actualiteitsforums

actualiteitsforums (http://actualiteit.org/forums/index.php)
-   Sociaal-wetenschappelijke achtergronden (http://actualiteit.org/forums/forumdisplay.php?f=60)
-   -   2024? "Een kutjaar!" (http://actualiteit.org/forums/showthread.php?t=73343)

bijlinda 22nd December 2024 05:30

2024? "Een kutjaar!"
 
Rebekka de Wit vond 2024 een kutjaar: “We lijken elkaar helemaal kwijtgespeeld”


“Wat een absoluut kutjaar”, zegt Rebekka de Wit. “We lijken elkaar helemaal kwijtgespeeld.” Toch schreef ze ditzelfde jaar veertig columns waarin ze de wereld hoopvol en bezorgd in het oog blijft houden. “We kunnen het ons toch niet permitteren om cynisch te worden?”



Ze vindt het jammer, zegt ze, dat we er in het Nederlands geen werkwoord voor hebben. “Er is alleen het zelfstandig naamwoord. Winterslaap. Alsof het niet iets is wat je ook echt kunt dóén. Terwijl ik het heilzaam zou vinden om nu samen even wat te winterslapen. Misschien doen we dat sowieso. We hebben net de donkerste week achter de rug, en ik voel zelf wel hoe ik bij me naar binnen kruip. Ik heb me laten vertellen dat Italianen in de winter minder praten omdat ze door de kou hun handen niet kunnen gebruiken. Zo’n algehele verstilling, dat vind ik wel mooi. Het lijkt me helemaal juist om de donkerte nu even te gehoorzamen.”

Rebekka de Wit zit gehoorzaam knus binnen in de zetel in haar dijkhuisje in Zaandam. Een zieke zoon doorkruiste het plan om elkaar in levenden lijve in Gent te treffen, we spreken elkaar nu online. Ze houdt haar laptop op de schoot, ik kijk het hele gesprek op naar haar. Op haar beurt kijkt zij altijd (rechts) naar boven wanneer ze zwijgend de woorden zoekt, en in deze dubbele halsreikende constructie geeft ze ook toe liever vooruit te blikken dan achterom te kijken. Toch nu. “Wat een absoluut kutjaar”, zegt de theatermaakster en schrijfster over 2024. “Dat heeft voor mij ook te maken met een best wel intense familiecrisis, waarvan ik niet weet of het nog goed gaat komen. Van een naaste in mijn familie blijkt steeds meer dat we niet langer in hetzelfde verhaal lijken te bestaan. En daarin zie ik een parallel met wat er in de wereld gebeurt. Ook daar zijn we het gemeenschappelijke verhaal verloren. We lijken elkaar helemaal kwijtgespeeld. Vroeger vond ik het altijd verdrietig wanneer geliefden uit elkaar gingen en ze elk een ander verhaal aan hun liefde overhielden. Maar de laatste tijd denk ik dat dit misschien niet anders kan, en dat ze net daardoor uit elkaar gingen: omdat het verhaal niet meer compatibel was.”


En dat is nu ook collectief aan de hand?

“Zeker sinds de verkiezing van Trump zie je het zo voor je ogen gebeuren. Alsof we het er met zijn allen niet meer over eens zijn dat een boom een boom is.”


Er is geen gedeelde waarheid meer.

“En dan wordt het toch moeilijk. Ik ben mijn tekst aan het schrijven voor de Frans Kellendonklezing, die ik in februari mag uitspreken. En daarin citeer ik de Britse journaliste Carole Cadwalladr en haar bezorgdheid over de almacht van sociale media. We leven in een tijd waarin de meesten onder ons hun nieuws halen op sociale media, en de impact daarvan is gigantisch. ‘Forget internet culture’, schrijft ze, ‘internet ís culture.’ Als we allemaal een individuele, op ónszelf toegespitste nieuwsconsumptie hebben, dan is er geen middenveld meer. Dan is er zelfs geen gelijktijdigheid meer. Dan komt alles op losse schroeven te staan. Ook kunst. Want wat ik net zo bijzonder vind aan schrijven, of aan dingen maken, is dat je daarmee een dimensie creëert waarlangs mensen zich kunnen toelaten te voelen wát ze voelen. Fiction is the lie that tells the truth, daar geloof ik heel erg in. Maar hoe lieg je over de waarheid als die voor sommigen op zich al de leugen is?”


Begin november vernietigde het gerechtshof in Den Haag het vonnis tegen Shell – een zaak waar jij een voorstelling over hebt gemaakt. Net ervoor had de klimaatstrijd met de verkiezing van Trump ook al een opdoffer gekregen. En die week schreef je in je column: ‘Dit is niet het einde, Trump is niet het einde, we zitten er middenin, en het regent.’ Dat klinkt even triest als hoopvol.

“Natuurlijk blijf ik moed houden. We kunnen toch niet cynisch worden, we kunnen ons dat niet permitteren. Het is een kuttijd, dat valt niet te ontkennen, maar nee, dit is niet het einde: we moeten elke dag blijven opstaan en, zoals Jon Stewart (presentator van ‘The daily show’, red.) zei de dag na Trumps verkiezing, we moeten even hard blijven werken om de wereld te brengen naar de plek waar we willen dat die is. Zeker als het gaat over, bijvoorbeeld, sociale rechtvaardigheid geloof ik dat we er ooit wel – stapje vooruit, stapje terug – zullen komen. Voor het klimaat ligt dat natuurlijk anders, daar kunnen we ons nog moeilijk stapjes terug veroorloven. Er worden nú beslissingen genomen die bepalen of we nog wel op deze wereld kunnen blijven leven. De ecosystemen en de atmosfeer zijn, welja, het begin van alles. En dus mogelijk ook het einde van alles. Daar zijn we nog niet, maar het regent wel, het regent hard. En dus gaat ook het algemene engagement even door een existentiële crisis. Het is super*vermoeiend om de energie te handhaven die je voelt wanneer je met je voetbalploeg penalty’s neemt. Want het is díé alles-of-niets-energie die we nodig hebben, maar die hou je niet de hele tijd vol. En toch moeten we klaar zijn voor een lange zit.”


Bij jou lijkt het een tweede natuur. Je schrijft geen enkele column waarin níét, al is het even, een maatschappelijk betrokken ondertoon doorklinkt.

“Echt? Ja kijk, dat is waarschijnlijk ook de erfenis die ik draag als domineesdochter. Ik blijf last hebben van pastorale overbezorgdheid. ‘Is de groep nog bij elkaar?’ Waar ik zelf soms het schijt van kan krijgen. Dat moet maar eens een voornemen zijn. De groep is sowieso uit elkaar gevallen, misschien moet ik daar niet meer als een gek rondjes rond gaan rennen. Ik denk dat 2025 het jaar wordt waarin ik weer ga sporten. Ik ga me eens op mezelf richten. Gisteren was ik op de schaatsbaan, en daar zag ik drie mannen, vijftigers, in zo’n pakje, die echt supersnel konden schaatsen en voor wie iedereen de hele tijd aan de kant moest gaan. Voor mij is dat ook politiek. Wat en wie hebben er allemaal, thuis en hier, niet moeten plaatsmaken opdat die mannen zo hard kunnen schaatsen? Toen zag ik ook nog eens die spiermassa: hoeveel tijd en aandacht is dáár niet naartoe gegaan? Aandacht die niet naar iets anders is gegaan. En toen vond ik dat ineens ook zo onaantrekkelijk. Maar goed. Zo zit ik de hele dag te mopperkonten in feite.”


En daar wil je vanaf?

“Ik ben tegenwoordig in therapie, voor mijn familiecrisis, en mijn therapeute is een bijzondere vrouw. Ik noem ze de boswachter omdat ze altijd groene kleren draagt, en ik vind dat ook een mooi beeld: als je tussen de bomen de weg kwijt bent, roep je de boswachter. Maar goed, tijdens die gesprekken blijkt altijd hoe onvrij ik op dat vlak ben – dat ik die pastorale neiging maar blijf hebben. Ik heb al zo vaak de vraag gekregen of kunst de wereld moet redden en het lijkt wel dat ik die vraag geïnternaliseerd heb – als een opdracht. Terwijl ik het zo’n irritante vraag vind. Want daarmee zeg je dat kunst zelf níét tot de wereld behoort. Het is een vraag die kunst isoleert, en isoleren is de eerste stap naar het elimineren ervan. Ik ga volgend jaar een show maken, een stand-upshow, om mezelf een beetje uit het slijk te trekken. En ik ga iets maken dat de wereld níét gaat redden, maar waardoor je wel gaat denken: ik ben hier en nu ín de wereld. De show zal heten: Een stukje naar de mensen toe. Het gaat er onder meer over dat we door alle schermen en consumptie zowat per ongeluk heel narcistisch zijn geworden. En dat dit ons weghoudt van de ander.”


En zo blijf je de groep in het oog houden.

“Ja kijk, ik ben er echt nog niet van af.”


Zelf blijf je vaker dan anderen weg van die schermen, al was het maar omdat je sociale media mijdt.

“Er is iets met plaatjes kijken van andere mensen die zichzelf hebben gestyled en met een fotogezicht in de lens kijken. Daar zit een besmettelijk narcisme in. Als ik dat heb gezien, ga ik zelf ook in de spiegel kijken. En dat valt dan meestal tegen en dan ga ik toch, voor ik het weet, ‘botoxkliniek’ googelen. Ik dacht altijd dat we het erover eens waren dat ijdelheid nou niet echt een deugd is. Wanneer Truman in The Truman show – een film die veel gedaan heeft voor mij – eindelijk beseft dat hij zich in een tv-studio, in een nepwereld, bevindt, en hij die studio wil verlaten, dan moedigden we hem toch aan? ‘Verlaat de studio, Truman! Ga de échte wereld in!’ Maar nu lijkt het alsof we met zijn allen, vrijwillig, die echte wereld verlaten en de studio in gaan. Alsof we het vinden kloppen dat representatie belangrijker is dan de werkelijkheid. Ik sta er soms als een oude gek naar te kijken.”


Je blijft dus vastbesloten.

“Soms vind ik het best moeilijk, hoor. Ik zit hier in Nederland in een nieuw gezelschap en dan gaat het natuurlijk ook over pr. Of iedereen even een Insta-post zou willen maken? En dan weet ik geen blijf met mezelf. Want ik snáp het ook. Je wil bestaan, je wil aandacht en je moet, zeg maar, mee. Maar ik ga het toch niet doen. Willem Schinkel, de socioloog, heeft nog niet eens een mobiele telefoon en de universiteit moet dus, speciaal voor zijn administratie, een aloude analoge route open houden. Ik ben daar blij mee. Dat iemand maakt dat er tastbare uitwegen behouden blijven. Misschien dat jonge mensen ooit bij mij, de oude gek, op bezoek zullen komen om mij te vragen hoe ze het daarbuiten in de echte wereld moeten aanpakken. Dan zal ik ze advies kunnen geven en op de uitwegen wijzen. Dat is mijn plan (lacht).”


Wat is het beste advies dat je zelf hebt gekregen dit jaar?

“Ik heb veel geleerd toen ik in het stembureau moest zitten bij de Europese verkiezingen. Het stapeltje dat mij was toegewezen om te tellen was dat van de PVV (van Geert Wilders, red.) – net niet mijn partij. Mij werd opgedragen om tijdens het tellen elk stembiljet – en dat zijn van die grote pagina’s – ook echt óm te slaan. Om ze dus niet gewoon te laten liggen en de hoekjes te tellen. Ik werd verplicht om traag en nadrukkelijk door die dikke stapel te gaan van kiezers die helemaal anders dachten dan ik. Dat vond ik een goede les: wanneer het tegenzit, dan moet je dat gevoel misschien niet te snel van je willen afschudden. Ga er maar even helemaal door. En begin daarna helemaal opnieuw. De progressieve partijen zijn totaal geflopt, dit jaar. Nu komt het erop aan om niet haastig hier en daar wat te sleutelen, maar om gebruik te maken van de vrijheid die elke mislukking ook met zich meebrengt. Je kunt helemaal opnieuw beginnen. Zoals Paul Simon na een zwaar geflopt album ineens ook ‘Graceland’ maakte.”


Waarin begin jij opnieuw in 2025? Je gaat alvast een nieuw decennium binnen, je wordt veertig.

“Zeker weten. Existentieel doet me dat weinig. Ik heb het gevoel dat de dood mij al zo láng op de hielen zit, ik heb daar geen jaartelling voor nodig. Mijn moeder is gestorven op haar 52ste, in mijn verbeelding stopt het daar ook, of zelfs vroeger. Het voordeel van die hijgende dood in de nek is dat ik hem gewoon ben. Existentiële paniek zal me niet snel overkomen. Maar uiterlijk kan dat verouderen me wel soms bezighouden. In die zin dat ik langzaam begin te vervreemden van mijn spiegelbeeld. Dat ik soms denk: ‘Oh, zo zie ik eruit. Ik dacht echt anders.’ Het nadeel van zo’n online gesprek bijvoorbeeld is dat je voortdurend ook jezelf te zien krijgt. De hele tijd heb ik hier zitten denken hoe triest het is dat mijn haar net dezelfde kleur heeft als het mottige beige van de trui die ik aanheb. Dat ik dus dringend naar de kapper moet. Maar dan vrees ik dat ze mij daar weer zullen vragen welke verzorgingsproducten ik gebruik, terwijl ik al blij ben dat ik een propere onderbroek aanheb. Laat ik bij een volgend online gesprek gewoon maar deze trui niet meer aandoen. Zie je? Zo lukt het dan ook.”


DS, 21-12-2024 (Guinevere Claeys)


Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 06:55.

Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2025, Jelsoft Enterprises Ltd.