10th December 2015, 21:28
|
Registered User
|
|
Geregistreerd op: Sep 2013
Locatie: Nijlen
Posts: 84
|
|
Op het eerste zicht vond ik 2,5% kinderen niet veel en vond het probleem dus ook niet zo groot. 220 halve dagen lijken op het eerste zicht nog voldoende schooldagen maar als je er over nadenkt is dit nog niet de helft van het schooljaar. De kinderen die hier dus niet aan voldoen, komen nog niet de helft van de schooldagen opdagen. Het ideale beeld voor de ontwikkeling van de kleuters zou juist zijn dat de leerlingen heel wat meer dan 220 halve dagen naar school komen.
Mijn moeder, kleuterleidster in Antwerpen, legde me uit dat dit bij hun op school inderdaad ook een groot probleem is en verklaarde dit aan de hand van volgende redenen.
Kinderen die geen 220 halve dagen naar school gaan in de derde kleuterklas missen een heleboel: ze hebben meestal geen goede werkhouding, ze kunnen zich niet lang concentreren, ze kunnen geen half uur met hetzelfde bezig zijn, ze missen schoolse vaardigheden (die hen heel veel worden aangebracht in de derde kleuterklas), ... Denk alleen maar aan het voorbereidend werk dat daar vooraf gaat aan het eerste leerjaar: vormen onderscheiden om zo nadien letters te onderscheiden, gelijkenissen en verschillen herkennen, leren tellen, getalbeelden en nadien cijferbeelden herkennen, rijmen, hakken en plakken, ... Allemaal zaken die zeker niet veel aan bod komen in een gezin maar waar nadruk op gelegd wordt in de kleuterklas omdat ze deze vaardigheden later nodig hebben. Al spelend met andere kinderen leert men zelfs niet alleen deze vaardigheden maar ook nog sociale vaardigheden, leert men omgaan met allerhande situaties en leert men voor zichzelf opkomen.
Meestal zijn het ook nog anderstalige kinderen die weinig naar school komen. Dat heeft tot gevolg dat ze ook het Nederlands minder beheersen en hierdoor het nog moeilijker hebben in hun verdere schoolcarrière. Daarom moeten scholen zich meer inzetten om ook deze kanshebbers meer te stimuleren, om hun ouders meer op het belang van die aanwezigheid op school te wijzen, om hen zo ver te krijgen dat ze wel hun kind zo veel mogelijk naar school willen sturen.
Als dit probleem vastgesteld wordt, moet er kort op de bal gespeeld worden. Er dient meteen een gesprek met de ouders plaats te vinden waarin deze zaken ook uitgelegd worden. Eventueel kan je dit aspect ook al in de vorige kleuterjaren aanhalen om zo ook de kleuters en hun ouders te motiveren om naar school te komen. Tevens denk ik dat het heel belangrijk is om een veilige omgeving te creëren waarin de kleuters zich comfortabel voelen zodat ze ook met plezier naar school gaan en de schooldruk minder voelen.
|