Dure truitjes, goedkoop gemaakt
1 Attachment(en)
Dure truitjes, goedkoop gemaakt
Nike en Adidas hebben almaar meer geld veil voor sportsterren en aandeelhouders, maar een leefloon voor alle arbeid(st)ers kan er nog steeds niet af. Op het WK voetbal spelen China, Vietnam, Cambodja en Indonesië niet mee, maar toch zullen deze landen alomtegenwoordig zijn. Wie bijvoorbeeld het WK-truitje van de Rode Duivels draagt, heeft ‘Made in Vietnam’ in de nek staan. Van de bijna 90 euro die u voor zo’n shirt neertelt, gaat gemiddeld nog geen euro naar de persoon – wellicht een vrouw – die het maakte. Dat staat in een rapport van de Franse organisatie Collectif ethique sur l’étiquette en de internationale Schone Kleren Campagne. Hun opmerkelijkste vaststelling: hadden Nike en Adidas ‘slechts’ evenveel uitgegeven aan sponsorcontracten of aan dividenden als in 2012, dan bleef er ruim genoeg geld over om alle werknemers in de belangrijkste productielanden een leefloon te garanderen. Zo betaalde Nike in 2017 twee miljard euro meer dividenden uit dan vijf jaar eerder, terwijl 500 miljoen euro zou volstaan voor de leeflonen. Maar het businessmodel van de grootste merken laat die logica niet toe: er zijn almaar grotere bedragen nodig om de grootste sterren en de aandeelhouders te strikken. Dat opbod kent zijn hoogtepunt in aanloop naar het WK. Zo krijgt huidig wereldkampioen Duitsland een recordbedrag van 65 miljoen euro per jaar om Adidas te dragen. Dat gaat gepaard met een race naar de bodem: de productie wordt verlegd van China – waar de lonen stijgen – naar vooral Vietnam, Cambodja en Indonesië, landen waar de werknemers minder betaald worden en minder bescherming genieten. ‘Op zich doen Nike en Adidas het niet slechter dan ketens als H&M, maar de sportmerken vallen op omdat ze zoveel meer uitgeven aan sponsoring en marketing’, zegt Sara Ceustermans van de Belgische Schone Kleren Campagne. ‘Nike en Adidas zijn ook wel vrij transparant (beide lijsten hun fabrieken op, red.), maar het is niet omdat ze bij elke leverancier een sociale audit laten doorvoeren, dat alles in orde is. Die audits zijn van wisselende kwaliteit.’ Belangrijk exportproduct ‘In Indonesië zijn er sinds kort minimumlonen afgesproken, maar dat zijn nog geen leeflonen’, zegt Raja Siregar van de Indonesische vakbond Garteks, die momenteel in ons land is. Indonesische kledingarbeiders verdienen 82 tot 200 euro per maand, terwijl minstens 363 euro nodig is om te leven. ‘Toch zijn er toeleveranciers van Nike en Adidas die niet eens het geld hebben voor de minimumlonen. Wij vinden dat de merken voldoende budget moeten garanderen voor een leefloon’, aldus de vakbondsman. Hoewel de jobs vaak onderbetaald zijn, willen de productielanden niet dat de kledingmerken vertrekken. ‘Voor een aantal van die landen is kleding het belangrijkste exportproduct’, zegt Ceustermans. ‘Door de automatisering van de productie worden heel wat jobs bedreigd.’ ‘We zijn niet tegen vooruitgang’, stelt Raja Siregar. ‘De automatisering kan de productie opdrijven, en hoeft niet ten koste te gaan van de werknemers. We willen daar graag over praten. Maar dan moeten Nike en Adidas rechtstreeks met de fabrieken communiceren, in plaats van alles vanop afstand te managen.’ DS, 11-06-2018 (Lotte Alsteens) |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 20:00. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.