‘Photoshop maakt de wetenschap kapot’
Niets frustrerender voor een onderzoeker dan een experiment dat niet het verhoopte resultaat oplevert. Al valt dat met een beetje photoshoppen van de laboratoriumbeelden soms te verhelpen. Klokkenluider Claire Francis wil komaf maken met die beeldmanipulatie.
‘Kijk goed naar de afbeeldingen. Die tonen wat een onderzoek waard is.’ Het is een advies dat Claire Francis aan iedere wetenschapper geeft. Zeker in tijden van Photoshop. Het beeldverwerkingsprogramma is erg geschikt om foto’s klaar te maken voor publicatie in een vaktijdschrift. Maar academici gebruiken het ook wel eens om de waarheid naar hun hand te zetten. Om de resultaten van experimenten mooier voor te stellen dan ze in werkelijkheid zijn. ‘Toen een vriend op vijftigjarige leeftijd kanker kreeg, heb ik de wetenschappelijke literatuur rond de ziekte aandachtig bestudeerd. Ik wilde hem ervan overtuigen dat hij het advies van zijn arts moest volgen en dat de bijwerkingen minder erg zijn dan vroeger’, zegt Francis. ‘Maar toen viel me op dat er met veel papers iets niet klopte. Ik zag dat dezelfde tekstfragmenten in meerdere papers opdoken en dat afbeeldingen onterecht werden hergebruikt. Dat kan natuurlijk niet kloppen. In de meeste gevallen zal zo’n fraude patiënten waarschijnlijk niet onmiddellijk schaden. Maar de vooruitgang in de wetenschap wordt zo wel vertraagd.’ ‘Legendarisch en verafschuwd’ Vandaag, jaren later, jaagt Claire Francis als een bezetene op papers met gemanipuleerde beelden om ze aan te geven bij vaktijdschriften en universiteiten. Naar eigen zeggen heeft Francis al enkele honderden terugtrekkingen van publicaties bewerkstelligd. ‘Claire Francis’ is een pseudoniem, waarachter een ervaren wetenschapper schuilt. De Standaard ontmoette Francis onder de voorwaarde haar identiteit en geslacht niet te onthullen. Voor de leesbaarheid zal er in dit artikel van ‘haar’ gesproken worden. Elke dag scant Francis minstens een uur wetenschappelijke publicaties op gemanipuleerde beelden. Als een paper opvallende afbeeldingen bevat, bekijkt ze ook andere papers van dezelfde auteurs om na te gaan of er meer aan de hand is. ‘Een uit de hand gelopen hobby’, aldus Francis. In academische kringen wordt de anonieme klokkenluider gevreesd en door sommigen ook gehaat. The New York Times omschrijft haar als ‘legendarisch en verafschuwd’. Een enkele verdachtmaking kan wantrouwen opwekken bij collega’s en blijft vorsers vaak jarenlang achtervolgen, ook als blijkt dat er niets mis was met de wetenschappelijke publicaties of dat het om een onopzettelijke fout ging. Een effectieve terugtrekking van een paper (in het vakjargon ‘retraction’) wegens beeldmanipulatie is een publieke blaam. Een blog als ‘Retraction Watch’ bericht er uitgebreid over. Dat maakt het moeilijker voor die academici om in de toekomst nog onderzoeksfondsen binnen te halen. Enkele jaren geleden liep bijvoorbeeld een kankeronderzoeker een benoeming aan een Amerikaanse universiteit mis, nadat problematische afbeeldingen uit zijn papers op een open online platform waren besproken, onder anderen door Claire Francis. Er dreigt ook veel nevenschade. Andere academici bouwen in eigen onderzoek voort op wat collega’s eerder al bewezen hebben. Eén onstabiele fundering kan het hele huis doen instorten. Onopzettelijk? Toen ze aan de KU Leuven in mei vorig jaar een mail van Claire Francis ontvingen, wisten ze meteen hoe laat het was. Volgens Francis zijn er problemen met een twintigtal papers die telkens minstens één Leuvense medeauteur hebben. De Commissie Wetenschappelijke Integriteit startte een onderzoek dat nog niet is afgerond, maar wel in een finale fase zit. Drie Leuvense professoren zijn medeauteur van meerdere papers. Hun namen worden hier niet genoemd omdat nog onduidelijk is welke rol ze gespeeld hebben bij de bewerking van de beelden en of ze zich bij de publicatie ervan bewust waren dat er iets niet klopt. Zo zijn er enkele papers met problematische afbeeldingen die in samenwerking met buitenlandse onderzoeksgroepen tot stand kwamen. Aan De Standaard zeggen enkele vorsers die niet (meer) in Leuven werken dat er fouten zijn gebeurd bij de bewerking van de afbeeldingen, maar dat het niet om opzettelijke manipulatie zou gaan. Dat er in sommige andere papers wél sprake is van ernstige problemen, is evenwel duidelijk. Twee papers uit de reeks die Francis aan de KU Leuven heeft gemeld, zijn officieel teruggetrokken en één paper werd gecorrigeerd met nieuwe beelden. In de twee teruggetrokken papers is er duidelijk gesjoemeld aan foto’s van zogenaamde ‘western blots’. Dat is een veelgebruikte techniek uit de moleculaire biologie. Op een plaatje met gel wordt zichtbaar gemaakt welke eiwitten aanwezig zijn in een stuk weefsel of een cel. Als er op bepaalde plaatsen op het gelplaatje een streep te zien is, wijst dat op de aanwezigheid van een specifiek eiwit. Dat geeft uitsluitsel over de werking van de genen in die cel. Op die manier levert de ‘western blot’ bewijs of een experiment geslaagd is en of een bepaalde hypothese van de onderzoekers over de genen bewezen is, bijvoorbeeld over welke rol ze bij een ziekte spelen. In de teruggetrokken publicaties lijken sommige strepen, die nooit helemaal recht zijn, qua vorm té hard op elkaar. Ze moeten in een beeldbewerkingsprogramma geknipt en geplakt zijn. In één geval zou een postdoctorale onderzoeker de beelden op eigen houtje hebben vervalst. Hij geeft toe willekeurige data gebruikt te hebben om de afbeelding te maken. De onderzoeker is al enkele jaren niet meer werkzaam aan de KU Leuven. Het lijkt erop dat er nog publicaties zullen worden teruggetrokken of gecorrigeerd. Zeven andere papers uit de lijst die de KU Leuven onderzoekt, ogen verdacht. Met de overige tien aangegeven papers is er ofwel niets mis ofwel voldeden ze op het moment van de publicatie aan alle normen, die intussen wel strenger geworden zijn. Tot die conclusies komt Elisabeth Bik, een Nederlandse onderzoekster die voor een Amerikaans biotechbedrijf werkt. Toen ze aan de Stanford School of Medicine werkte, screende ze samen met twee hoofdredacteurs van vaktijdschriften in de microbiologie duizenden papers op beeldmanipulatie. Net als Claire Francis jaagt Bik op vervalste papers. Aangiftes doet ze wel steeds onder haar echte naam. Op vraag van De Standaard nam Bik de Leuvense papers onder de loep die Claire Francis problematisch noemt. Een van de papers waarmee volgens Bik iets niet klopt maar die (nog) niet teruggetrokken is, dateert van 2001. Op enkele ‘western blots’ komen bepaalde strepen meermaals terug. Ze zijn weliswaar gespiegeld. ‘Zoiets gebeurt niet vanzelf en gaat verder dan een ongelukkige verwisseling van beeldbestanden op de computer’, zegt Bik. ‘Als lezer van de paper krijg je de indruk dat de afbeelding tot stand is gekomen door één foto van een “western blot” te nemen, terwijl andere delen achteraf moeten zijn ingevoegd.’ ‘Als je erop begint te letten, vallen gemanipuleerde beelden gemakkelijk op’, aldus Bik. Eerlijke fouten Jaarlijks zouden er duizenden papers verschijnen met afbeeldingen die voor discussie vatbaar zijn. Ongeveer één op de 25 artikels uit de biomedische wetenschappen bevat beelden die niet kloppen. Dat toonden Bik en haar medeauteurs aan door meer dan 20.000 papers te analyseren die verschenen zijn tussen 1995 en 2014. Deels gaat het hoogstwaarschijnlijk om ongelukkige verwisselingen van computerbestanden van afbeeldingen (‘eerlijke fouten’), soms ook om ernstige manipulatie met gedraaide en gespiegelde beelden, waarvoor opzet nodig is. Beeldmanipulatie in de wetenschap komt pas sinds de jaren 2000 courant voor. Dat heeft er volgens Bik alles mee te maken dat foto’s tegenwoordig digitaal genomen worden en iedereen daartoe in staat is. Bik: ‘Vroeger moesten we met een “western blot” naar een professionele fotograaf trekken. Als wetenschapper kon je de beelden niet op je eigen computer bewerken. Het vaktijdschrift kreeg de originele foto’s op fotopapier.’ De manipulatie vloeit volgens Bik voort uit een frustratie dat een proef niet lukt. ‘Helaas gedragen eiwitten en cellen zich niet altijd hetzelfde. De ene dag doen ze wel wat je verwacht, de andere dag weer niet. Als je er als wetenschapper wel van overtuigd bent dat je hypothese klopt, maar het experiment niet wil slagen, is het verleidelijk om met foto’s van “western blots” te sjoemelen.’ ‘De druk om te publiceren is vandaag ook groter dan vroeger. Vroeger moest een onderzoeksgroep één paper per jaar publiceren, nu zijn het er vijf of tien. Het kan en moet vandaag allemaal sneller. Als je een mooie paper hebt, kijken collega’s naar je op. Na een tijdje ontstaat de druk om weer mooie resultaten te hebben en een publicatie in een belangrijk vaktijdschrift. De cultuur in onderzoeksgroepen en instellingen speelt dus een belangrijke rol.’ Volgens Claire Francis is een deel van het probleem te wijten aan hoe wetenschappers naar hun experimenten kijken. ‘Vorsers zijn niet altijd bereid open te staan voor wat de experimenten hen vertellen. Nee, hun experimenten moeten en zullen in hun theorie passen. Met Photoshop kunnen ze beelden aanpassen om de theorie te doen kloppen. Photoshop heeft de wetenschap in die zin beschadigd.’ Dat toontje De mails van Claire Francis aan universiteiten en uitgevers van vaktijdschriften zijn beroemd en berucht. De voorbije jaren hebben hoofdredacteurs meermaals hun beklag gedaan over die mails, onder meer in een artikel dat in The Scientist is verschenen. Ze zeggen dat ze soms veel tijd steken in het uitpluizen van papers die zogezegd gemanipuleerde afbeeldingen bevatten, hoewel uiteindelijk zou blijken dat die helemaal in orde zijn. Ook op de lijst die Francis naar Leuven heeft gestuurd, staan er volgens Elisabeth Bik papers waarmee er niets scheelt. Bij enkele papers is er ook sprake van een specifieke beeldbewerking die op het moment van de publicatie nog wél toegelaten was, maar vandaag vermeden moet worden. En dan is er de toon van de mails die Claire Francis schrijft. ‘Ik heb u meermaals gewaarschuwd over de problematische data van X’, schreef Francis vorig jaar naar een Leuvense professor. ‘U hebt ervoor gekozen om dat te negeren. Ik denk niet dat u onervaren bent, maar u negeert opzettelijk belangrijke zaken.’ Ivan Oransky begrijpt wel waarom Claire Francis soms brutaal communiceert. Oransky is medeoprichter van de blog Retraction Watch en heeft in die functie al vaak te maken gehad met Claire Francis. ‘Het is frustrerend als je iets aanklaagt en er uiteindelijk niets mee gebeurt. Daar word je nu eenmaal kwaad van. Er zijn effectief academische instellingen en journals die met zulke aangiftes niets doen en die elk excuus gebruiken om niet naar de grond van de klachten te kijken. Ze halen de toon van de mail aan of het feit dat het om een anonieme klacht gaat.’ ‘Claire Francis heeft een belangrijke rol gespeeld bij de bewustwording van academische instellingen en vaktijdschriften voor beeldmanipulatie. Sommige uitgevers hekelen dat ze soms vals positieve meldingen krijgen. Maar liever dat dan géén meldingen.’ De laatste jaren is de cultuur bij uitgevers aan het veranderen, aldus Oransky. ‘Een goed voorbeeld is het Journal of Biological Chemistry. Ze hebben zelfs iemand in dienst genomen voor alles wat met ethiek te maken heeft. We hebben een paar jaar geleden bericht over een case waarbij een kankeronderzoeker aan het Journal of Biological Chemistry vroeg om één paper te corrigeren. Het vaktijdschrift nam vervolgens alle papers van die onderzoeker opnieuw onder de loep. Uiteindelijk werden 19 artikels teruggetrokken.’ ‘Het is een goede evolutie dat zoiets vaker gebeurt. Want voor onderzoekers is het zeer vervelend als ze hun onderzoek willen baseren op een paper met frauduleuze beelden. Soms werken ze maanden of zelf een heel jaar aan een experiment dat ze willen herhalen, maar het lukt niet. Vergelijk het met de frustratie van journalisten die fake news moeten checken. Je verliest tijd en energie door erachteraan te gaan, terwijl er iemand is die wéét dat het niet kan kloppen wat je probeert hard te maken.’ Onschuldig slachtoffer Uiteindelijk is het Francis en Bik erom te doen dat meer vaktijdschriften beseffen dat ze zichzelf en wetenschappers veel ellende zouden besparen als ze alleen artikels met gescreende afbeeldingen publiceren. ‘Ik weet dat ik mensen in de problemen breng door gemanipuleerde beelden aan te geven’, zegt Francis. ‘Iedereen kan een fout maken. Maar er is te veel grootschalige, systematische manipulatie.’ ‘Als papers worden teruggetrokken, moeten universiteiten achterhalen wie echt verantwoordelijk is voor de fraude. Anders dreigen ze onschuldige onderzoekers te straffen.’ Ook Bik zit in met medeauteurs die aan een paper hebben gewerkt zonder te beseffen dat een collega sjoemelde met afbeeldingen. ‘Vaak zijn er maar één of twee medeauteurs echt schuldig aan de manipulatie. De andern hebben wel te goeder trouw gehandeld. Voor een jonge wetenschapper die misschien nog maar één paper heeft en een beurs aanvraagt, kan de terugtrekking van die ene paper het einde van zijn carrière betekenen. Ook al was de beeldmanipulatie niet zijn of haar schuld.’ Link: http://www.standaard.be/cnt/dmf2018...59-3a7f98dba62a Bron: De standaard Eigen mening: Niet enkel in papers wordt er dagelijks met photoshop gewerkt. Ook op de foto's van de sociale media is tegenwoordig niets meer naturel. De meeste jongeren bewerken hun foto's of modellen merken achteraf hun fotoshoot dat ze plots dikkere lippen hebben, een smallere taille,... Ik vind da iedereen zichezelf moet zijn en dit ook moeten laten zien. Je hoeft niets steeds te voldoen aan het 'perfectbeeld' van de wereld. |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 09:39. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.