Nieuwe eindtermen: de haiku als leerdoel
Nieuwe eindtermen: de haiku als leerdoel
De lijst van zaken die leraars moeten realiseren, is intimiderend en ontmoedigend, stelt John Vervoort vast. Om leerlingen én leraars te motiveren moeten de doelen helderder en haalbaarder zijn. De Raad van State heeft twijfels bij de nieuwe eindtermen voor de tweede en derde graad in het secundair onderwijs (DS 21 november). Hij vreest dat die eindtermen en onderwijsdoelen weinig ruimte laten om ‘het eigen pedagogische project’ van de diverse koepels en onderwijsverstrekkers te verwezenlijken. Maar er is meer aan de hand: ook een transparante visie ontbreekt. Ik heb het document over de vernieuwde eindtermen voor het zesde jaar proberen te lezen. Dat was geen makkie. Als leraar Nederlands in de derde graad, probeer ik mijn leerlingen onder meer aan te leren dat ze zo helder mogelijk, eenduidig en transparant moeten formuleren. Alleen al het inleidende document bij de nieuwe algemene leerdoelen herschrijven, zou een mooie oefening zijn. Kunt u deze zin die op de eerste bladzijde prijkt even dissecteren? ‘Dit decreet omvat onderwijsdoelen voor de tweede graad en, met uitzondering van het derde leerjaar, voor de derde graad van het voltijds gewoon secundair onderwijs en opleidingsvorm 4 van het buitengewoon onderwijs, voor zover het eindtermen tweede en derde graad en specifieke eindtermen derde graad betreft.’ Cliffhanger Even later gaat het onder meer over ‘transversale eindtermen, attitudinale eindtermen en attitudinale specifieke eindtermen’ en lees ik over de ‘eventuele affectieve dimensie van onderwijsdoelen die na te streven is’, ‘sleutelcompetenties’, ‘doorstroomfinaliteit’, ‘arbeidsmarktfinaliteit’, ‘innovatiedenken’ en ‘populatieniveau’. Ik heb niet eens twee bladzijden gelezen en ik heb al zin om af te haken. Enigszins ontmoedigd scrol ik naar het hoofdstuk ‘Competenties in het Nederlands’, het deel dat mij vooral aanbelangt. Het zijn elf pagina’s waarin mij verteld wordt wat ik allemaal moet of zou moeten realiseren. Dat gaat van conceptuele kennis (‘Relatie tussen taal en identiteit’, ‘Taal als factor van exclusie en inclusie’) over procedurele kennis (‘Leggen van verbanden tussen vormen van taalvariatie enerzijds en identiteitsvorming en sociale omgang anderzijds’) tot metacognitieve kennis (Relatie tussen eigen taal(gebruik) en identiteit’). Het valt me op dat het woord ‘identiteit’ opvallend vaak in de tekst voorkomt. Even later volgen opsommingen van werkwoordstijden, woordsoorten, betekenisrelaties, tekststructuren, tekstverbanden, taalhandelingen en wat dies meer zij. In het luik literatuur wordt mij (aan)bevolen dat ik mijn leerlingen onder meer begrippen zoals protagonist/antagonist, haiku, cliffhanger, flat character of enjambement moet aanbrengen, en hen moet aanreiken hoe ‘literatuur denkkaders in vraag stelt’. Dichtgetimmerde deur In het document waarin de specifieke eindtermen (goed voor 230 bladzijden!) worden opgesomd, gaan er tien over moderne talen en Nederlands. Ik bespaar u wat een leraar Nederlands die maximaal vier uur per week tot zijn beschikking heeft, moet realiseren rond lezen, schrijven, luisteren en spreken. En daarbij ook nog moet analyseren ‘hoe literatuur en de plaats die ze inneemt in de maatschappij evolueren in de tijd’. Hoera, zelfs de term ‘intertekstualiteit’ duikt op. Ik hoor Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) zeggen dat de onderwijskwaliteit daalt en dat de lat hoger moet. Wat hij en zijn gezelschap van onderwijsexperts vooral doen, is de deur dichttimmeren, zodat niemand nog de klas binnen of buiten kan. Deze haast ondoorgrondelijke lijst van zaken die leraars (Nederlands) moeten realiseren zou stimulerend moeten zijn, maar is vooral intimiderend en ontmoedigend. Met de uren die ik heb, vraag ik mij oprecht af hoe ik één vijfde van wat hier staat, gerealiseerd krijg. Een fatsoenlijke spreekoefening (met inbegrip van uitleg, sturing, invulling en evaluatie) in klassen van respectievelijk 22, 23, tweemaal 25 en 26 leerlingen duurt minstens acht tot tien lesuren. Goed dat ik dat doe, maar dan kan ik veel andere dingen (Wat is een haiku? Wie kan hier de cliffhanger uit het filmfragment halen? Weet iemand wat een diakritisch teken is?) niet aanreiken. Word ik daar dan voor berispt als ik dat niet doe? Goed voor de ‘rotte appel’ De mensen op de werkvloer zijn niet geholpen met een ondoorzichtige lijst leerdoelen. Die zouden helderder en transparanter omschreven kunnen worden. Graag wil ik nadenken over duidelijke en vooral haalbare doelen die leraars en leerlingen niet verlammen maar motiveren en stimuleren. Het overgrote deel van de leraars weet perfect hoe ze zinvolle leerstof boeiend kunnen aanreiken. Ze hebben ervoor gestudeerd en proberen dat elke dag in de klas te realiseren. Geef ze dus een handzaam document waarin duidelijk staat wat verwacht wordt binnen de marges van wat mogelijk is. Dat heeft niks met nivellering of gemakzucht te maken, maar met ondersteuning, begrip en waardering. Weet u wie gebaat is bij deze uitzichtloze lijst, denkt mijn cynische ik nu even? De ‘rotte appel’, die er volgens Weyts uit moet, en die volledig zijn zin doet. Altijd zal hij wel een paar dure woorden kunnen aanhalen waarom hij net dit literaire fragment leest dat hij al dertig jaar gebruikt, deze schrijfoefening opdiept die al een eeuw meegaat of deze aftandse spreekopdracht voorkauwt die hij ooit tijdens een stage bedacht. Daardoor is dit document, waar zoveel tijd en energie in gestoken is, haast per definitie overbodig. Alles staat erin, dus niks staat erin. Zo daag je niet uit en leg je de lat niet hoger, maar kweek je apathie en willekeur. Wie bezorgd is voor de onderwijskwaliteit, maakt dat leraars en leerlingen elkaar in de meest optimale omstandigheden kunnen ontmoeten. Dus in hanteerbare klassen, met aandacht voor ieders persoonlijkheid, omkaderd door directies en ondersteuners die hun leraren bijstaan en zelfs dragen. Alleen op die manier zullen zij de generaties van morgen kunnen motiveren en uitdagen om hoger te mikken dan het gemakkelijke zesje. Samengevat: Leraar onderwijst/met passie en empathie/naar helder inzicht (haiku). John Vervoort, leraar Nederlands in de derde graad aso. Literair criticus voor De Standaard der Letteren en Het Nieuwsblad. DS, 24-11-2020 |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 20:25. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.