker om samen de oorzaak te achterhalen en het bij te leggen.