Nederlandse les boomt, maar job volgt niet
 

Het aantal nieuwkomers dat een cursus Nederlands volgt, is door de vluchtelingencrisis enorm gestegen. "Maar bij de doorstroming naar de arbeidsmarkt loopt het fout."

In 2016 schreven 37.223 meerderjarige nieuwkomers zich in voor een cursus Nederlands. Dat is een toename van 33 procent tegenover 2015. Dat blijkt uit cijfers van Vlaams minister van Inburgering Liesbeth Homans (N-VA).
De forse toename valt te verklaren door de vluchtelingencrisis. Sinds de zomer van 2015 kwamen heel wat vluchtelingen uit Irak, Syrië en andere conflictgebieden naar ons land. Zodra ze erkend worden, begint een groot deel van de nieuwkomers Nederlands te leren. Homans benadrukt dat ze voorbereid was op die toename, en in voldoende extra middelen voorzien had. "Er zijn geen wachtlijsten. Iedereen kan onmiddellijk aan de cursus beginnen."

Ruimte voor verbetering
Taalcursussen zijn één zaak, een job vinden een andere. En daar knelt volgens Groen het schoentje. "Die mensen gaan nu doorstromen naar de arbeidsmarkt maar daar zijn we niet op voorbereid. Onder de nieuwkomers zijn ook veel laaggeschoolden. Zullen zij een job vinden?", vraagt Vlaams Parlementslid An Moerenhout (Groen) zich af. Die bezorgdheid lijkt terecht. Uit cijfers van de VDAB blijkt dat 26 procent van de erkende vluchtelingen na zes maanden een job vindt, na een jaar is dat 37 procent. Daar is inderdaad ruimte voor verbetering, geeft de VDAB toe.

Het is gebleken dat wie een taalopleiding combineert met een beroepsopleiding of een stage een pak sneller aan een job geraakt en ook vlotter integreert. Volgens Moerenhout heeft de Vlaamse regering de afgelopen jaren onvoldoende op die combinatie ingezet. "Wij hebben bij het begin van de vluchtelingencrisis al gewaarschuwd dat deze uitdaging op ons af kwam. Dit is een gemiste kans."

Zowel Homans als minister van Werk Philippe Muyters (N-VA) benadrukt dat er wel degelijk stappen gezet zijn. Naar aanleiding van de vluchtelingencrisis lanceerde de VDAB vorig jaar het actieplan 'Integratie via werk'. Daarmee wordt zo veel mogelijk afgeweken van het oude principe dat nieuwkomers eerst de taal moeten leren, legt woordvoerder Shaireen Aftab uit. "We moeten werk zien als een middel om beter te integreren. Daarom begeleiden we mensen steeds meer op maat."

'Too little, too late'
Wie al een contacttaal (Frans of Engels) spreekt, geraakt veel vlotter aan de slag. Dat geldt ook voor wie al een beroep kent. Een Syrische bakker bijvoorbeeld kan op de werkvloer de taal beter leren. Maar heel wat nieuwkomers zijn laaggeschoold en hebben geen werkervaring. "Zij zullen in de meeste gevallen wel nog een lineair traject volgen, met eerst de nadruk op Nederlands", zegt Aftab.

Moerenhout erkent dat er al wat veranderd is, maar volgens haar is het too little, too late. "Het is goed dat er stappen gezet worden, maar dit is onvoldoende. De regering is veel te laat in gang geschoten." De VDAB geeft toe dat er nog heel wat werk aan de winkel is. "Het actieplan werpt zijn vruchten af, maar dit is een tanker en die keer je niet zomaar. We zijn gestart maar moeten nu op dit elan voort", besluit Aftab.

Bron:
De morgen (04/04/2017) http://www.demorgen.be/binnenland/n...-niet-b1fdb49a/

Eigen mening:
Ik vind het positief dat vluchtelingen zelf het initiatief nemen om Nederlands te leren door een opleiding te volgen. Dit bewijst dat ze zich willen aanpassen aan het land waarin ze verblijven. Aan de andere kant is het jammer dat het op de arbeidsmarkt fout loopt. Ik vind dat als de vluchtelingen moeite doen om zich te integreren wij ook ons best moeten doen om die mensen een job aan te bieden. In het artikel staat dat de arbeidsmarkt het aantal toegenomen laaggeschoolde mensen niet kan opvangen. Deze mensen kunnen er niets aan doen dat ze in deze situatie verkeren. De meeste mensen hebben al veel meegemaakt. Ik ben van mening dat het onze morele plicht is om deze mensen de kans te geven om te integreren in de maatschappij. Anderzijds begrijp ik dat er veel mensen sceptisch staan tegenover deze ontwikkeling in de vluchtelingenproblematiek omdat er veel Belgen zijn die in armoede leven of net financieel rondkomen.