Op afstand de bloeddruk van een TBS'er volgen; is dat een goed idee?
Op afstand de bloeddruk van een TBS'er volgen; is dat een goed idee?
Justitie onderzoekt of draagbare gezondheidsmeters van nut kunnen zijn voor (ex-gedetineerden én hun behandelaars en beveiligers. Legio mogelijkheden, maar ethische vragen zijn er ook. Je gedrag en je lichaamsfuncties 24/7 meten en monitoren, dat is allang niet meer voorbehouden aan nerds. Onder menige mouw zit tegenwoordig een activity tracker verborgen. Technologie die inmiddels ook is doorgedrongen in de (geestelijke) gezondheidszorg. Of je nou lijdt aan diabetes of hoge bloeddruk, last hebt van depressie of psychosegevoeligheid, er is altijd wel een wearable of app die kan vertellen hoe je eraan toe bent. Kennis die je kunt gebruiken om mogelijk onheil af te wenden.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Ook in justitiële kring is er belangstelling voor zelfmeting, laat het kort geleden verschenen WODC-rapport 'De zelfmetende justitiabele' zien. Justitiabelen - (ex-)gedetineerden, tbs'ers en mensen in forensische zorg - zouden een wearable kunnen dragen om verschillende redenen. Een: omdat ze dan hun eigen emoties en gedrag beter kunnen sturen. Twee: omdat anderen hen dan beter kunnen peilen, zoals behandelaars of beveiligers. En drie: omdat het moet van de rechter. Denk in dat laatste geval aan de elektronische enkelband, een vorm van elektronisch toezicht op basis van gps-gegevens. 'Als je iemands slaap, beweging en voeding in kaart kunt brengen en verbeteren, kan dat mogelijk ook op diens gedrag positieve effecten hebben' Neuropsycholoog Liza Cornet Positieve effecten De enkelband is op dit moment de enige wearable die justitie op grote schaal gebruikt, maar die smaakt naar meer. "We weten dat een gezonde leefstijl een positieve invloed heeft op gedrag", zegt neuropsycholoog Liza Cornet, een van de auteurs van het rapport. "Als je iemands slaap, beweging en voeding in kaart kunt brengen en verbeteren, kan dat mogelijk ook op diens gedrag positieve effecten hebben." Neuropsycholoog Jesse Meijers (VU) onderzocht bij negentien gevangenen de relatie tussen slaapproblemen en agressief gedrag. Daaruit bleek dat hoe onrustiger gevangenen 's nachts sliepen, hoe geïrriteerder en agressiever ze overdag waren. Bedenk daarbij dat meer bewegen overdag de slaapkwaliteit 's nachts kan verbeteren, én dat gedetineerden overdag ongeveer zes uur liggend op bed in hun cel doorbrengen. Meer bewegen zou kunnen leiden tot betere slaap en daarmee mogelijk tot positiever gedrag. Het is de moeite van het onderzoeken waard. Polsbandjes en T-shirts met sensoren kunnen fysiologische waarden meten zoals hartslag, bloeddruk en zweetafgifte. Nemen deze waarden flink toe, dan kan dat wijzen op een woedeaanval in wording waar aan iemands buitenkant nog niets van is te zien. Mensen met een hogere hartslag, stijgende bloeddruk en grotere zweetafgifte kunnen die signalen gebruiken om zo'n aanval af te wenden of bij te sturen. Behandelaars kunnen zulke informatie gebruiken om de effectiefste interventie voor iemand te selecteren; een vorm van personalized medicine. En beveiligers kunnen die informatie gebruiken om in te grijpen voordat de boel escaleert. 'Iemand helpen om beter te worden, is een heel ander doel dan iemand in de gaten houden en ervoor zorgen dat hij geen gevaar oplevert' Filosoof Jona Specker Ethisch probleem Precies dat verschillend gebruik van data kan een ethisch probleem opleveren, zegt filosoof Jona Specker. Zij werkt als onderzoeker op het vlak van ethiek en morele psychologie bij het Erasmus MC. "Het is vanuit ethisch oogpunt niet vanzelfsprekend om dezelfde data te verzamelen en te gebruiken voor én behandeling én beveiliging en toezicht. Iemand helpen om beter te worden, is een heel ander doel dan iemand in de gaten houden en ervoor zorgen dat hij geen gevaar oplevert. En wat doe je als behandeling en beveiliging met elkaar in conflict zijn? Wat krijgt dan voorrang?" Nu al kunnen er ongelofelijk veel gegevens van iemand worden verzameld. Dat kan een heel gedetailleerd beeld opleveren: waar hij is, met wie hij is, hoe hij zich gedraagt en voelt. Zulke gegevens kunnen in de toekomst gekoppeld worden aan allerlei fysiologische waarden. Specker: "Zijn zulke dataverzamelingen gericht op het creëren van zo veel mogelijk zelfinzicht en op ondersteuning van de behandeling? Of zijn ze gericht op het voorkomen van incidenten?" Sporten, dansen en vrijen kunnen óók de hartslag en zweetafgifte verhogen Ruis Een ander punt is, of je met wearables wel echt meet wat je wilt meten. Psychofysioloog Jan van Erp (TNO, Universiteit Twente): "In de gecontroleerde omgeving van het lab gebruiken wij heel goede apparatuur. Daardoor kunnen we op basis van behoorlijk betrouwbare fysiologische metingen wat vertellen over iemands stressniveau en gemoedstoestand. Buiten het lab ben je aangewezen op consumentenelektronica. Die wordt wel beter, maar er zit nog altijd allerlei ruis in." In de echte wereld is het bovendien veel moeilijker om bepaalde fysiologische waarden te relateren aan iemands emotionele toestand. Want die waarden worden door veel lichamelijke processen beïnvloed, legt hij uit. "Je bent aan het lopen, zit op de fiets, gaat de trap op, je lichaam is je eten aan het verteren. Al die processen hebben effect op je hartslag en zweetafgifte." Die kluwen is deels wel uit elkaar te trekken. Zo kun je bijvoorbeeld het effect van beweging op iemands hartslag neutraliseren op basis van de bewegingsscores die óók zijn gemeten. Maar ook dan maakt het nog steeds uit of je iemand een fikse klap verkoopt, of tegen een boksbal mept. En sporten, dansen en vrijen kunnen óók de hartslag en zweetafgifte verhogen. "Metingen vertellen je alleen maar iets als je de context van het gedrag erbij betrekt", benadrukt Van Erp dan ook. In dat geval kunnen zelfmetingen zeker zinnig zijn, zegt hij. We zagen al eerder dat ze een vooraankondiging kunnen zijn van bepaald gedrag. Daarnaast leveren ze ook informatie op die je met zelfrapportages en observaties niet boven tafel krijgt. Van Erp: "En op de derde plaats zijn technologische zelfmetingen erg interessant omdat je 24 uur per dag kunt meten. Dat geeft een veel genuanceerder en beter beeld." Zo is het in de toekomst wellicht mogelijk om met behulp van piepkleine sensoren in de mond de cortisolafgifte in speeksel continu te meten. De afgifte van dit 'stresshormoon' varieert over de dag heen, en is ook niet alle dagen hetzelfde. Continumetingen kunnen laten zien in welke mate en op welke momenten justitiabelen het meest gestresst zijn. Onderzoek naar het verband tussen fysiologische waarden en (voorspellingen over) agressief gedrag is zeer complex. Het zal dan ook nog een hele tijd duren voordat er sprake is van praktisch bruikbare en ethisch acceptabele toepassingen. In de tussentijd zouden wetenschappers daarom wat eenvoudigere experimenten moeten doen, vindt Liza Cornet. "Zoals onderzoek naar leefstijl, of naar het gebruik van apps voor reclassanten en de reclassering. Dat is minder spectaculair dan bijvoorbeeld een T-shirt met sensoren, maar justitiabelen en hun behandelaars kunnen daar wel op veel kortere termijn de vruchten van plukken." Technische snufjes om gezondheid te meten 1. Wearables zoals polsbandjes, slimme pleisters en sensoren in kleding. Ze meten onder meer hartslag, zuurstofopname, bloeddruk, calorieverbruik, aantal gezette stappen, zweetafgifte, slaapkwaliteit. 2. Apps die bijvoorbeeld helpen bij de behandeling van verslaving, of het beter onder controle krijgen van je stemming of psychosegevoeligheid. Zo vraagt de 'Psymate' tien keer per dag waar je bent, wat je doet en hoe je je voelt. Daardoor worden patronen zichtbaar in je gevoel en gedrag die samenhangen met bepaalde tijdstippen en gebeurtenissen. Met deze kennis kun je je gedrag beter sturen, en op bepaalde situaties anticiperen of die vermijden. 3. Domotica zijn sensoren of camera's in de leefomgeving die beweging detecteren en interpreteren (strikt genomen geen zelfmeting). Denk wat gevangenissen betreft bijvoorbeeld aan suïcidedetectiecamera's: slimme camera's die iemands lichaamsbeweging in kaart brengen, op basis daarvan diens hartslag en ademhaling inschatten, en alarm slaan als die onder bepaalde waarden komen die op een poging tot verstikking (ophanging) wijzen. 4. Implantables worden vooralsnog alleen op kleine schaal gebruikt in de gezondheidszorg. Bijvoorbeeld: apparaatjes om intern de hartactiviteit te monitoren, of chips die glucose meten. Bron: Trouw.nl https://www.trouw.nl/home/op-afstan...idee-~a158cb73/ Datum: 04/03/18 Eigen mening: TBS’ers een polsbandje geven dat de bloeddruk en zweetproductie kan meten. Ik kan de voordelen voor deze maatregel wel zien: Als we door het meten van parameters zoals bloeddruk en zweetproductie van een patiënt, kunnen gaan voorspellen wanneer er een woedeaanval zal uitbreken is dit voor zowel de patiënt als zijn omgeving een voordeel. De patiënt kan nog voor het uitbreken van de woedeaanval geholpen worden. De polsband kan op lange termijn misschien zelfs een hulpmiddel zijn voor de patiënt zelf. Zo kan hij door het gebruiken van de juiste technieken zichzelf terug kalmeren als hij gealarmeerd wordt. Ook zijn directe omgeving heeft hier baat bij, zij kunnen direct ingrijpen en zo kan mogelijk gevaar gemeden worden. Aan deze maatregel hangt natuurlijk ook een ethisch vraagstuk: In hoeverre kunnen en mogen we de privacy van een persoon ontnemen? Emoties hangen nu eenmaal sterk samen met de bloeddruk en zweetproductie van een persoon. Deze continu monitoren neemt dus een groot deel van de privacy weg. |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 18:48. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.