Situatie hopeloos, maar niet ernstig
Situatie hopeloos, maar niet ernstig
Enkele passages uit de audit van de Hoge Raad voor de Justitie, over het Brusselse parket: ,,De productiviteit van de magistraten en parketjuristen van het Brusselse parket vertoont een dalende tendens. De achterstand gaat bijgevolg in stijgende lijn. Die situatie is bijzonder zorgwekkend.'' (blz. 7) (De gemiddelde productiviteit verschilt volgens de audit sterk van magistraat tot magistraat, nvdr) ,,Een dergelijke verscheidenheid in de individuele werklast is zorgwekkend. (...) De onderling uiteenlopende arbeidsprestaties van de magistraten werden bevestigd tijdens de hoorzittingen. Sommigen hebben uitdrukkelijk gezegd dat ze hun arbeidsuren beperken tot de uren waarop ze bereikbaar zijn. Van de magistraten mag worden verwacht dat ze voldoende uren presteren.'' (blz. 8) ,,Uit de hoorzittingen blijkt dat nog steeds nutteloos werk wordt verricht, doordat er op het vlak van de informatica nog steeds lacunes zijn.'' (blz. 6) ,,De magistraten zijn niet precies op de hoogte van de opdracht van de human resources-adviseur (in dienst sinds begin 2005). Sommigen geven toe dat zij nog nooit met de HR-adviseur contact hebben gehad en onthouden van zijn verwezenlijkingen alleen een onthaalbrochure voor de nieuwe magistraten.'' (blz. 5) De doorlichting (van 2001) stelde vast dat de overbelasting van dien aard was dat een niet te verwaarlozen deel van de dossiers niet meer werd behandeld. Met het akkoord van het parket-generaal werden zij gewoonweg gearchiveerd, zodra duidelijk was dat zij vóór de verjaring of voor het verstrijken van een redelijke termijn niet meer behandeld konden worden. ,,Uit de hoorzittingen (in 2005) is gebleken dat het aantal tussen 2000 en 2005 gearchiveerde dossiers opliep tot bijna 800.'' (blz. 8) ,,Met het huidige aantal magistraten (92, red.) en parketjuristen (61) moet het mogelijk zijn, mits een aanvullende inspanning en een correcte werkverdeling, de dossierstroom de baas te kunnen.'' (blz. 9) www.hrj.be DS Weekend, 06-05-2006 |
De vergeetput van het Brusselse parket
De vergeetput van het Brusselse parket
Van een procureur en een procureur-generaal mag je verwachten dat ze erop toezien dat de wet wordt nageleefd, niet dat ze de wet aan hun laars lappen door jaarlijks gemiddeld 160 belangrijke onderzoeksdossiers onder de mat te vegen. JAARLIJKS worden zo'n 160 'opgeborgen dossiers' over ernstige criminaliteit door het Brusselse parket niet voor de rechter gebracht 'omdat de verjaring toch niet meer te vermijden is'. Die vaststelling is dodelijk voor het zo al zwaar gehavende imago van de Brusselse justitie. De bal ging aan het rollen in 2001, met enkele klachten van slachtoffers van een ernstig misdrijf. Ze hadden bij het Brusselse parket een borgsom van ongeveer 500 euro betaald, om er zeker van te zijn dat hun zaak niet geseponeerd zou worden en dat een onderzoeksrechter zich over hun dossier zou buigen. Na jarenlang wachten moesten ze vaststellen dat het allemaal niet geholpen had. De onderzoeksrechter had zijn werk wel gedaan, maar het parket had het dossier in een archiefkast opgeborgen ,,omdat de verjaring dichtbij was, of omdat in ieder geval de redelijke termijn was verstreken''. De vele uren onderzoekswerk, de inspanningen van de politiemensen en de onderzoeksrechter, de prestaties van de experts, het was allemaal verloren moeite. Weggegooid belastinggeld. Het slachtoffer mocht al blij zijn als hij zijn 500 euro voor de burgerlijkepartijstelling kon recupereren. De klachten van de misnoegde slachtoffers kwamen de Hoge Raad voor de Justitie voor het eerst in 2001 ter ore. De Hoge Raad was pas opgericht, in de nasleep van de affaire-Dutroux, en mocht mistoestanden bij de justitie in naam van de burgers onderzoeken. Hij ontdekte dat de praktijk van 'archivering' een kwalijke gewoonte was bij het Brusselse parket, dat telkens verwees naar het personeelstekort en de bestaande, hoge achterstand. Volgens de controle-instelling ging het om niet minder dan 'rechtsweigering', waaraan onmiddellijk een einde moest worden gemaakt. Het Brusselse parket kreeg, na een eerste audit in 2001, extra magistraten en parketjuristen. Maar de achterstand in de onderzoeksdossiers blijft tot vandaag bestaan. En de 'archivering' - een eufemisme voor het wegmoffelen van onderzoeksdossiers - ging rustig door. Volgens de tweede doorlichting zijn tussen 2000 en 2005 zeker achthonderd dossiers in een archiefkamer gezet, zonder dat er nog iemand naar omkijkt. Dat zijn jaarlijks gemiddeld 160 dossiers, op een totaal van drie- tot vierduizend dossiers die elk jaar voor de rechter worden gebracht. Dat gebeurde bovendien op een heimelijke manier: de 'opzijgeschoven'' dossiers werden niet opgenomen in de statistieken over de geseponeerde zaken. Dat kon niet: het ging immers om zwaarwichtige feiten, en niet om kruimeldiefstallen, waarvan men de seponering makkelijker zou kunnen aanvaarden. Om welke concrete dossiers het gaat, weet alleen het Brusselse parket. ,,We kennen de dossiernummers van elke 'gearchiveerde' zaak'', zegt Geert Vervaeke, een bestuurslid van de Hoge Raad voor de Justitie, die mee de doorlichting van 2005 uitvoerde. ,,We hebben bewust niet naar de aard van de dossiers gevraagd, omdat het wetboek nergens zo'n archivering mogelijk maakt en het dus om een manifest onwettelijke praktijk gaat, waaraan een eind moet komen, welke ook de redenen zijn die het parket hiervoor inroept.'' Volgens de oud-minister van Justitie, Tony Van Parys (CD&V), gaat het om ,,belangrijke zaken van financiële en economische criminaliteit''. Fraudezaken dus. Dat ligt in de lijn van de verwachtingen, omdat precies de financieel-economische dossiers complex zijn en veel speurwerk vereisen. Het onderzoek sleept in zulke zaken sleept makkelijk jaren aan. ,,Ik heb aan de minister van Justitie een inventaris van die gearchiveerde dossiers gevraagd'', zegt Van Parys, ,,want er kunnen allerlei zaken tussen zitten: fraudedossiers, maar ook gewelddelicten. Wellicht bevinden ook de dossiers over de regularisatiefraude zich daarbij, want het is daarover de voorbije maanden oorverdovend stil geworden.'' De procureur van Brussel, Paul De Gryse, bevestigt dat het in sommige gevallen om dossiers van ernstige criminaliteit gaat. ,,Maar veel financiële dossiers zullen er niet bij zitten.'' (zie inzet) De jongste audit bracht nog aan het licht dat het parket van Brussel in de greep is van een ernstige malaise. Aan procureur De Gryse zal het niet liggen, staat in het rapport van de Hoge Raad. De man werkt keihard, zijn inzet staat niet ter discussie. Maar de achterstand in de onderzoeksdossiers vermindert niet, ook al zijn er sinds 2001 een tiental magistraten en een vijftiental parketjuristen bij gekomen. Personeelsgebrek is vandaag geen valabel argument meer om de slechte werking van het parket te rechtvaardigen, temeer omdat een ander groot parket, zoals dat van Antwerpen, zijn zaken wel op orde heeft gekregen. Daar is, door een gezamenlijke inspanning, de achterstand weggewerkt en worden belangrijke strafzaken binnen een jaar, soms zelfs binnen zes maanden, voor de correctionele rechtbank gebracht. Dat heeft volgens velen met de figuur van de Antwerpse procureur Bart Van Lijsebeth te maken. Maar het is ook duidelijk dat de modernisering die vele parketten na de affaire-Dutroux hebben doorgevoerd, in Brussel nagenoeg afwezig is gebleven. Ook het vertrek van veel ervaren parketmagistraten, onder meer naar het federale parket, heeft in het management gaten geslagen. De Brusselse procureur is geïsoleerd, staat in de doorlichting. De zeven afdelingen van het hoofdstedelijk parket lijden aan eilandwerking . De parketmagistraten werken nog te individueel, van collega-groepen is geen sprake. Het verklaart waarom de Hoge Raad zulke grote verschillen heeft vastgesteld tussen de productiviteit van de parketmagistraten onderling. In sommige zones levert een magistraat gemiddeld twee keer zoveel eindvorderingen af als in andere zones. Maar cijfers verklaren niet alles. De indruk blijft bestaan, zegt Van Parys, dat sommige magistraten zich onaantastbaar wanen voor controle of in een diepe lethargie gedompeld zijn. ,,Als men zou durven te onderzoeken om wie het gaat, zou men volgens mij vaststellen dat dat vooral aan Franstalige kant het geval is.'' Die laatste conclusie, zegt Geert Vervaeke, wordt niet door de audit bevestigd. Maar het is overduidelijk dat het Brusselse parket nog een weg van jaren af te leggen heeft, vooraleer het een goedgeoliede organisatie zal zijn. DS Weekend, 06-05-2006 (Filip Verhoest) |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 05:41. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.