Geen enkel kind wordt beter in de isoleercel
Eén op de vijf kinderen in de jeugdzorg zat vorig jaar minstens één keer helemaal alleen in de isoleercel, soms vastgebonden aan het bed (DS 5 december). Geen enkel kind wordt daar beter van. Integendeel: het is eerder de garantie op een nieuw trauma. De wetenschap is eensgezind: isolatie helpt níét.
Dat het desondanks gebeurt, is een van de vele ongemakkelijke waarheden van onze jeugdzorg. Ook hulpverleners doen er liever geen beroep op. Velen doen erg hun best het tot een strikt minimum te beperken. En er zijn andere opties, zo bleek vorige week nog op een studiedag die we organiseerden over dwang in de jeugdzorg. De Noorse professor Einar Heiervang getuigde dat eenzame opsluiting in zijn land verboden is voor kinderen onder de 16. Op crisismomenten worden de kinderen wel afgezonderd van de groep, maar altijd in het gezelschap van een begeleider. Een Vlaamse psychiater met veel ervaring in de jeugdhulp, verklaarde dat zij geen gebruikmaakt van isoleercellen. Iemand anders vertelde dat in zijn instelling de isoleercel door verbouwing een tijdje buiten gebruik was. Telkens bleek: makkelijk was het niet, maar dat is isoleren evenmin. Ook in Vlaanderen kunnen we evolueren naar een volledige afbouw van het eenzaam opsluiten van jongeren en kinderen. Als we maar willen. Volgens een directeur van een orthopedagogische instelling en stafmedewerkers van een groot psychiatrisch centrum is de belangrijkste trigger voor zo’n omslag de mindset, de mensvisie die in de instelling wordt gedeeld. Die omslag houdt onder meer in dat het directe onvermogen om de ontreddering of de hoge emotie van een kind op te lossen, niet als een mislukking wordt beleefd: gevoelens van machteloosheid zijn onvermijdelijk. Een ex-patiënte getuigde met veel pijn dat van alle ontberingen in isolatie de eenzaamheid het ondraaglijkst was; een familielid beschreef hoe een jong meisje na eenzame isolatie maandenlang geen woord meer sprak. Als het gaat over psychische ontreddering zijn ‘er zijn’ en te allen tijde bij de patiënt blijven belangrijker dan het probleem beheersen. Dat besef staat soms haaks op het huidige bemeesteringsideaal. Een architecte in de zaal legde uit hoe met minimale investeringen in bestaande infrastructuren afzonderingsruimtes tot comfortabele, rustige omgevingen kunnen worden omgebouwd. De taak van de overheid en van de gemeenschap is duidelijk: er moet voldoende geïnvesteerd worden opdat hulpverleners in staat zouden zijn om bij een ontredderd kind te blijven. Er moet aandacht gaan naar het specifieke karakter van de geestelijke gezondheidszorg, zodat hulpverleners ruimte en steun krijgen om het anders aan te pakken. Naar Noors voorbeeld kan een verbod op eenzame opsluiting onder de 16 jaar aan instellingen steun bieden om zo’n omslag waar te maken. Als het in het buitenland kan, in het belang van kinderen én personeel, waarom zou het dan hier niet kunnen? Freya Van den Bossche ( Vlaams parlementslid SP.A), Ariane Bazan (hoogleraar klinische psychologie, ULB), Ignaas Devisch (UGent/Arteveldehogeschool, Medische Filosofie en ethiek) en Trees Traversier (klinisch psychologe en psychoanalytica) Bron: De Standaard 8/12/2016 http://www.standaard.be/cnt/dmf20161207_02614663 Mijn mening: Dit artikel spreekt mij zeer sterk aan. Ik geloof dat het soms nodig is om kinderen af te zonderen van hun omgeving om tot rust te komen. Maar ik vind niet dat opsluiten in een isoleercel dan beter is. Je moet het kind de kans geven om even tot rust te komen en om zijn/haar verhaal te kunnen doen. Achter bijna elke daad van een kind, bv. agressiviteit vertonen, beginnen hyperventileren, huilen, ... zit een boodschap. Ze willen hier iets mee overbrengen. Door hen op te sluiten in een isoleercel gaat het kind rustig worden maar misschien ondertussen ook een trauma oplopen of helemaal dichtklappen. Het is belangrijk om te luisteren naar kinderen en hoe ze zich voelen. |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 06:52. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.