Ideetje, Congocommissie: de plunderaar betaalt
Ideetje, Congocommissie: de plunderaar betaalt
Lucas Catherine, Kongo, een voorgeschiedenis, 2017 (EPO) De Congocommissie raakt het niet eens over twee essentiële zaken: dat de Kamer verontschuldigingen zou aanbieden voor de Belgische kolonisatie in Afrika en over mogelijke herstelbetalingen. (DS 29 november). Wat is het probleem? Als de Kamer van Volksvertegenwoordigers verontschuldigingen zou aanbieden spreekt ze namens het hele Belgische volk. En dat is historisch niet juist: Leopold II heeft het volk nooit geraadpleegd toen hij zijn koloniale plannen realiseerde. Wie moet zich wel verontschuldigen? Zij die Congo hebben geplunderd. Volgens hetzelfde principe als ‘de vervuiler betaalt’, moeten ze ook voor de herstelbetalingen opdraaien. Maar die koloniale maatschappijen bestaan toch niet meer? Dat dacht u. Neem de roof van mineralen in koloniaal Congo: de naam die daarbij in het oog springt, is Union Minière du Haut-Katanga, en die bestaat wel degelijk nog. Ze veranderde in 2001 wel haar naam in Umicore – maar de ‘umi’ verwijst nog naar haar oude naam. Een groot deel van de agro-industrie was in handen van Lord Lever met zijn Huileries du Congo belge en Les Savonneries du Congo belge. Heel België waste zich toen met zijn Sunlightzeep. De manier waarop hij zijn arbeiders behandelde, lokte de grootste opstand tegen de kolonisatie uit, namelijk de Pende Revolte in 1931 (4.000 doden). Lord Lever fusioneerde in 1930 met een Nederlands koloniaalbedrijf, Unie Margarine, tot UniLever. Zijn voormalig hoofdkwartier, het Lever House in de Brusselse Koningstraat, heeft een even protserige inkomhal als de oude ingang van het AfricaMuseum in Tervuren. Er waren Belgische bedrijven die een ‘nevenactiviteit’ in Congo ontwikkelden. Zo de Solvay-groep. Vader Ernest Solvay was betrokken bij de kolonisatiepogingen van Leopold II. Niet alleen in Kongo, ook in Marokko. Ernest Solvay was aandeelhouder van Société Commerciale et Financière Africaine, in 1907 opgericht door Société Générale. Hij was ook aandeelhouder van de Société Forestière et Commerciale du Congo belge (opgericht in 1912) en in 1908 was hij raadgever van Leopold II bij de overname van Congo door België. De familieholding Mutuelle Solvay investeerde voorts nog in het koloniale chemiebedrijf Sogecim du Katanga. Er waren meer dan 1.300 Belgische maatschappijen rechtstreeks betrokken bij de plundering van Congo. En dan waren er nog de bedrijven in België zelf die groot werden door de verkoop van wat in mijn kindertijd ‘koloniale waren’ werden genoemd. De bekendste zijn Delhaize en Colruyt. Zij groeiden uit van enkele lokale winkeltjes tot de ketens die wij nu kennen. Als er herstelbetalingen komen, dan weten wij wie er voor moet opdraaien, niet de hele Belgische Bevolking. Tot slot is er de monarchie, waarvan het fortuin grotendeels afkomstig is uit Congo, via haar grootaandeelhouderschap in de grootste koloniale holding, de Société Générale. Het zou dus logisch zijn dat onze vorst zich bij de Congolezen verontschuldigt en een reparatiefonds opricht, gefinancierd door de nog bestaande oude koloniale bedrijven. Benieuwd wat commissievoorzitter Wouter De Vriendt daarvan denkt. DS, 02-12-2022 (Lucas Catherine) |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 04:21. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.