Worden de vrienden Van Turkije ook de onze?
Worden de vrienden Van Turkije ook de onze?
Karel Verhoeven In Syrië, het land van ontelbare oorlogsfronten, heeft Turkije gisteren de oorlog van de volgende fase geopend. Turkse tanks, elitesoldaten en gevechtsvliegtuigen verdreven IS uit steden rond de grensstad Jarablus. De tijd is voorbij dat Turkije rustig kon toekijken hoe zijn vijanden, met in de hoofdrol IS en de Koerdische milities, elkaar bekampten. De strijd is nu losgebarsten voor het territorium dat vrijkomt in het post-IS tijdperk. Daarin kan Turkije niet meer aan de kant blijven staan. Het wil tot elke prijs vermijden dat de Koerden aan zijn grenzen een autonome zone kunnen omvormen tot iets wat op een staat lijkt. De operatie heet ‘Eufraat Schild’: de Koerden moeten terug achter de Eufraat. Na de coup van 15 juli is Turkije ook in zijn buitenlandse politiek potiger geworden. Een regionale grootmacht die terreur kordaat met oorlog vergeldt. En die bereid is gewaagde allianties te smeden. Een nieuwe entente tekent zich af tussen Erdogan en Poetin, de eerste regeringsleider die hem na de coup steunde. Dat geeft perspectief op een relatie van begrip met de as die Poetin smeedt met zijn bondgenoot Assad en met Iran. Het is een sinistere club. De oorlog in Syrië is de wereldkaarten aan het schudden. De Verenigde Staten stuurden gisteren vicepresident Joe Biden naar Ankara. De positie van de Amerikanen tekent het kluwen. Zij steunen ook militair de aanval van Turkije. Tegelijkertijd steunen zij de Koerdische milities. En dan is er nog de kwestie-Gülen. Maar het zal de Amerikanen veel waard zijn om de Navo-bondgenoot Turkije niet te laten afdrijven. Nog even houdt de strijd tegen IS onmogelijke coalities overeind. Daarna wordt de nooit eindigende oorlog wellicht nog cynischer. Want het is uitkijken naar een bocht van Ankara om de afkeer van Assad te laten vallen en hem toch als ‘deel van de oplossing’ te aanvaarden. Het daagt dat een diplomatieke oplossing, alvast in de beginfase, eigenlijk niet zonder hem kan. Het is een tergend dilemma. De Syrische oorlog wordt gevoerd met amper geziene minachting voor menselijk leven. De humanitaire conventies worden getart door strijdende partijen die ervan uitgaan dat niemand hen ooit ter verantwoording roept. Veruit de meeste burgerdoden en zwaarste schendingen van mensenrechten staan op naam van Assad. Omdat Amnesty International het tij voelt keren, bracht het vorige week een groot rapport uit over de folteringen in de gevangenissen van Assad. Sinds maart 2011 zijn daar 17.723 mensen in omgekomen na folteringen. Nog even kan Europa de illusie koesteren dat het in Syrië niets kan en dus moet doen. Met zijn vluchtelingendeal heeft het zich met handen en voeten aan Turkije gebonden. Met de dag wordt dat een gevaarlijkere liaison. DS, 25-08-2016 (Karel Verhoeven) |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 21:04. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.