Turkije, de onaantastbare bondgenoot
Turkije, de onaantastbare bondgenoot
door Paul Vanden Bavière Op internationale fora verkondigen de westerse landen steevast dat de mensenrechten universeel zijn. In de praktijk echter blijkt dat die mensenrechten slechts universeel zijn voor landen die als vijandig worden beschouwd. Voor "bevriende" landen gelden ze niet, die landen mogen ze met de voeten treden zonder dat daar veel woorden aan worden vuil gemaakt. Ze krijgen soms het voorrecht om in onderaanneming mensen, die daarvoor speciaal worden overgevlogen, te mogen folteren. België doet daar flink aan mee. Een merkwaardig staaltje daarvan mochten we onlangs meemaken. Stel je voor: de bejaarde ouders van twee Belgische onderdanen worden vermoord in Turkije, een land met een slechte reputatie qua mensenrechten. Hun recht op leven is geschonden. Maar in plaats van met de vuist op de tafel te slaan, doet minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht er alles aan om de Turkse staat te sparen. De Vlaamse minister belast met Buitenlandse Aangelegenheden, Geert Bourgeois, wordt de les gelezen omdat die de Turkse ambassadeur in een brief om uitleg vroeg en een verband legde met het Turkse lidmaatschap van de EU, waarover wordt onderhandeld. Volgens De Gucht kan dat niet. Met federalisme en met buitenlandse politiek van de gewesten in de federale staat België heeft De Gucht niet veel op. Hij beschouwt de ministers van de deelregeringen als ondergeschikten, die hem onderdanig zouden moeten vragen of Zijne Excellentie een brief aan de Turken zou willen schrijven. Maar De Gucht vindt wel dat de regels voor hem niet gelden. In een gesprek met zijn Turkse collega Abdullah Gül in Salzburg zei hij in maart dat België de extreemlinkse militante Fehriye Erdal best aan Turkije wil uitleveren. Er is nochtans een rechtbankvonnis, dat die uitlevering verbiedt. En als er nieuwe elementen zouden zijn, dan is het nog altijd aan het gerecht om uit te maken of uitlevering alsnog zou kunnen. Scheiding der machten? Niet voor De Gucht. Ernstige vermoedens Alhoewel Turkije nog altijd geen echte bewijzen op tafel heeft gelegd over Erdals betrokkenheid bij de moord op industrieel Sabanci – Turkije baseert zich op de "bekentenissen" van een militant die daarna omkwam in de gevangenis en die "bekentenissen" dus niet kan tegenspreken – vindt de minister dat er "ernstige vermoedens" genoeg zijn tegen Erdal om haar uitlevering te rechtvaardigen. Maar van "ernstige vermoedens" dat de Turkse staat moorden pleegt op al dan niet vermeende politieke tegenstanders, heeft de minister geen weet. Als hij dit beweert, kent de minister zijn dossiers niet. Vijf jaar geleden al schreef de Franse oud-diplomaat en journalist Eric Rouleau, een eminent Midden-Oosten-kenner én ambassadeur in Ankara van 1988 tot 1992, dat de oorlog met de Koerdische Arbeiderspartij (PKK) aan veel meer mensen het kostte dan officieel toegegeven. Volgens het Turkse ministerie van Justitie, aldus Rouleau (1), kwamen er 35.000 mensen om in gevechten tussen het leger en de Koerdische arbeiderspartij (PKK), die van 1984 tot 1999 een guerrillaoorlog voerde. En dat is het cijfer dat steevast wordt geciteerd. Maar Rouleau merkt op dat tussen 1984 en 1988 nog eens 17.500 mensen werden vermoord, en nog eens 1.000 in de eerste maanden van 1999. De voorbije jaren daalde dit aantal moorden scherp ten gevolge van het vijfjarig bestand van de PKK, maar sedert 2004 neemt het weer toe. Alles samen werden in Turks Koerdistan tot vandaag zeker 20.000 mensen vermoord "door onbekenden". De conclusie is snel getrokken: ofwel zijn de Turkse politie en rijkswachters zo volslagen inefficiënt dat ze geen enkele dader konden pakken, ofwel hadden ze de opdracht, als ze al niet zelf bij de moorden betrokken waren, de daders niet op te sporen. En dan staan we direct bij moordcommando’s die ongestraft kunnen opereren. Het is in elk geval duidelijk dat de moorden op al dan niet vermeende leden van de PKK of dito sympathisanten een direct verband houden met de confrontatie tussen Turken en Koerden. Uitzonderlijk worden de daders van zo’n moorden wel eens gepakt. Dat gebeurde nadat een bomaanslag op 9 november in het Koerdische Semdinli op een boekenwinkel een dodelijk slachtoffer eiste. Bewoners van het stadje konden de daders oppakken. En wat bleek? Dat het om politiemannen ging. Dat hun wagen vol wapen- en springtuig lag, plus lijsten van "verdachten". Natuurlijk kwamen de daders al na enkele uren op vrije voeten. Ze kregen lof toegezwaaid van de militairen. Met name van de bevelhebber van de landmacht, generaal Yasar Buyukanit, een kanshebber om later dit jaar stafchef van het leger te worden. Hij kende één van de daders persoonlijk en was tussen 1997 en 2000 actief in Turks Koerdistan. Redenen genoeg voor een dappere aanklager – zo komen er toch meer en meer in Turkije – om op het nog lopende proces tegen de daders, die als vrije mannen terechtstaan, de veronderstelling te opperen dat de generaal destijds een moordcommando oprichtte. Het werd hem alvast niet in dank afgenomen door het leger. Voor De Gucht zijn dat alles geen aanwijzingen. In een interview met De Morgen (2) reageert hij op de beschuldigingen van Derwich Ferho, de directeur van het Koerdisch Instituut te Brussel, dat de moord op zijn ouders, Ferho en Fatim Akgül (respectievelijk 85 en 80 jaar oud), het werk was van moordcommando’s die de ouders wilden straffen voor de politieke activiteiten van hun zonen in België. "Vooraleer je dat soort dingen zegt, moet je aanwijzingen hebben en die hebben we niet". En hier volgt een cruciale uitlating: "Dat is de normale verhouding tussen bevriende landen". Even later ging De Gucht nog verder en probeerde hij de Turkse staat op basis van een "rapport" van de Belgische ambassade in Ankara vrij te pleiten (3). Een medewerker van de Belgische ambassade in Ankara werd naar het gebied gestuurd en zou daar contact hebben gehad met de pro-Koerdische Partij voor Democratische Samenleving (DTP), die zou gezegd hebben geen weet te hebben van doodseskaders. Ook diverse mensenrechtenorganisaties en de vertegenwoordiging van de Europese Commissie in Ankara zouden daar niets van weten. Dat werd prompt gelogenstraft door de DTP. En de Turkse Mensenrechtenorganisatie (IHD), die ter plekke een onderzoek instelde, bracht een rapport uit waarin ze zegt eerder te geloven in politieke moord dan in een roofmoord, de thesis van de Turkse regering. IHD vraagt zich waarom er in het geval van roofmoord niets geroofd werd in een huis waar overigens niets te roven viel. Het buideltje geld rond Fatims hals bleef onaangeroerd en ook haar ringen werden niet gestolen. Zelfs de Belgische ambassade desavoueerde de minister op een diplomatieke manier door te verklaren dat het bericht van De Morgen niet correct was. Het zal de minister allemaal een zorg wezen. Hij zet gewoon de Belgische politiek voort, waaronder de "vrienden" (Israël, het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime vóór zijn eindfase, Marokko, Indonesië onder Suharto, de VS, om het Zaïre van Mobutu en anderen niet te vergeten) zich alles mogen permitteren. Democratie en mensenrechten? Goed als stok om vijanden mee te slaan. Turkije is een NAVO-bondgenoot en partner van de Koude Oorlog, die voor vele diplomaten, zgn. journalisten en bewindvoerders nog altijd niet voorbij is. Militaire staatsgrepen in Turkije werden door de NAVO steeds met opluchting begroet. Nauwe samenwerking België is een fervent fan van Turkije en groot voorstander van zijn toetreding tot de EU. Er bestaat een nauwe militaire en politionele samenwerking (waarvoor de inmiddels gepensioneerde rijkswachtgeneraal De Ridder in Ankara een vergaand akkoord afsloot). In de jaren 1990 werd, klaarblijkelijk in coöperatie met Turkije, de hele Belgisch-Turkse bevolking mogelijk op illegale wijze gescreend (4). Een kritisch rapport hierover werd door rechter Freddy Troch, destijds voorzitter van het Comité P, dat de politiediensten controleert, deskundig onder het tapijt geveegd. Merkwaardig genoeg werd Troch dit jaar vanuit Dendermonde naar Brugge gehaald om het proces tegen Fehriye Erdal te leiden… Meer nog, in 2005 herbegon de politie een dergelijk onderzoek, waarbij Turkstalige politiemannen werden ingezet, wier enig doel bleek mensen onder druk te zetten (dreiging met uitwijzing of beloning met verblijfsvergunningen) om bezwarende verklaringen af te leggen over het Koerdisch Instituut en de Koerdische zender Roj-tv, in een poging bewijzen te verzamelen dat dit PKK-organisaties zouden zijn. In de Belgische pers verscheen daar niets over, maar de Turkse pers bracht wel geregeld verslag uit! Op basis van informatie van wie? Toen er dit jaar georganiseerd verzet op gang kwam tegen deze nieuwe screening en politici zich bereid toonden daar parlementaire vragen over te stellen, werd de operatie plots stopgezet. Nauwe samenwerking was er ook tussen de Belgische en de Turkse politie bij "Operatie Spoetnik", waarbij tot de tanden gewapende rijkswachters op 18 september 1996 een raid uitvoerden tegen de studio’s van Med-tv (nu Roj-tv) in Denderleeuw en daarbij heel wat apparatuur vernielden. Kopieën van het in beslag genomen video-archief vonden hun weg naar Turkije. Tegelijk werd een grootscheeps onderzoek ingesteld naar vermeende illegale financiering, met o.m. afpersingsgeld, van de zender. In de kranten lieten de onderzoekers geregeld wilde verhalen publiceren over de "schat van de PKK" en over illegale trainingskampen van de PKK in België. Ondanks hardnekkige inspanningen van politie en gerecht is er tien jaar later nog altijd maar weinig of niets van de betichtingen bewezen. Ook al heeft de vlucht van Fehriye Erdal de betrekkingen tussen Turkije en België wat bekoeld, Brussel heeft al jaar en dag bewezen dat het krachtdadig opkomt voor de Turkse belangen, ondanks alle kritiek van mensenrechtenorganisaties op het land en het gebrek aan democratie in Turkije. Maar dat zijn maar details natuurlijk, want Turkije is nu eenmaal een onaantastbare bondgenoot, die wat België betreft best zo snel mogelijk lid zou mogen worden van de EU, zij het misschien met enkele mensenrechtenclausules in de overeenkomst. Die Turkije dan natuurlijk niet zou moeten naleven, zoals het precedent van het Euromeditteraan Samenwerkingsverdrag met Israël bewijst. Ook dat verdrag bevat mensenrechtenclausules die voortdurend met de voeten worden getreden. Zonder dat dit zelfs maar op enige kritiek, laat staat enige sanctie, stuit. Israël blijft immers, zoals Turkije, een "bevriende natie" en mag dus discrimineren, mensenrechten schenden, oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid plegen. En natuurlijk ook massavernietigingswapens produceren. Zoals al eerder in Uitpers te lezen was heeft België belangrijke bijdragen geleverd aan het Israëlische kernwapenprogramma en heeft het ook basisproducten geleverd voor chemische wapens. Wat op zijn minst in tegenspraak is met de Europese "gedragscode", die wapenleveringen in het algemeen verbiedt aan staten die de mensenrechten schenden. Het zijn rare "westerse waarden", die de EU beweert uit te dragen in de wereld! Zonder de publieke opinie, die onder meer in het Europees Parlement een weerklank vindt, zonder het harde werk van vele mensenrechtenorganisaties, was Turkije waarschijnlijk al lang lid van de EU. En waren er even waarschijnlijk nooit politieke bepalingen (over mensenrechten en minderheidsrechten) in de zgn. "criteria van Kopenhagen", waaraan kandidaat-leden van de EU moeten voldoen, opgenomen. (Uitpers, nr. 74, 7de jg., april 2006) |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 11:09. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.