Judicial activism
'Wetten maken en ze interpreteren verschillen minder van elkaar dan soms wordt beweerd'
'Waar eindigt de taak van de rechter en waar begint die van de politiek?' schrijft jurist Jan-Baptist Lemaire. Hij gaat dieper in op het fenomeen 'judicial activism'. 'No man ought to take it on himself to be wiser than the laws." Sir Edward Coke wist het al in de 17e eeuw, maar weten wij het nog? Hoewel Coke dit vooral opperde om de macht van de koning in te perken, zijn het volgens Bart De Wever en de N-VA net de rechters die zich boven de 'rule of law' (de rechtstaat) plaatsen. De N-VA-voorzitter ontkent dat hij rechters in het algemeen viseert als zijnde 'wereldvreemd', hij ontkent niet dat hij strijdt tegen het zogenaamde judicial activism. Enige verduidelijking over dit fenomeen en de gebruikte retoriek lijkt hier dan ook op z'n plaats. Wat is judicial activism? Eenvoudig gesteld is dit de situatie waarin rechters rechtsregels op zo'n manier interpreteren (of, volgens sommigen, zelfs aan hun laars lappen) zodat ze het recht en dus de wet in de richting kunnen sturen die zij (ideologisch) goed vinden. Is dit een wenselijk fenomeen? Dat hangt af van wat je als wenselijk beschouwt; belangrijk hierbij is eerder om te weten dat de huidige strikte en formalistische rol van de rechter als loutere bouche de la loi is ingegeven net om een gouvernement des juges te vermijden; in een moderne staat met scheiding der machten komt het niet aan de rechter maar aan de wetgever toe om wetten te maken. Maar wat wil dat zeggen 'wetten maken'? En vooral, is het bovenstaande het enige dat in deze discussie wordt geviseerd met 'judicial activism'? Het interview van Bart De Wever vrijdag in Terzake lijkt te suggereren van niet. En daar knelt het schoentje: het doet de vraag rijzen waar het verschil ligt tussen beleid voeren en wetten toepassen. Een voorbeeld verduidelijkt dit. Neem de regel 'voertuigen zijn verboden in het park'. Het is erg duidelijk dat onder deze regel auto's niet in het park mogen. Maar geldt dat ook voor fietsen? En voor kinderwagens of mensen of rolschaatsen? En wat als deze regel dateert van een tijdperk waarin nog geen telegeleide wagens, drones, enz. bestonden; zijn ook al deze zaken dan verboden volgens deze regel? U ziet het, zodra we taal gebruiken om ons uit te drukken, is er mogelijkheid tot interpretatie en ontstaan er meningsverschillen. De vraag is dan, waar eindigt de taak van de rechter en waar begint die van de wetgever/politiek? Onduidelijke wetten Dit voorbeeld toont aan dat zelfs een op het eerste gezicht duidelijke regel voor problemen kan zorgen. Maar, zoals Bart de Wever in Terzake zei: "wetten zijn vaak heel slecht, onduidelijk en spreken elkaar tegen." Laat ons ter verduidelijking teruggrijpen naar een onderwerp dat vaak werd aangesneden: het migratiebeleid in de EU, waar in het Journaal van zeven op vrijdag naar verwezen werd (nl. naar de zaak M.S.S. tegen België, hoewel De Wever het zelf had over de zaak Hirsi tegen Italië). Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens interpreteerde hier art. 3 van het Europees verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM): "Niemand mag worden onderworpen aan foltering of aan onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen." De rechters concludeerden dat de beslissing om iemand terug te sturen naar Griekenland (de zgn. 'verantwoordelijke lidstaat' in dat geval) in strijd was met het EVRM aangezien de opvang in Griekenland in hun ogen mensonwaardig was op dat moment. Is dit geen duidelijk voorbeeld van judicial activism? Interessanter is dat het hier gaat over één van de meest vage normen uit ons rechtsbestel. Inderdaad, uit het zeer korte EVRM - de basistekst kent amper 18 korte materiële artikelen en dateert al van 1950 - moeten rechters pasklare oplossingen halen voor altijd enorm ingewikkelde feiten. Hoe komt dit? Deze vage tekst was het enige waarover de leden van de Raad van Europa (waarin bv. ook nog steeds Rusland en Turkije zitten) akkoord konden gaan. Sterker nog, in dit geval werd de tekst met opzet vaag gehouden om verschillende interpretaties mogelijk te maken. Niet activisme van de rechter maar wel deze moeilijke (maar noodzakelijke) compromissen blijken de rechter voor een gevoelig vraagstuk zetten waarbij hij op dit moment de grootste verliezer van lijkt te zijn. Hier is het gevaar voor judicial activism echter ook het grootst. Natuurlijk zijn niet alle normen zo 'open' als het EVRM. Vele situaties die beoordeeld moeten worden door rechters of zelfs nooit voor de rechter komen zijn juridisch min of meer duidelijk. Echter, het zijn de tien procent zaken waarin normen niet duidelijk zijn die natuurlijk het meest in het oog springen. Het is dan slechts als de wet onduidelijk is dat het aan de rechter is om deze te interpreteren. Maar als we hier aan toevoegen dat ook taal in zich steeds een mogelijke interpretatiemoeilijkheid draagt, wordt het duidelijk dat de taak van degene die de wet moet toepassen verre van eenvoudig is. Bovenstaande voorbeelden tonen aan dat wetten maken en ze interpreteren minder ver van elkaar liggen dan wordt beweerd. We zouden in een stoute bui zelfs kunnen stellen dat de wet niet het document zelf is, maar het document zoals iemand dat interpreteert. De laatste vraag lijkt dan: wie laten we de wet interpreteren? Degene die de wet toepast moet als 'mond van de wet' iemand zijn die dit recht werkelijk 'spreekt', maar ook iemand die zijn leefwereld en zijn normen en waarden kent; die een (rechts)cultuur ademt. Het meest belangrijk is het echter iemand die in staat is een weloverwogen principiële keuze te maken, die jammer genoeg steeds iemand in het ongelijk stelt. De keuze die dan overblijft is tussen twee soorten mensen. Enerzijds mensen die dagelijks conflictsituaties interpreteren, deze vergelijken met alle voorgaande situaties die ze in hun rijke carrière al gezien hebben en hier vervolgens rechtsregels op toepassen, die ze op hun beurt met al hun menselijke en juridische vermogens interpreteren. Of, anderzijds, mensen die er hun beroep van maken "de publieke opinie te voeden met [hun] mening" en zo mensen ervan te overtuigen dat hun visie op de samenleving de beste is, wetende dat de heersende visie verandert bij iedere verkiezing. Jan-Baptist Lemaire, 23 jaar, student filosofie en net afgestudeerd als jurist aan de KU Leuven. Knack, 18-12-2016 |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 20:00. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.