Liedjes, woordspelletjes, iedereen blij!
1 Attachment(en)
Liedjes, woordspelletjes, iedereen blij!
Taalspelletjes spelen zal het leesgedrag van jongeren niet opkrikken. Wouter Duyck vindt het onbegrijpelijk dat de focus op leerprestaties uit het onderwijs verdwenen is. De resultaten van het internationale PIRLS-onderzoek, dat gisteren werd voorgesteld, moeten ons ernstige zorgen baren (DS 6 december). Toch leverde het alleen een berichtje op in de journaals, lang na het *wereldnieuws over de Antwerpse *immosector, de Russische doping en het tijdverdrijf van Carles Puigdemont. De dramatische resultaten zijn de kanarie in de onderwijskoolmijn en vormen een ernstige bedreiging voor onze economie en de welvaart van 2050 en later. Geen enkel land ging qua leesprestaties in tien jaar tijd meer achteruit dan Vlaanderen. Die achteruitgang bedraagt 22 punten, wat overeenkomt met een halfjaar cognitieve ontwikkeling. Het duurt een half (leer)jaar langer voor kinderen in het vierde leerjaar hetzelfde niveau halen als tien jaar geleden. In Europa doen alleen Frankrijk, Georgië en Malta het slechter. Onder de landen die het beter doen, zijn er veel die niet meteen bekendstaan als welvaartsstaten, zoals Tsjechië, Bulgarije, Polen en Kazachstan. De tijd dat we onvoorwaardelijk mochten pronken met ons onderwijs, is voorgoed voorbij. Algemene achteruitgang Dit soort onderzoek laat helaas niet toe bepalende factoren met absolute zekerheid te achterhalen. Er is toenemende migratie, maar leerlingen die thuis altijd Nederlands spreken, zijn evenveel gedaald als de rest. Er wordt verwezen naar leesplezier en –cultuur, maar zelfs de leerlingen die elke dag lezen, gaan achteruit, en halen niet meer het niveau van de gemiddelde leerling in 2006. Er is dus veel meer aan de hand. Met leraren, bijvoorbeeld. De instroom verzwakt en velen houden het niet lang vol. In PIRLS zien we dat de achteruitgang bij leraren met minder dan tien jaar ervaring de helft groter is dan bij meer ervaren leraren. Ook het klassieke taalonderwijs gaat achteruit. Het aantal uren ‘instructietijd’ voor lezen, werd bijna gehalveerd (van vijftien procent van de onderwijstijd naar negen procent). Opvallend is dat dit drama zich nog meer uitgesproken manifesteert bij de sterkere leerlingen. Terwijl internationaal tien procent van alle kinderen een topniveau voor lezen haalt, is dat hier nog vier procent. Dat bevestigt de achteruitgang die we ook voor andere domeinen eerder observeerden. In het Pisaonderzoek van de Oeso zakte het aantal wiskundetoppers in de laatste vijftien jaar met veertig procent. De resultaten voor taal zijn dus geen alleenstaand geval, en illustrerende algemene achteruitgang van het Vlaamse onderwijs, vooral aan de top. Bloemetjes en sterretjes Deze evoluties vormen een groot probleem voor onze toekomstige welvaart. De tijd is voorbij dat auto’s hier massaal geassembleerd werden, en ook de Europese koolmijnen zijn gesloten. Elders kan het goedkoper. De oplossing? Een kenniseconomie worden. Alleen lukt dat niet met woorden of goeie intenties alleen. De enige grondstof die ons rest, onze hersenen, moet ook daadwerkelijk ontgonnen worden. Een kenniseconomie vereist ambitieus onderwijs, waarin leerprestaties cruciaal zijn. Welbevinden is een voorwaarde voor, en zelfs een uitkomst van, goede prestaties. Maar onderwijs moet in de eerste plaats blijven gaan om leren en cognitieve ontwikkeling. Iemand moet de economie van de toekomst creëren, patenten aanvragen, innovatief zijn, ondernemingen starten en werkgelegenheid scheppen. Het is een illusie te denken dat we die internationale competitie kunnen aangaan met middelmatig onderwijs. Als de overheid deze taak niet ter harte neemt, zal duur privéonderwijs het overnemen, zoals in de rest van de wereld. Het is onbegrijpelijk dat de focus op leerprestaties gaandeweg uit het Vlaamse onderwijs verdwenen is. Punten worden op veel scholen vervangen door bloemetjes en sterretjes. In allerlei kleuren. Wat vroeger ambitie was, is ondertussen vies, en elk verschil moet uitgevlakt worden. Het onderwijs moet alle maatschappelijke problemen oplossen, van integratie tot burgerschap en radicalisering. Leren lijdt eronder. PIRLS toont dat nergens minder leerlingen zijn dan in Vlaanderen met een uitgesproken ambitie om goed te presteren op school. Ook in Pisa bleken leerlingen al de laagste prestatiemotivatie te hebben. Zelfs na de bekendmaking van de dramatische PIRLS-resultaten ging het in de kranten vooral opnieuw over leesplezier. Liedjes, woordspelletjes, iedereen blij! Maar laten we het primaire doel van dat welbevinden en onderwijs niet uit het oog verliezen: leren. Ons onderwijs heeft meer ambitie nodig, en gelijke onderwijskansen voor iedereen. Ons beleid kent (terecht) talloze maatregelen voor wie het moeilijk heeft, terwijl er geen enkele maatregel te vinden is voor wie wat meer in zijn mars heeft. Het resultaat is nu een kleine spreiding in de PIRLS-resultaten (waarbij goeie en slechte scores dicht bij elkaar liggen), maar een algemene daling. Leerlingen uit meer kwetsbare milieus doen het beter dan elders. Maar de anderen doen het slechter. Dat kan niet de bedoeling zijn van een gelijkekansenbeleid. Al te vaak wordt ervan uitgegaan dat goeie leerlingen hun plan wel trekken. Ook leerlingen die moeiteloos de minimale eindtermen halen, hebben het recht zich optimaal te ontwikkelen. Het is een voorwaarde voor onze toekomstige welvaart. En zelfs voor sociale mobiliteit. Die gebeurt zelden in de staart van de klas. Dat wisten toenmalig onderwijsminister Frank Vandenbroucke (SP.A) en onderwijsexpert Dirk Van Damme al meer dan tien jaar geleden. In hun talennota schreven ze dat een veeleisend taalonderwijs dé voorwaarde is voor sociale mobiliteit. Ondertussen trekken donkere wolken over Vlaanderen. Wouter Duyck, hoogleraar cognitieve psychologie (UGent) DS, 07-12-2017 |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 22:28. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.