actualiteitsforums

actualiteitsforums (http://actualiteit.org/forums/index.php)
-   Just Comments... (http://actualiteit.org/forums/forumdisplay.php?f=63)
-   -   Kerstessay deel 1: Tijd voor een kind (http://actualiteit.org/forums/showthread.php?t=72670)

bijlinda 25th December 2021 20:53

Kerstessay deel 1: Tijd voor een kind
 
1 Attachment(en)
De onvoltooide volwassene


De klimaatverandering zet de relaties tussen de generaties onder druk, schrijft Tinneke Beeckman. Meer dan ooit lijkt het welzijn van kinderen centraal te staan. Tegelijk is hun toekomst onzeker. Dit genereert een crisis van de tijd zelf: het verleden inspireert niet, de toekomst appelleert niet. Alleen het heden telt.



Met Kerstmis vieren christenen de komst van het kind. Om middernacht werd Christus geboren, de zoon van God, de verlosser van de mensheid. Kerstliedjes bezingen deze gebeurtenis, stalletjes herinneren aan de legende. Ook voor ongelovigen, zoals ik, is de kerstperiode bijzonder. De winterzonnewende luidt het einde van een donkere periode in. Het licht keert terug, de natuur zal langzaamaan ontwaken. Januari is de maand van Janus, God van begin en einde, van de overgang.

Elk pasgeboren kind kondigt een nieuw begin, een beloftevolle toekomst aan. Dat leek voor mij altijd logisch. Maar de laatste tijd begint deze evidentie af te brokkelen. Welke toekomst hebben kinderen, kleinkinderen of achterkleinkinderen? De vraag klinkt misschien hypothetisch als je tot een oudere generatie behoort, maar als je met jongeren spreekt, is deze kwestie reëel. Als ze twijfelen of ze zelf nog kinderen op de wereld zouden zetten, bijvoorbeeld. Ouderschap is niet meer vanzelfsprekend, existentiële overwegingen over de toekomst knagen aan dat verlangen. Deze terughoudendheid duikt op in hedendaagse romans, die ontzettend populair zijn bij de jeugd, zoals Prachtige wereld, waar ben je van Sally Rooney. Maar daarover in de derde aflevering meer.

De gedachte aan een veelbelovende toekomst wordt overschaduwd door klimaatverandering en de vernietiging van de natuur. Zolang ik me kan herinneren, hoor ik onheilspellende berichten over het milieu: uitstervende tijgers en walvissen, gaten in de ozonlaag of zure regen, olierampen, uitdijende woestijngebieden en ontbossing. Maar die berichten betroffen concrete, beperkte en vaak verafgelegen ellende. Problemen kunnen opgelost worden: een expert analyseert wat fout loopt, bedenkt een oplossing, politici vaardigen de nodige maatregelen uit. Daarna kan iedereen verder. Intussen is het duidelijk dat die milieuproblemen met elkaar verband houden. Diersoorten sterven uit én de biodiversiteit is in gevaar; chemische stoffen vergiftigen lokale omgevingen én de CO2-uitstoot warmt de hele planeet op.


Netelige toestand

Klimaatverandering betekent dat crisissituaties geen aparte fenomenen zijn, zoals vroeger werd gedacht. Mensen zijn overal in een lastige, netelige toestand beland. In het Engels heet dat ‘predicament’. Voor de volgende generaties beïnvloeden milieuproblemen elk aspect van hun leven: voeding, huisvesting, werk, transport, energie, migratie, politiek. De vraag is alleen hoeveel erger de situatie zal worden. Maar dat een ingrijpende verandering plaatsvindt, staat wetenschappelijk vast.

Dit ‘predicament’ genereert een crisis van de tijd. En dat betekent niet alleen dat de tijd om te handelen beperkt is, en dat al heel veel tijd verloren is gegaan – politieke besluitvorming, ook internationaal, verloopt erg traag. Ik bedoel vooral dat de continuïteit tussen verleden, heden en toekomst niet meer vanzelfsprekend is.

Zelf behoor ik intussen tot de ietwat oudere generatie, zeker vanuit het perspectief van kinderen of jongeren. En ik wil even stilstaan bij deze veranderde tijdsdimensie, die de cultuur en de samenleving doordringt, maar vrijwel onopgemerkt blijft. Heel wat mensen willen niet over klimaatverandering horen: ze betwisten de realiteit ervan, minimaliseren het menselijke aandeel of de westerse verantwoordelijkheid. Maar daarover gaat dit kerstessay niet. Wel over de hypotheek die deze klimaatverandering op de toekomst legt. En over hoe belangrijk het is om verleden, heden en toekomst opnieuw met elkaar te verbinden.

Dit onzekere, heikele toekomstperspectief lijkt haaks te staan op de plaats die het kind in de cultuur inneemt. Zeker in vergelijking met vorige generaties is de zorgzaamheid voor de jongsten sterk toegenomen. Kinderarbeid werd verboden, kinderen kregen schoolplicht en onderwijs is in principe gratis. Kinderen zijn het onderwerp van meerdere wetenschappelijke disciplines: pedagogen buigen zich over hun prestaties vanaf de kleuterklas, een eigen rechtencommissaris bewaakt hun rechten. Kinderen kunnen in gespecialiseerde ziekenhuizen worden verzorgd en de risico’s dat ze in armoede opgroeien, worden apart berekend en ingeschat. Dat loopt niet altijd even goed, en de kinderarmoede blijft alarmerend (of hartverscheurend) hoog, maar toch is de bekommernis erom vrij recent.

Vanaf de christelijke periode doorheen de middeleeuwen was het leven van kinderen heel wat brozer. Velen stierven erg jong en wie overleefde, liep amper school. Kinderen werden veelal opgevoed of opgeleid om zo snel mogelijk, 7 of 8 jaar oud, in de voetsporen van de ouders te treden. Ze moesten meedraaien in de ateliers van ambachtslui of op het land zwoegen. Kinderen kregen, door de bank genomen, geen bijzondere aandacht – een kind was een onvolledige volwassene, een ‘non-perfectum’.


Ouders met een burn-out

Vanaf de moderniteit vond langzaamaan een omslag plaats. Langzaam, want in 1661 bedroeg de gemiddelde levensverwachting 25 jaar. Het kerkhof, noteerde de Franse historicus Pierre Goubert, lag in het centrum van het dorp, zoals de dood het centrum van het leven uitmaakte. Toch werd aan het kind-zijn meer aandacht besteed. onderzoekers bestudeerden hoe een kind kennis vergaarde, dachten na over emotioneel welzijn en sociale vaardigheden. De veranderende houding bleek ook uit het meer publieke verdriet dat ouders uitten als een kind overleed. In La révolution de l’amour. Pour une spiritualité laïque vermeldt de Franse filosoof Luc Ferry een brief van de radicale Verlichtingsdenker Denis Diderot uit 1762. Daarin beschrijft die zijn immense verdriet na de dood van zijn jonge dochter. Ouders treurden voordien natuurlijk ook bij het verlies van een kind – René Descartes rouwde een eeuw eerder heftig (maar discreet) om de dood van zijn dochtertje Francine. Hier valt echter op dat Diderot vermoedt dat zijn tijdgenoten zo’n publiek verdriet excessief vinden. Daarom onderstreept hij dat zijn rouw wel passend is voor dit bijzondere kind: door haar kwaliteiten en intelligentie was ze ver boven haar leeftijd verheven – ze was dus al volwassener dan haar jaren deden vermoeden.

De gevoeligheid voor kindersterfte in de publieke ruimte nam toe. Vandaag wordt openlijke rouw voor pasgeboren of ongeboren overleden kinderen als aanvaardbaar, gepast en normaal beschouwd.

Verder is de nadruk op het welzijn van kinderen zo groot geworden, dat heel wat ouders onverholen toegeven dat ze de opdracht te zwaar vinden. Wellicht vonden ouders opvoeden vroeger ook niet altijd makkelijk. Maar nu lees je regelmatig stukken over ouders met symptomen van burn-out. Deels komt dat, vermoed ik, doordat het ideaal leeft dat kinderen geen enkele vorm van verdriet, frustratie of teleurstelling zouden mogen ondervinden. De goede ouder kan het kind voor al het slechte behoeden, en al het beste in het kind naar boven brengen. Allerlei experts staan vertwijfelde ouders bij in hun verlangen hun kinderen zo veilig en optimaal mogelijk op te voeden. Voor ouders met een burn-out worden intussen therapieën ontwikkeld. De vraag is of die individueel gerichte aanpak niet de bredere vragen miskent: welke rolverdeling bestaat er tussen generaties? Wat betekent gezag? Op welke verhalen en ervaringen uit het verleden kunnen ouders terugvallen? Welk beeld van het kind en zijn ontwikkeling werkt zulke stress in de hand? En hoe bereid je een kind het beste voor op de toekomst?


Jongeren luiden de alarmbel

In het christendom neemt het kind een centrale plaats in, maar wel in een specifieke betekenis: God treedt door het kindje Jezus de wereld binnen. Die gedachte wordt verzinnebeeld doorheen de christelijke cultuur. In de schilderkunst, de architectuur, de beeldhouwkunst wordt Jezus afgebeeld op schoot bij zijn moeder, Maria.

De geboorte sluit aan bij een theologisch verhaal: God heeft zijn zoon geofferd om de mensen van hun zonden te verlossen, als ze zich voor de boodschap van Christus openstellen. Dit wordt ook krachtig verbeeld: Christus sterft aan het kruis, terwijl zijn moeder rouwt. De zoon heeft een dubbele gedaante – hij is mens én God. In de negentiende eeuw wordt deze gedaante aangegrepen om het ideaal van naastenliefde politiek en maatschappelijk te vertalen; als God zijn zoon heeft opgeofferd om de mens te redden, dan is de ware boodschap de liefde voor de mens, beweert de Duitse filosoof en theoloog Ludwig Feuerbach.

Maar de betekenis van het kind Jezus gaat natuurlijk niet over het kind op zich. De christelijke cultuur idealiseert het kind niet. Christus vervult zijn rol als verlosser pas wanneer hij een volwassen man is. Als kind verbaast hij de Schriftgeleerden wel, maar zijn boodschap vertolkt hij pas veel later. Paulus laat hierover geen twijfel: ‘Toen ik een kind was, sprak ik als een kind, voelde ik als een kind, overlegde ik als een kind. Nu ik een man ben geworden, heb ik afgelegd wat kinderlijk was’ (1, Cor. 13:11). Moreel gezien vindt het kind niet méér genade; het is evenzeer met de erfzonde beladen als de volwassene. Het is dus niet onschuldig (Genesis 8:21).

Kinderen vervullen wel een bepaalde rol. Ze zijn een instrument van God, een manier om zijn boodschap duidelijk te maken. God wil bijvoorbeeld dat mensen de aarde als rentmeesters bewonen. Daartoe geeft hij het leven aan kinderen, die een goddelijke zegen zijn (Genesis 4:1). Onder meer hieruit vloeit de kerkelijke afkeer van geboortebeperking en abortus voort, maar dat is een ander verhaal.

Nu blijft de vraag hoe centraal het welzijn van kinderen op langere termijn echt staat. De levensverwachting is ontegensprekelijk gestegen en het leven is heel wat minder fragiel dan twee eeuwen geleden. Het kerkhof ligt al lang niet meer in het centrum van het dorp. En toch. Kunnen kinderen erop rekenen dat volwassenen de wereld ongeschonden en veilig willen doorgeven? Er bestaat een ‘intergenerationele solidariteit’; die term slaat op de sociale bijdragen die jongeren leveren om de noden van ouderen te lenigen, bijvoorbeeld door de sociale zekerheid te financieren. Die solidariteit is natuurlijk nodig. De vraag is alleen of intergenerationele verplichtingen niet complexer zijn geworden.

Wat de toekomst betreft, hebben jongeren zelf aan de alarmbel getrokken. Klimaatjongeren hebben betoogd en gestaakt. Hun acties kregen veel steun, maar ook veel kritiek. De jonge Zweedse Greta Thunberg incarneert de jeugdige revolte. Voor de ene is zij de stem van de rede, die politici, leiders en burgers aanmaant wetenschappelijke voorspellingen ernstig te nemen. Bij de ander wekt ze vooral ergernis op. Ook mensen die ik doorgaans open, kritisch en geëngageerd vind, kijken bedenkelijk als ze haar naam horen. Dat is een interessant fenomeen.

Stem in het kapittel


Deels speelt mee, vermoed ik, dat ouderen tegenwoordig ook weinig respect genieten, terwijl zij wel naar volwassenen moesten luisteren toen ze jong waren. Nu willen zij de vruchten van hun verworven positie plukken, maar hun autoriteit wordt driest verworpen. Thunberg roept ook nog eens op tot schoolstakingen. Daarmee raakt ze aan de kern van de verschillen tussen generaties. In het traditionele onderwijs is de oudere aan het woord en luisteren de kinderen. Een kind is iemand die zijn opleiding nog niet heeft voltooid. En die krijgt geen stem in het kapittel. Zo staat het in De Staat van Plato. Zo voelen velen het. Een schoolstaking wekt een dubbele irritatie op: Thunberg spreekt voor haar beurt en ze ondermijnt de scholing van anderen. Dat doet ze in een samenleving waarin diploma’s als een must worden gezien.

De Franse filosoof Bruno Latour noemt Thunberg een profeet; iemand die weet dat er niet aan een toekomstig oordeel te ontsnappen valt. De profeet maant tijdgenoten aan het leven anders te organiseren. De profeet staat tegenover de mensen die hopen op verlossing in de toekomst, zonder dat ze iets aan hun huidige levensstijl hoeven te veranderen. Die mensen rekenen op technologische vernieuwingen om de schade van het huidige economische en maatschappelijke model op te lossen.

Maar kan een kind, of een adolescente, de rol van een profeet – op deze manier ingevuld – dragen? Ligt de verantwoordelijkheid van de zorg voor de wereld niet bij volwassenen? En gebeurt hier geen omkering van de taak die generaties op zich moeten nemen? De vraag stellen is ze beantwoorden. Generatieconflicten zijn zo oud als de mensheid. Plato beschreef ze al. Maar er is iets nieuws: een ontgoocheling, een gevoel van verlatenheid, zelfs een woede bij jongeren over de lastige erfenis die ze niet kunnen weigeren. Heel wat ouderen voelen dan weer onbegrip, een gebrek aan respect, en zelfs ondankbaarheid over de vooruitgang die zij in hun leven hebben verwezenlijkt. Wat betekenen gezag, erfenissen en de zorg voor de wereld? Dat zijn de thema’s die ik in de volgende afleveringen van het kerstessay zal bespreken.


DS 24-12-2021 (Tinneke Beeckman)


Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 15:25.

Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.