Juul Kabas redt de economie, de begroting en het pensioen
Juul Kabas redt de economie, de begroting en het pensioen
Marc Reynebeau Bij het overlijden eerder deze week van Juul Kabas, alias Juliaan Deckx (77), noemde onze krant hem ietwat terughoudend een charmezanger (DS 18 juli). Niettemin vat één liedje van hem in drie zinnen wel de nijpendste sociaal-economische dilemma’s van deze tijd samen, beter dan het verzamelde verstand in de Wetstraat, want dat raakt er amper uit. Dat liedje is ‘’t Zijn zotten die werken’. De titel gaat frontaal in tegen de jongste fetisj van de uitsloverij, de werkzaamheidsgraad, waarvan een dogma wil dat die dringend naar x procent moet. Een communistische slogan tegen het neoliberalisme? Het planbureau genaamd Juul Kabas draagt er wel sterke argumenten voor aan. Eén, ‘ge wordt er niet rijk van’, van die zotternij van het werken dus. Inderdaad, werkende armen zijn steeds minder een zeldzaamheid. Voedselbanken floreren, de inflatie holt de koopkracht uit en bedrijven zien lonen vanouds letterlijk slechts als een last, die moet worden ingeperkt of op de staatskas afgewenteld. Wat ook niet helpt, is dat de fiscale druk op arbeid, anders dan die op vermogens, hoog blijft. Pas nu lijkt minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) dat, ter nagedachtenis van Juul Kabas, ter harte te nemen. Twee, ‘ge wordt er zo muug van’ (Juul Kabas was afkomstig uit Retie). Ter adstructie hiervan: zie de burn-outpandemie. Ze is de keerzijde van de uitsloverij die naar verluidt de begroting en de pensioenen moet redden. Bestaan daar andere middelen voor? Zeker, maar de politiek moet dan wel heilige huisjes en privileges durven te slopen. Dat arbeidsdwang mensen moe en ziek maakt, brengt een dilemma aan het licht. Zijn mensen er om de economie te dienen, of is het andersom? Ons dunkt: dat laatste. Toch? Mensen proberen zich te redden, kiezen voor levenskwaliteit en zorg voor de kinderen, en gaan deeltijds werken, tegen het dogma van de werkzaamheidsgraad in. Vrouwen doen dat vaker dan mannen. Daar bestaan praktische redenen voor. Mannen verdienen vaak meer, wat ook een anomalie is die reflectie verdient. En het past bij de niet uit te roeien patriarchale cultuur. Anomalie, idem. Al is hier niet alleen toxisch masculinisme in het geding, het is ook de oude (en dus nog patriarchaal getinte) droom van de welvaartsstaat: dat één inkomen in het gezin zou volstaan. ‘Wie werkt voor vrouw en kind en wordt door hen bemind? ’t Is vader!’ Ja maar, heet het dan, goed opgeleide vrouwen blijven dan toch thuis, terwijl onderwijs en zorg nu al zoveel handen te kort komen. (Hoezo, zijn dat dan vrouwenjobs?) En je zult zien, die werkende man gaat er dan met de secretaresse vandoor, zodat de echtgenote in armoede achterblijft en met dat deeltijds werken amper pensioenrechten opbouwt. Ja, nog zo’n te verhelpen anomalie. Het werkt ook omgekeerd. Deeltijds werkende ouders (m/v/x) zullen de economie en de sociale zekerheid minder belasten met burn-outs of mentale klachten. En ze hebben minder nood aan kinderopvang en andere collectieve voorzieningen. Zo verlagen ze de druk die daar heerst door personeelsgebrek. Al zijn die tekorten vaak ook het gevolg van besparingen en andere misplaatste zuinigheid bij politici die de overheid toch altijd te duur vinden. Juul Kabas zal dus herinnerd worden als de zanger die de vinger op de wonde legde. Dat alles met alles samenhangt en dat de eenzijdige fixatie op de werkzaamheidsgraad maar een heel beperkte ideologische agenda dient, die mensen arm houdt, uitput en ziek maakt. Wat ’n boodschap, zeg. Kom daar maar eens om, Niels Destadsbader! Blog DS, 22-07-2022 (Marc Reynebeau) |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 10:40. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.