Je hebt toch niets te verbergen?
Je hebt toch niets te verbergen?
Een app waarmee je je partner continu kan volgen. Wie installeert zoiets? En wat is het effect? ‘Het voelde alsof ik mezelf moest verantwoorden. Het maakte me zelfs een beetje paranoïde.’ Het leek zo handig: mijn telefoon koppelen aan die van mijn vriend, zodat we altijd kunnen zien waar de ander is. Tijdens een avondje met kennissen werden we op het idee gebracht. Toevallig kwam ter sprake hoe strak hun dagelijkse planning is, dankzij een traceerapp waarmee ze standaard hun locatie delen. ‘We kunnen beter anticiperen op elkaars schema en hoeven minder te overleggen’, zei hij enthousiast. ‘Het geeft een veilig gevoel dat hij elk moment kan zien waar ik ben, tot op het adres nauwkeurig’, voegde zij eraan toe. Ze vonden het bijna raar dat wij zo’n soort app nog niet gebruikten, vooral omdat we niet samenwonen en beiden vaak onderweg zijn voor ons werk. Bovendien doet mijn vriend aan wielrennen en ik wandel graag ’s avonds in mijn eentje. Mocht er onverwachts iets gebeuren, dan zouden we elkaar snel kunnen lokaliseren. ‘Maar is het geen inbreuk op je privacy?’, vroeg ik voorzichtig. ‘Hoezo, hebben jullie iets te verbergen voor elkaar?’, reageerden ze verbaasd. Nee, natuurlijk niet. Zodoende kwam ik die avond thuis met een traceerapp op mijn telefoon. Maar of ik er echt blij mee was, wist ik niet. Cookies op websites, wifitracking in winkelstraten, controlevinkjes op Whatsapp: dat we via onze telefoon in de gaten worden gehouden, is niks nieuws. Apps waarmee je op basis van gps-gegevens je gezin of partner kunt volgen, gaan maar een klein stapje verder en worden veelvuldig gebruikt. Zo heeft Life360 naar eigen zeggen ruim 33 miljoen gebruikers, en sinds 2010 zit er al standaard zo’n functie op elke iPhone. Als ik binnen mijn vriendenkring kijk, lijkt het inschakelen ervan bijna het nieuwe ‘Facebook Official’. Een soort erkenning van je relatie, een symbool van toewijding. Iets waar ik blijkbaar zonder nadenken ook in meega. Psycholoog en relatietherapeut Jean-Pierre van de Ven begrijpt die keuze enerzijds wel. ‘We willen tegenwoordig bijna dwangmatig alles delen. Vooral die traceerapps zijn in opkomst. Het lijkt wel een hype, iets waar iedereen gewoon aan mee begint te doen. Daardoor wordt het genormaliseerd.’ Hij vraagt zich wel af of dat zo’n goede evolutie is. Hij ziet het als een onderdeel van de surveillancecultuur waarin we ons bevinden. Een levensstijl waar veel mensen zich onbewust comfortabel bij voelen. Uit recent onderzoek van de Western Washington University blijkt bijvoorbeeld dat we het wel prettig vinden om in de gaten gehouden te worden. ‘Dat komt voornamelijk omdat we gewend zijn aan feedback, mede door sociale media. We kunnen onze populariteit afmeten aan de reacties die we krijgen. Daardoor weten we hoe de wereld over ons denkt.’ Altijd dichtbij We willen constant te horen krijgen dat we oké zijn. Dat we het bovendien waard zijn om gevolgd te worden. Hetzij via Instagram, hetzij via een traceerapp. En andersom werkt het net zo. Want net zo graag als we bekeken worden, willen we ook kijken. Zodat de ander altijd dichtbij is, waar diegene ook uithangt. ‘Dankzij onze mobiele telefoons bestaat de mogelijkheid om altijd en overal bereikbaar te zijn. Dat verwachten we daarom ook van elkaar. Het is de norm geworden’, zegt Tim Reeskens, hoofddocent sociologie aan Tilburg University. Hij deed onder andere onderzoek naar vertrouwen en sociale cohesie. ‘Een snelle reactie wordt gewaardeerd en een late reactie roept vragen op. We houden niet van geheimzinnigheid. Zo’n traceerapp speelt daar slim op in. Want waarom zou je die niet gebruiken als je geen geheimen hebt, lijkt de onderliggende boodschap.’ Ik heb nooit vertrouwensproblemen gehad binnen mijn relatie. In de ruim anderhalf jaar dat mijn vriend en ik bij elkaar zijn, heb ik me nauwelijks beziggehouden met waar hij precies uithing. Ik vertrouwde er simpelweg op dat hij gewoon deed wat hij moest doen – of wilde doen – en dat hij me vroeg of laat wel op de hoogte zou stellen van waar hij was. Dat gebeurde ook altijd, bij mijn weten. Maar met het installeren van die app kreeg ik plotseling de sleutel tot ongebreideld toezicht. En ik had geen idee wat ik ermee aan moest. Want stel dat ik een adres zou zien dat ik niet kende, dat niet overeenkwam met wat hij tegen me had gezegd. Wat moest ik dan doen? Hem ondervragen, erheen gaan? Met de mogelijkheid om hem te controleren bestond ook ineens de kans dat ik hem ergens op zou betrappen, besefte ik. In plaats van geruststelling voelde ik dus eerder een toenemend gevoel van wantrouwen. Logisch, zegt socioloog Reeskens. ‘Uit verschillende psychologische onderzoeken blijkt dat hoe meer je controleert, hoe achterdochtiger je juist wordt. Bovendien neemt volgens Amerikaanse bevindingen het vertrouwen in onze medemens sinds de jaren 60 gestaag af. Vanaf die tijd zie je ook een toename van het aantal echtscheidingen.’ Het is maar de vraag of we wantrouwiger worden doordat we tegenwoordig sneller uit elkaar gaan, of dat er juist meer scheidingen ontstaan vanwege het gebrek aan vertrouwen en de drang tot controleren. Want dat laatste ziet relatietherapeut Van de Ven veelal in zijn praktijk. ‘De overkoepelende reden waarom we zo graag controleren én gezien willen worden, is een algehele toename van onzekerheid. Misschien lijkt het alsof zo’n traceerapp een oplossing is, maar niets is minder waar. In feite graaf je je eigen graf. Het versterkt die gevoelens van onbehagen namelijk alleen maar.’ Het is volgens Van de Ven de kunst om jezelf te zijn en dingen voor jezelf te doen, zonder je partner daarbij uit het oog te verliezen. Het gaat om een balans tussen autonomie en verbondenheid. ‘Om dat te bereiken is juist vertrouwen nodig. Geen traceerapp.’ Reeskens zegt: ‘Als er iets funest is voor wederzijds vertrouwen, is het wel elkaar controleren. Dat is het paradoxale van dit fenomeen.’ Dat ik me niet prettig voelde bij het volgen van mijn vriend, stond al snel vast. Maar dan was er nog die andere kant: dat ook ik gevoelsmatig onder toezicht stond. Nadat we de app hadden geïnstalleerd, werd ik me plotseling erg bewust van waar ik naartoe ging en hoe lang ik ergens bleef. Mijn vriend keek met enige regelmaat naar mijn locatie, merkte hij op. Vooral voor de aardigheid, of om te zien of ik al onderweg was, volgens hem. En toch voelde het ineens alsof ik mezelf moest verantwoorden. Het maakte me zelfs een beetje paranoïde. Het idee dat hij in principe altijd en overal zou kunnen opdoemen om me te verrassen vond ik ineens benauwend, ook al was ik voorheen juist gecharmeerd van zijn onverwachte bezoekjes. Maar nu had ik er geen enkele controle meer over, was ik een deel van mijn autonomie kwijt. Op de momenten dat ik écht even alleen wilde zijn, moest ik dat voortaan dus expliciet kenbaar maken: ‘Schat, mocht je toevallig op mijn locatie hebben gekeken en van plan zijn om hierheen te komen: doe maar even niet.’ Hij reageerde altijd begripvol op een dergelijk bericht, maar tegelijkertijd ervoer hij het als een indirecte afwijzing, gaf hij toe. Iets waarover ik me dan schuldig voelde. Niet meer onbevangen Blijkbaar was ik een stuk minder open en toegankelijk dan ik altijd had gedacht. Ik besefte dat ik helemaal niet wilde dat mijn vriend voortdurend alles van me weet, en andersom ook niet. Maakte dat me minder geschikt voor een serieuze relatie? Was het een teken van gebrek aan toewijding, deed ik hem tekort? ‘Nee’, stelt filosoof en antropoloog Jos de Mul me gerust. ‘Elk mens heeft recht op onzichtbaarheid.’ Vaak wordt transparantie gezien als iets positiefs, maar volgens De Mul is dat een vreemd uitgangspunt. ‘We zijn ten aanzien van onszelf al nooit volledig transparant, gewoon omdat we sommige dingen liever niet onder ogen willen komen.’ Hij heeft ambivalente gevoelens bij traceerapps. ‘Zoals bij veel van dat soort technologieën, kan het op sommige momenten nut hebben.’ Bijvoorbeeld wanneer je elkaar tegemoet loopt in een drukke straat, als je iemand ophaalt bij de trein, of onder sommige medische omstandigheden. Maar verder zitten er volgens De Mul vooral veel negatieve kanten aan, die ondermijnend zijn voor allerlei aspecten in het menselijk bestaan. Waaronder onze zelfbeleving. ‘Planten leven, dieren leven en beleven hun leven, en als mens beleven we ook nog eens het beleven. We zijn in staat om onszelf te objectiveren. Activiteitentrackers en traceerapps zijn daarvan een goed voorbeeld, zij leggen ons gedrag vast en maken het zichtbaar. Daardoor kun je niet meer onbevangen bewegen. Het beneemt een deel van je vrijheid. Daarom vind ik het iets heel ontmenselijkends hebben.’ Tot die conclusie kwam ik zelf ook. Onlangs ben ik ineens gestopt met mijn locatie delen, zonder dat te overleggen met mijn vriend. Ik was benieuwd wanneer hij erover zou beginnen, maar er kwamen geen vragen. Toen ik het zelf eens terloops opmerkte, haalde hij zijn schouders op. ‘Ik keek al lang niet meer. Jij bent sowieso onnavolgbaar’, was zijn conclusie. Toen wist ik dat het wel goed zit tussen ons. DS, 20-01-2022 (Sofie Rozendaal) |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 13:59. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.