Genoeg vis in de zee?
Er is genoeg vis in de zee, dachten wetenschappers onterecht: visbestanden zijn er slechter aan toe dan gedacht
De zeeën lijden nog meer onder overbevissing dan we dachten, beweren Australische onderzoekers. Dat ligt voor een deel aan te rooskleurige wetenschappelijke rapporten. “Dat soorten zich herstelden, was vaak een hersenschim.” Jarenlang mocht er blijven gevist worden op bepaalde visbestanden, omdat er geruststellende wetenschappelijke rapporten over voorlagen. Maar de visbestanden zijn er wereldwijd slechter aan toe dan we dachten. Dat hebben Australische onderzoekers gemeld in het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift Science. Ze namen de toestand in 230 visserijgebieden over de hele wereld onder de loep, onder meer in de Verenigde Staten, Canada, Australië, Zuid-Afrika en Europa, goed voor 128 soorten vis en andere zeedieren. De onderzoekers vergeleken inschattingen van hoe groot een visbestand in een bepaald jaar was met de beoordelingen van die beginsituatie jaren later. Daaruit leidden ze af dat de aanvankelijke cijfers vaak overdreven rooskleurig waren. Bij twee derde van de onderzochte gebieden stelden ze zo’n te positieve vertekening vast. Vooral bij overbeviste soorten bleek er sprake van een te optimistische schatting. De bestaande rapporten gaven aan dat een soort zich herpakte, maar dat bleek naderhand niet met de werkelijkheid te stroken. ‘Spookherstel’, noemen de onderzoekers dat. Als gevolg van de verkeerde inschattingen menen de onderzoekers dat het aantal zwaar overbeviste populaties waarschijnlijk 85 procent hoger ligt dan wordt aangenomen. Het gaat om bestanden die onder de drempel van 10 procent van hun oorspronkelijke maximale omvang geslonken zijn. Quota De visserij op zee wordt in vele delen van de wereld gereguleerd. Wetenschappers stellen beoordelingen op van de visbestanden en overheden baseren zich daarop om via quota te bepalen hoeveel er gevangen mag worden. Maar de modellen waarmee de wetenschappers die beoordelingen maken bevatten veel onzekerheden en leveren soms onbetrouwbare resultaten op, concluderen de Australiërs. Zij geven het voorbeeld van de Australische jackass morwong (soms ook diepzeebaars genoemd). In 2009 schatten modellen de totale omvang van de bestanden op 4.680 ton. In 2014 moest dat cijfer op basis van nieuwe gegevens retroactief bijgesteld worden naar 3.330 ton, amper 12 procent van het oorspronkelijke niveau voor er op de soort gevist werd. De onnauwkeurige schattingen hadden als gevolg dat de door de Australische overheid vastgelegde vangstlimieten te ruim waren. De jackass morwong bleef daardoor tien jaar flink achteruitgaan. In 2022 werd die afname zichtbaar en moesten vijf visgebieden gesloten worden. De overheid moest 24 miljoen Australische dollar (zo’n 14,5 miljoen euro) ophoesten om uitgereikte vergunningen voor vissersvaartuigen terug te kopen. Een ander voorbeeld is de blauwe koningskrab in Alaska. De vangst ervan werd in 1999 gestopt wegens overbevissing. Omstreeks 2010 werd die na een gunstige beoordeling heropend. Onterecht, bleek later. De raming van 2010 dat er 7.000 ton voorhanden was, moest in 2016 bijgesteld worden naar 2.000 ton, ongeveer 70 procent lager. Opnieuw overbevissing en opnieuw vangstbeperkingen dus. Tong Dichter bij huis maakten we een vergelijkbaar verhaal mee met de tong in de Noordzee, een van de meest geliefde vissen op de inlandse menu’s. In 2018 was er een consensus onder wetenschappers dat die soort duurzaam bevist werd. Maar na een bijsturing van het model bleek er plots sprake van overbevissing. In december vorig jaar ging het tongquotum daarom met 60 procent omlaag. In het voorjaar van dit jaar was de conclusie dan weer dat het loos alarm was. “Er schortte soms wel wat aan onze beoordelingen”, erkent Hans Polet. Hij is wetenschapper bij het Vlaamse Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (Ilvo) en samen met collega’s van andere landen langs de Noordzee verantwoordelijk voor het tong-onderzoek. “We hebben nu eenmaal soms te weinig of geen goede data”, zegt hij. “Ook laten we ons weleens misleiden door hotspots, plaatsen waar vissers nog veel vangen. Zo kan het ons ontgaan dat de soort elders aan het verdwijnen is.” In goed beheerde visserijgebieden – waartoe je het Noordoost-Atlantische gebied, waar België onder valt, mag rekenen – zijn ze zich volgens Polet bewust van de vertekeningen en worden de inschattingen ook bijgesteld. Het Ilvo heeft zelf een proefproject lopen om accuratere data te verzamelen (zie hieronder). Politieke druk? Polet vindt de Australische studie correct en belangrijk, maar voegt er meteen aan toe dat ze in se niets nieuws vertelt. “We weten al lang dat de modellen soms niet kloppen. Begin jaren 90 maakte ik op een congres in Canada de commotie mee rond de ineenstorting van de kabeljauwbestanden, die ook niemand had voorspeld. Dat ging om honderdduizenden tonnen per jaar. Dat viel bruusk allemaal weg.” Of de vertekende resultaten het gevolg kunnen geweest zijn van politieke of commerciële druk, daar doen de Australiërs geen uitspraak over. “Wetenschappers horen onafhankelijk te zijn”, reageert Christopher Brown, een van de auteurs, in een e-mail. “Maar overheden en vaak ook de visserijsector kunnen vragen om wijzigingen aan hun modellen.” Betere data dankzij directe link met schip Ieder jaar in augustus en september trekt het Ilvo met een onderzoeksschip de Noordzee op om na te gaan hoe het gesteld is met onze visbestanden. Dat werd aangevuld met de logboeken van de vissersschepen. Die aanpak had zijn beperkingen: het ging om een momentopname en de logboekgegevens waren niet altijd correct. Sinds 2022 experimenteert het instituut ook met een andere aanpak. Op 37 van de 56 Vlaamse vissersschepen wordt de vangst meteen digitaal geregistreerd. De informatie van de weegschaal op het vaartuig loopt in real time bij de onderzoekers binnen. Door een link met de gps is altijd de precieze locatie gekend. Die gegevens zullen worden aangevuld met beelden van camera’s aan boord. Met artificiële intelligentie (AI) gaan ze de vangsten analyseren: welke soorten worden er bovengehaald, hoe groot zijn de vissen, wat is hun paaitoestand... “Zo’n datacollectie is redelijk revolutionair,” meent wetenschapper Hans Polet, “in die zin dat de Belgische vissers er vrijwillig aan meewerken. We proberen andere landen daarin mee te krijgen. Het zal ons helpen de ramingen van de visbestanden veel accurater te maken.” DS, 26-08-2024 (Tom Ysebaert) |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 19:02. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.