Je bent gynaecoloog en je werkt in een tuincentrum
Slechts de helft van de gynaecologen die de komende vijf jaar afstuderen, zal direct een job vinden. Ook andere specialisten vinden geen werk, nu universiteiten te veel mensen toelaten tot opleidingen en ziekenhuizen meer samenwerken.
“Toen ik deze specialisatie koos, had ik een vaag besef van krapte op de jobmarkt”, zegt Elise (26)*. Ze zit nu in haar tweede jaar gynaecologie. “Nu er concrete cijfers op geplakt zijn, komt het bij mij en mijn medestudenten harder binnen. Zullen we na twaalf jaar studeren en stage lopen werkloos blijken?” De cijfers komen van gynaecoloog Toenga De Vos en assistent gynaecologie Bart Vergauwe. Die onderzochten in opdracht van Johan Van Wiemeersch, vice-voorzitter van de Vlaamse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (VVOG), hoe groot de mismatch is. Ze zien dat terwijl momenteel 187 Vlaamse assistenten de opleiding gynaecologie volgen er voor de komende vijf jaar maar 91 vacatures zijn. Ook nu al zijn er specialisten die worstelen en dat zijn niet alleen gynaecologen. “Nierartsen, vasculair en abdominaal chirurgen en radiologen zitten eveneens in de gevarenzone”, zegt Pascal Selleslagh, hoofdredacteur van het blad De Specialist. “Wij hebben weet van chirurgen die dan maar in de reissector en in een tuincentrum aan de slag gingen.” Verloren generatie Radiotherapeut Wouter * liep er ook tegenaan: “Ik kan wel wat incasseren, maar op een bepaald moment is het genoeg. Sommigen uit mijn brede kennissenkring gingen er zelfs onderdoor”, getuigt hij in De Specialist. Wouter had na zijn studie uitzicht op werk maar uiteindelijk was er toch te weinig plaats. “Gelukkig legde mijn omgeving geen extra druk en besefte mijn vrouw dat het lastig was. Ik schakelde over naar een andere tak in de geneeskunde en dat bevalt. Maar ik denk dat het voor velen die in opleiding zijn, moeilijk wordt. Een generatie dreigt verloren te gaan.” Er zijn een resem oorzaken. Een belangrijke heeft te maken met de tijdsgeest. “In de jaren 70, 80 en 90 werkten gynaecologen zo’n honderd uur per week”, zegt professor Steven Weyers, diensthoofd van de Vrouwenkliniek aan het UZ Gent. “Vandaag werken ze zo’n vijftig uur. De laatste jaren is een gynaecoloog dus telkens vervangen door twee collega’s. Maar dat proces is afgerond. Door aan dit tempo studenten te blijven toelaten tot de opleidingen, ontstaan overschotten.” Daarnaast speelt mee dat de quota voor specialisten die de federale planningscommissie oplegt te vrijblijvend zijn. “Al te vaak schuiven faculteiten ermee”, zegt Weyers. “Als er bijvoorbeeld minder kinderpsychiaters in spe zijn dan het quotum geven ze die lege plaatsen aan gynaecologen." Nog een reden: Minister van Volksgezondheid Maggie De Block (Open Vld) die ziekenhuizen aanzet om in netwerken samen te werken. Daardoor zijn ze geneigd minder vacatures uit te schrijven. Bovendien stimuleert De Block dat huisartsen vaker de pil en menopauzebehandelingen voorschrijven en dat vroedvrouwen vaker verloskunde gaan doen. In onder meer de radiologie zijn het artificiële intelligentie en ingenieurs die de jobinhoud uithollen. Piet Hoebeke, decaan van de faculteit geneeskunde van de Universiteit Gent, benadrukt nog twee pijnpunten. “Er zijn federale en regionale quota en dat is een versnipperd kluwen. Bovendien zijn assistenten deel van de workforce in universitaire ziekenhuizen en die willen hun aantal niet zomaar reduceren, al is er voor hen geen vast werk.” Wat nu? “Dat meer specialisten grijpen naar deeltijds werken zal zeer wellicht wat ademruimte bieden”, zegt Weyers. Maar er moeten vanuit overheden, universiteiten en ziekenhuizen vooral structurele oplossingen komen. “De federale planningscommissie adviseert dat er vanaf 2023 in Vlaanderen negentien en in Wallonië veertien gynaecologen per jaar afstuderen”, zegt Van Wiemeersch. “Dat is drie keer minder dan het aantal studenten. Het kan moreel niet dat we iemand die zo lang studeert in de werkloosheid doen vallen en het kost de maatschappij een smak geld.” Volgens Weyers moeten universiteiten vooral de quota strikter opvolgen. “Ofwel komen ze overeen dat ze niet meer schuiven met lege zitjes, of moeten overheden daar meer op toezien. Dat systeem moet preciezer en strakker. Nu hebben we te weinig huisartsen en geriaters en te veel gynaecologen en chirurgen. En geloof me, en cours de route omschakelen is echt geen evidentie.” In een reactie laat het kabinet van Vlaams minister van Volksgezondheid Jo Vandeurzen (CD&V) weten dat het werkt aan een deel van de oplossing. "Vlaanderen kan eventueel maxima en minima opleggen per specialisme en we werken nu aan beleid om dat uit te werken." bron: de morgen 22.05.18 https://www.demorgen.be/binnenland/...ntrum-be4e2c01/ eigen mening: Door het lezen van dit artikel, vind ik twee dingen zeer jammer. Allereerst vind ik het jammer dat men personeel tussen ziekenhuizen gaat schuiven, zeker als het gaat over een beroep als gynaecoloog. Als ik morgen moet bevallen, heb ik dan pech als mijn gynaecoloog zich in een ander ziekenhuis bevind. Waarom kunnen gynaecologen geen vaste verblijfplaats behouden, zodat ze zeker paraat staan als ze nodig zijn? Aan de andere kant vind ik het jammer dat studenten gynaecologie pas na enkele jaren leren, beseffen dat ze mogelijk geen job zullen vinden in hun studievak. De cijfers voor werkeloosheid zouden naast het inschrijvingsformulier van de student moeten liggen, zodat ze goed weten waar ze zich voor inschrijven. Hetzelfde merk ik nu bij mijn opleiding van leraar. Een bepaalde vakkencombinatie gaan studeren zorgt voor een hoger risico om later niet in het onderwijs aan de slag te kunnen. Hier wordt bij het informeren naar de richting helaas weinig over gezegd. |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 21:15. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.