Handelsoorlog met Rusland kost 3 miljard per maand
 

Handelsoorlog met Rusland kost 3 miljard per maand


Het Russische embargo tegen Europese importgoederen kost wereldwijd 2,9 miljard euro per maand. Dat hebben twee Franse economen berekend. Vanuit België is een exportstroom van maandelijks 116 miljoen euro weggevallen.


Dat de gevolgen van het Russische handelsembargo voor sommige sectoren bijzonder zwaar zijn, blijkt uit het lot van de Limburgse perenkwekers (DS, 13 juli). Hun grote afhankelijkheid van de Russische markt breekt hen zuur op: vervangingsmarkten zijn niet zo snel te vinden, en door het overaanbod is de prijs ingestort.

De Franse economen Matthieu Crozet en Julian Hinz (Université de Paris) hebben met een economisch model uitgerekend hoeveel de totale schade bedraagt van de verstoorde handelsbetrekkingen. Ze hebben 37 landen in hun onderzoek opgenomen. Dat zijn de landen die zelf in maart 2014 financiële sancties instelden tegen Rusland, als reactie op het annexeren van de Krim. Tegen hen heeft Rusland in augustus 2014 zelf een tegen-embargo tegen sommige voedings- en landbouwproducten ingesteld. ‘Een maatregel zonder precedent, waar we veel van kunnen leren’, stellen de onderzoekers. De 37 getroffen landen zijn goed voor 55 procent van de wereldeconomie.

Crozet en Hinz vergeleken de ontwikkeling van de handelsstromen in de 37 getroffen landen met die van een controlegroep van 40 andere grote exporteurs, gebruikmakend van gegevens van de Verenigde Naties. In de onderzochte periode, van december 2013 tot juni 2015, bedraagt de totale schade 54,3 miljard euro. Dit is de omvang van de handel die normaal gesproken, zonder de handelsoorlog, zou hebben plaatsgevonden.


Collateral damage

Opmerkelijk is dat slechts 9,7 miljard euro betrekking heeft op producten die onder het embargo vallen. De rest is collateral damage: producten waarvan de export in het kielzog van de handelsoorlog ook stilvalt. Dat is waarschijnlijk, opperen de onderzoekers, het gevolg van de westerse financiële sancties tegen Rusland: die maken financiering van de handel moeilijker. Bij het wegvallen van de handel zijn de maatregelen die het Westen zelf heeft genomen, dus erg belangrijk.

Uit onderzoek bij Franse bedrijven blijkt ook dat er nauwelijks compensatie heeft plaatsgevonden in de vorm van het verleggen van de exportstromen naar nieuwe markten.

Crozet en Hinz stellen vast dat de schade tamelijk ongelijk verdeeld is onder de getroffen landen. De EU draagt driekwart van de schade – de VS en Japan komen dus tamelijk goed weg. Duitsland is verreweg het zwaarst getroffen, met een schade van ruim 700 miljoen euro per maand. Oekraïne en Polen – traditioneel belangrijke handelspartners van de Russen – zijn na Duitsland de zwaarst getroffen landen. Daarna komen Nederland, Frankrijk, Japan en België. Voor ons land ramen de Fransen de schade op 116 miljoen euro per maand, waarvan 22 miljoen dollar voor de producten die onder het embargo vallen, en 94 miljoen dollar aan collateral damage.


DS, 14-07-2016