Amper één op de vier publieke laadpalen voor elektrische auto's gerealiseerd: "Zo kom
 

Nog maar een kwart van de geplande laadpunten voor elektrische auto's is gerealiseerd. De deadline tegen 2020 wordt krap. "Aan dit tempo komen we er niet", waarschuwt Joris Vandebroucke (sp.a).

Twee jaar geleden legde de Vlaamse overheid zichzelf de doelstelling op om tegen 2020 7.400 laadpunten voor elektrische wagens te hebben. Netbeheerders Eandis en Infrax moeten er daarvan 5.000 plaatsen. Het gaat om publieke laadpalen die bovenop de private laadpunten van bedrijven zoals Tesla komen. Ze moeten de bestuurder geruststellen dat de wagen nooit zonder stroom valt.

Op dit moment heeft Vlaanderen 1.726 publieke laadpunten. Daarvan werden er 930 geplaatst door Eandis en Infrax. Met andere woorden: de komende twee jaar moeten er nog 5.674 laadpunten bijkomen. Dat blijkt uit cijfers die sp.a-parlementslid Joris Vandenbroucke opvroeg bij minister van Energie Bart Tommelein (Open Vld). "Aan dit tempo geraken we er duidelijk niet", zegt Vandenbroucke.

Tommelein meent de doelstelling toch nog te kunnen halen. "De laadpalen die we vorig jaar hadden gepland, zijn bijna allemaal geplaatst", zegt hij. Dat tankstations langs autosnelwegen volop uitpakken met snelladers, werkt de energiezekerheid mee in de hand. "Als alles goed gaat, hebben we straks genoeg laders voor 10 procent van de elektrische auto's. Dat is de algemene richtlijn."

Niet zo schitterend

Toch is nu al duidelijk dat een andere doelstelling zeker niet wordt gehaald. Zo wil de Vlaamse regering dat er binnen twee jaar 60.000 elektrische auto's over de Vlaamse wegen rijden. Volgens de laatste cijfers van automobielfederatie Febiac zijn er dat nu 6.820. Ook de ambitie dat 7,5 procent van nieuwe ingeschreven auto's elektrisch moet zijn, is nog veraf. Op dit moment zitten we aan 0,6 procent.

"Volledig elektrische wagens doen het inderdaad niet zo schitterend", erkent Tommelein. "Dat komt vooral omdat ze nog te duur zijn en omdat de consument nog te weinig keuze heeft. Maar veel fabrikanten komen aan met nieuwe modellen. Dat zal vooral in 2019 en 2020 gebeuren. Zo gaat Volvo vanaf volgend jaar enkel nog hybride of elektrische modellen maken."

Voordeel is dat hybride wagens, die gedeeltelijk elektrisch rijden, het wel goed doen in Vlaanderen. "Je ziet dat mensen wel willen, maar nog niet helemaal de sprong wagen", zegt Tommelein. "Maar de omslag is bezig. Het komt er op aan om mensen over de schrik heen te helpen dat ze kunnen stilvallen omdat ze geen laadpaal vinden."

E-premie

Vandenbroucke bekijkt het kritischer. Zolang de prijskloof tussen een elektrische en een niet-elektrische auto zo groot blijft, komen we volgens hem niet vooruit. Daarom pleit hij voor een hervorming van de E-premie die Vlaanderen geeft voor de aankoop van een elektrische wagen. Die premie kan oplopen tot 4.000 euro, maar vorig jaar werd amper een vijfde van de voorziene subsidiepot uitgedeeld.

"Het probleem is dat er geen rem staat op de prijs. Wie een Tesla koopt van 90.000 euro krijgt een premie van 2.000 euro. Dat is fijn zakgeld, maar meer niet", zegt de sp.a'er. "Tegelijk is de prijskloof in het meer bescheiden segment te groot. Daarom geven we beter geen premies meer voor auto's boven de 41.000 euro. In ruil kunnen we aan de anderen een hogere premie uitdelen."

bron: de morgen 27.03.18 https://www.demorgen.be/binnenland/...-niet-b931f32d/

eigen mening: Zonder stimulatie zullen de meeste mensen niet overschakelen op een volledige elektrische wagen, tot ze niet meer op benzine kunnen rijden. Overschakelen naar het onbekende is zeer moeilijk. Zeker als je weet dat er nog niet veel oplaadpalen zijn in het land, waardoor de kans om zonder stroom te vallen redelijk groot lijkt. Ik vind dat er meer reclame gemaakt moet worden voor hybride en elektrische wagens, de doelen voor de oplaadpalen bereikt moeten worden, en dat de E-premie vooral gaat naar de gewone mens. Iemand die een Tesla koopt, heeft zeker geen premie nodig. Geef liever de gewone mens die een centje meer wil geven voor het milieu een beloning.