Voor een slagvaardig kern-Europa
Voor een slagvaardig kern-Europa
De Europese Unie baadt in een sfeer van hebzucht en ontkenning. Mocht Thomas von der Dunk kandidaat-president zijn, hij zou de belangen van gewone burgers vooropstellen. Europeanen! Medeburgers van dit continent! Ruim acht jaar geleden stond ik hier ook als kandidaat-president van de Europese Unie, op dat ogenblik een nieuwe functie. Dat is me niet gelukt, ik verloor de strijd als frisse buitenstaander, om onopgehelderde redenen, van Herman Van Rompuy, die juist zijn halve leven in Brussel had doorgebracht. Maar zoals het een democratische gemeenschap als de Europese betaamt: elke termijn is eindig, dus nieuwe rondes, nieuwe kansen en Van Rompuy geniet intussen van zijn pensioen. Zijn opvolger, Donald Tusk, mag dan net door 26 van de 27 resterende lidstaten zijn gecontinueerd, zijn eigen land – Polen – zaagt zozeer aan zijn stoelpoten dat hij als president toch best gebutst mag heten. Wie zegt dat Polen niet straks Groot-Brittannië naar de uitgang volgt? De schending van rechtsstatelijke normen door dat land kan in elk geval niet zonder consequenties blijven, als Europa een waardegemeenschap wil blijven. Nog is Polen voor de EU niet verloren, maar het scheelt niet veel. Europeanen! Europa staat er een stuk beroerder voor dan acht jaar geleden, toen ik mij voor het eerst als kandidaat opwierp, toen nog vergeefs. Ik wil geen direct verband suggereren tussen de huidige misère en de mislukking van mijn kandidatuur van toen, maar toch. Als men indertijd beter naar mij had geluisterd, stond Europa er nu beslist veel beter voor. Ik heb toen een aantal beleidsvoorstellen gedaan om het verzwakte vertrouwen van de Europese burger, dat zich vertaalt in de snelle opmars van een xenofoob nationalistisch populisme, te herwinnen. De kern van mijn boodschap toen: minder ongebreidelde markt en meer sociaaleconomische zekerheid. Of anders gezegd: een Europa dat de belangen van gewone burgers vooropstelt in plaats van die van grote bedrijven. Die boodschap is nog steeds zeer actueel. Race to the bottom Dat heeft, om te beginnen, consequenties voor de Brexit. Het is niet in het belang van de Europese Unie om in een ernstig conflict te raken met de Britten, maar het is ook niet in het belang van de Europese Unie om zo’n conflict ten koste van alles te willen vermijden. Het uitgangspunt moet helder zijn: voor wat hoort wat. De EU is niet van het cafetariamodel van wel de lusten en niet de lasten. Het kan niet zo zijn dat de Britten straks van de vrije toegang tot de markt kunnen profiteren, maar door sociale en fiscale afbraak in eigen land oneigenlijke concurrentie creëren, die ook in de Europese Unie tot een fiscale en sociale race to the bottom leidt. Want dat is precies de reden waarom het vertrouwen van veel burgers in de EU tanende is. De EU is gelijk komen te staan met de afbraak van de welvaartsstaat, en de vrije markt wordt daarvoor als legitimatie gebruikt. Zoals de EU nu functioneert, is zij goed voor hogeropgeleiden, maar niet voor lageropgeleiden, die hun baan op de tocht zien staan. Het zijn de globaliseringsverliezers die, omdat de EU de globalisering te lang als argument heeft misbruikt om de neoliberale trits van flexibilisering, deregulering en privatisering op te dringen, nu in opstand komen. Europa zal sociaal zijn, of het zal niet zijn. Zelfzuchtige elite Die slag wordt dit jaar vooral in Frankrijk gestreden. Het is niet toevallig dat Marine Le Pen, om de kansen van het Front National te vergroten, voor een protectionistisch economisch programma heeft gekozen, waarmee zij aan de angsten van veel kiezers appelleert. Haar belangrijkste tegenstanders, François Fillon en Emmanuel Macron, worden door velen niet zonder reden gezien als vertegenwoordigers van een zelfzuchtige sociaaleconomische elite, die zich amper om gewone burgers heeft bekommerd – kasteelheer Fillon was vooral in de weer met familieleden rijk betaalde sinecures te bezorgen, en Macron heeft een bankiersachtergrond. Zoals u weet, waren het vooral bancaire wanpraktijken die het Westen in 2008 in een economische crisis hebben gestort. Die is nog steeds niet voorbij. Helaas hebben de huidige Europese machthebbers daarvan te weinig geleerd. Dankzij een oppermachtige bankenlobby zijn veel voorgestelde zinnige maatregelen, die moesten helpen om de financiële wereld te beteugelen, toch weer uitgekleed. Zo dreigt op termijn een herhaling van 2008, of van 1929, om aan de grootste crisis van de twintigste eeuw te refereren, die toen wél tot een serie noodzakelijke wetten heeft geleid, die helaas in de jaren negentig – in de euforie over ‘het einde van de geschiedenis’ en de zege van het westerse model na de ondergang van de Sovjet-Unie – weer zijn afgeschaft. In dat opzicht moet die ondergang als een ramp beschouwd worden voor de West-Europese samenleving, omdat daarmee – waar de Sovjet-Unie ondanks haar gebrekkige functioneren toch altijd min of meer als tegenmodel fungeerde – de angst voor revolutie verdween, die de sociaaleconomische elites uit zelfbehoud tot fatsoenlijk gedrag had gedwongen en zo de opbouw van de welvaartsstaat mogelijk had gemaakt. Met de val van de Muur vielen ook de morele hindernissen voor graaizuchtig wangedrag weg. Het is in multimiljonairskringen in de jaren negentig ook wel gezegd: nu doen wij weer gewoon waar wíj zin in hebben. Het negeren door de politieke kaste van de onvrede over de – met dit dominante neoliberalisme samenhangende – toenemende welvaartskloof én toenemende economische onzekerheid, heeft uiteindelijk de weg vrijgemaakt voor het huidige populisme dat zich tegen Europa keert. Het is nog niet te laat, maar het scheelt met de Franse verkiezingen in aantocht – Le Pen president betekent het einde van de EU – niet veel. Unieke kans Laat ik helder zijn: met mij als Europees president wordt de financiële sector eindelijk getemd, en dat zal vooral voor de Brexit consequenties hebben. Die biedt een unieke kans om de bron van al het kwaad, de Londense City, waarvan Westminster als economische spreekbuis fungeert, bij de wortel aan te pakken. Er komt een einde aan alle belastingzwendelparadijzen, die terecht zoveel kwaad bloed zetten, omdat gewone burgers en bedrijven voor de fiscale schade mogen opdraaien waar multinationals vrijuit gaan. Hetzelfde gaat op voor de corrumperende bonuscultuur die tot risicogedrag aanzet, waarna de modale belastingbetaler de banken mag redden, terwijl de boosdoeners juist profiteren: de privatisering van de winsten en de socialisering van de verliezen, om met de goede oude Marx te spreken. Als u mij kiest, komt daar resoluut een einde aan en draaien, als gevolg van nieuwe wetgeving met zware sancties, de zwendelaars voor jaren de bak in. Dat zal ook mijn boodschap zijn aan Theresa May, mocht zij haar dreigement om Groot-Brittannië tot een fiscale piratenstaat om te vormen, hard proberen te maken, als zij bij de Brexit onvoldoende haar zin krijgt. Voor Britse banken en hun parasitaire methoden geldt dan op het Kanaal: No pasaran! Durven kiezen Uiteraard is dat niet het enige probleem waarmee de Unie te kampen heeft. De tijd ontbreekt om hier nader in te gaan op de vijf andere plagen die haar momenteel teisteren – naast de economische en de daarmee samenhangende populistische crisis – de vluchtelingencrisis, de nationalistische crisis, de rechtsstatelijke crisis, de geopolitieke crisis en de implosie van het Midden-Oosten. Maar één ding is de afgelopen jaren duidelijk geworden: Europa ontbeert de kracht en samenhang om daarop als één blok te reageren, terwijl het tegelijk evident is dat Europa alleen door als één blok te opereren, die crises te boven kan komen. Nu laten de lidstaten zich uit elkaar spelen – onder het motto: andermans ellende is de mijne niet – waarbij oude sentimenten over bondgenootschappen uit lang vervlogen tijden ongezond gewicht blijken te bezitten. Ieder land wil soms iets volkomen anders, en daardoor gebeurt er niets. Mijn toekomstige collega-voorzitter Jean-Claude Juncker heeft daarom terecht de lidstaten voor het blok gezet: zij zullen zelf eindelijk eens moeten durven te kiezen, wat voor Europa zij willen. Daartoe heeft hij vijf opties voorgelegd. Laat mijn keuze uit die vijf mogelijkheden, de keuze waarvoor ik mij als uw Europees president hard zal maken, duidelijk zijn. Of in feite kies ik er twee van. Enerzijds een beperking van de Europese politiek tot een aantal cruciale beleidsterreinen, waarvoor meer integratie geboden is om een vuist te kunnen maken, zoals een einde aan de oneigenlijke fiscale en sociale concurrentie. Anderzijds een kern-Europa dat daarmee vaart zal maken, zodat de eeuwige dwarsliggers niet meer elke vooruitgang kunnen blokkeren, omdat zij zélf niets van hun bevoegdheden willen afstaan. Wie niet mee wil doen, zal daartoe niet gedwongen worden, maar moet het wel accepteren als de anderen wel mee willen doen. Want in dat opzicht zal het voortaan in Europa echt anders moeten: dat niet langer de traagste van wil en begrip ook voor de anderen het tempo bepaalt. Samen kunnen we dat veranderen, maar dan moet u wel uw eigen nalatigheid van 2008 onder ogen zien, en niet vergeten mij, als Tusk straks alsnog zijn biezen pakt, als zijn opvolger te kiezen. Dit is de speech die Thomas von der Dunk op 4 april in de Buren in Brussel uitsprak in het kader van de ‘Europese presidentsverkiezingen’. DS, 08-04-2017 (Thomas von der Dunk) |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 04:50. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.