Accijnzen op benzine verlagen? Olie op het vuur
Accijnzen op benzine verlagen? Olie op het vuur
De accijnzen op brandstoffen verlagen is een dure maatregel die vooral de rijken ten goede komt, schrijft William Todts. De brandstofprijzen scheren hoge toppen. In combinatie met de extreem hoge energieprijzen en inflatie krijgen veel Belgen het moeilijk. Het is dan ook cruciaal dat er effectieve maatregelen genomen worden, gericht op kwetsbare groepen. Minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) stelt exact het tegenovergestelde voor: een peperdure en algemene verlaging van de accijnzen op benzine en diesel tot het Europees minimum, oftewel zo’n 24 cent per liter. Dat wordt verkocht als een sociale maatregel. Niets is minder waar. De grootste winnaars in dit verhaal zijn rijke mensen met dikke, vervuilende wagens die veel kilometers rijden. In Nederland rijden de 10 procent laagste inkomens gemiddeld 2.560 kilometer per jaar en kopen jaarlijks 190 liter benzine. De rijkste 10 procent rijdt elk jaar 36.000 kilometer en heeft daarvoor 2.600 liter benzine nodig. Dat is ook zo in Vlaanderen. Hoe rijker mensen zijn, hoe meer kilometers ze rijden en hoe meer wagens ze bezitten. Mensen met lage en gemiddelde inkomens rijden ook veelal met kleinere en zuinigere wagens. Of die oud of nieuw zijn maakt niet veel uit. Auto’s worden al jaren niet meer zuiniger. Ontzettend duur Met het voorstel van Van Peteghem krijgt de rijke eigenaar van een BMW X5 ongeveer 700 euro cadeau, terwijl de eigenaar van een Citroen C3 een voordeel van 245 euro krijgt. Een simpele accijnsverlaging is dus een cadeau voor rijke mensen. De maatregel is ook ontzettend duur. Volgens onze berekeningen zou zo’n accijnsverlaging tussen 2 en 3 miljard euro per jaar kosten. Blijkbaar zou het de bedoeling zijn de accijnsverlaging op een gegeven moment weer af te voeren. Dat wordt moeilijk, zelfs met een zogenoemd cliquetsysteem. Welke regering gaat de benzineaccijnzen met 24 cent verhogen een jaar voor de verkiezingen? Een radicale verlaging van de accijnzen zou ertoe leiden dat Nederlanders, Fransen en Duitsers massaal in België komen tanken. Gezien onze CO2-uitstoot wordt berekend op basis van de hoeveelheid verkochte brandstof, zou dit de CO2-uitstoot van de regio’s spectaculair doen toenemen. Voor een federale regering die Vlaanderen verwijt niet genoeg klimaatinspanningen te doen, is dat onbegrijpelijk. Gratis openbaar vervoer Laat het duidelijk zijn: de hoge benzineprijzen gecombineerd met de hoge energieprijzen zijn een aanslag op de koopkracht van de bevolking. Er is dus nood aan gerichte maatregelen. De regering zou een cheque van 300 à 400 euro kunnen geven aan gezinnen, met uitzondering van de 20 tot 30 procent hoogste inkomens. Of ze zou de belastingen tijdelijk kunnen verlagen voor lage en gemiddelde inkomensgroepen en voor kmo’s. Maar het is een illusie te denken dat we iedereen eindeloos kunnen blijven compenseren voor de torenhoge energieprijzen. Belastingverlagingen voor olie en gas gooien trouwens olie op het vuur van de prijzencrisis. Er is maar één structurele oplossing: zo snel mogelijk minder olie en gas verbruiken. Daarover blijft het bijzonder stil, zowel op het federale als op het Vlaamse niveau. Waar blijft het plan om het olie- en gasverbruik snel te verminderen? Hoe kan het dat je in Vlaanderen een pick-uptruck bijna belastingvrij kunt inschrijven, maar er geen steun bestaat voor elektrische wagens? Hoe zit het trouwens met dat Vlaamse plan om nieuwe auto’s volledige elektrisch te maken tegen 2029? En zou het niet zinvol zijn om de tram, trein en bus tijdelijk goedkoper of zelfs gratis te maken? Dat blijft de allerbelangrijkste les van deze crisis. We moeten snel van olie af op een sociaal verantwoorde manier. Dat doe je niet door benzine goedkoper te maken voor de rijken. William Todts, executive director van Transport & Environment DS, 11-03-2022 |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 21:08. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.