De focus op dat ene neergestorte vliegtuig
Het gaat beter dan ooit, maar waarom horen we dat amper?
Er is de klimaatopwarming, de economische crisis en de vluchtelingenstroom, en toch staan we er wereldwijd beter voor dan ooit. Maar we weten het niet, want er is niemand die het ons vertelt, zegt Ralf Bodelier. Eind april hield president Barack Obama een gedurfde toespraak in de Duitse stad Hannover. Hij zei dat we ons gelukkig kunnen prijzen omdat we in de meest vreedzame, welvarende en vooruitstrevende tijd leven die de mensheid ooit heeft doorgemaakt. Hij herinnerde eraan dat het alweer decennia geleden is dat grote mogendheden oorlog voerden met elkaar en dat nog nooit zoveel mensen in democratieën leefden. Hij vertelde dat de gemiddelde wereldburger rijker, gezonder en beter onderwezen is dan zijn ouders en dat in deze tijd van globalisering maar liefst één miljard mensen werden opgetild uit de extreme armoede. We weten niet hoe de toehoorders van Obama reageerden. Maar we kunnen ons er iets bij voorstellen. Wat de Amerikaanse president hier vertelde, kón niet waar zijn. Onder welke steen had de goede man gelegen? Staat de wereld dan niet in brand? We worstelen met de klimaatverandering, met de nasleep van de economische crisis en een groeiende stroom vluchtelingen. Frankrijk verkeert al een half jaar in noodtoestand. De aanslagen van 22 maart waren de zwaarste die België ooit troffen. We zijn bang. Er is een kans dat ook Libanon, Jordanië en Saudi-Arabië in geweld ten onder gaan. In dat geval zou de vluchtelingenstroom van afgelopen jaar nog overtroffen kunnen worden. En nu is er ook alweer hongersnood in Oost-Afrika. Maar liefst 28 miljoen mensen hebben te weinig te eten. Ditmaal is de boosdoener El Niño, een tijdelijke afwijking van het klimaat die grote droogtes en enorme overstromingen laat ontstaan. Hulporganisaties vragen ons te doneren. Maar hoelang zien we nu al die door hitte geblakerde akkers, tot op de ribben vermagerde koeien en kinderen met hongerbuikjes? Zal het óóit beter gaan in Afrika? Enkele statistieken Toch klopte het wat Obama zei. Vergeleken met een kwart eeuw geleden staan wij er wereldwijd een stuk beter voor. Ellendige ziektes als malaria, polio, lepra, tbc en aids worden stevig teruggedrongen. Ondervoeding liep terug van anderhalf miljard mensen naar 780 miljoen. Kindersterfte halveerde en onze levensverwachting wereldwijd nam fors toe. Een Belgische baby die in 1960 werd geboren, mocht verwachten 70 jaar te worden. Een Belgische baby die in 2016 wordt geboren, mag rekenen op 80 jaar. Binnen één generatie kregen we er maar liefst tien jaar bij. In Afrika ging het nog harder: daar steeg de levensverwachting tussen 2000 en 2015 van 51 naar 60 jaar. We stabiliseerden het gat in de ozonlaag en maakten een einde aan de zure regen. De uitstoot van CO2 in België daalt gestaag, terwijl die in de Verenigde Staten is teruggebracht tot het niveau van 1994. Al jarenlang nemen populaties reuzenpanda’s, berggorilla’s en tijgers weer toe. En hoewel 10 procent van de wereldbevolking nog extreem arm is, werd de rest alsmaar rijker. Zo verdubbelde het bruto nationaal inkomen van de gemiddelde Belg van 20.000 euro in 1990 naar 40.000 euro in 2013. Haaks op onze intuïtie staat dat de afgelopen dertig jaar zowel het aantal oorlogen als het aantal oorlogsdoden fors is gedaald. Obama had gelijk toen hij zei dat onze wereld een heel stuk minder gewelddadig is dan in de vorige eeuw. Wanneer we een conflict met meer dan 10.000 doden per jaar een oorlog noemen, dan werden in 2015 drie oorlogen uitgevochten: in Syrië en Irak, in Afghanistan en in de door Boko Haram geterroriseerde gebieden. Wereldwijd vielen in 2015 rond de 170.000 slachtoffers van oorlog en terrorisme. In de jaren 60, 70 en 80 waren dat er nog zo’n 4 miljoen per jaar. In de afgelopen 15 jaar, van 11 september 2001 tot en met de aanslagen in Brussel in maart, stierven in de EU 577 mensen door terroristisch geweld. In periode 1985 tot 2000, dus in de 15 jaar die daaraan vooraf gingen, vermoordden terroristen in Europa nog 2.120 mensen. En dat waren dan de jaren die we ons herinneren als de saaie jaren 80 en de optimistische jaren 90. Al even spectaculair daalde het aantal hongersnoden. In 1950 telde de wereld ongeveer twee miljard mensen. In die tijd stierven jaarlijks zo’n 18 miljoen mensen in een hongersnood. Op dat moment was dat dus 1 op de 105 wereldburgers. Vervolgens zette de daling in. In de jaren 80 kwamen jaarlijks nog 2 miljoen mensen om in hongersnoden. Op de 4,8 miljard mensen van dat moment, was dat 1 op de 2.400 mensen. Maar de daling zette door. Tijdens de laatste grote hongersnood, die in de Hoorn van Afrika van 2011, stierven rond de 200.000 mensen. Op een wereldbevolking van 6,8 miljard was dat 1 op de 34.000. De huidige hongersnood in het oosten van Afrika is dan ook eerder een uitzondering en allang niet meer de regel. Me(di)a culpa De vraag is natuurlijk hoe wij aan het hardnekkige idee komen dat de wereld er zo slecht voorstaat? Ik ben journalist en ik kom er niet onderuit: wij, de media, zijn hiervoor medeverantwoordelijk. In het bijzonder de snelle nieuwsmedia focussen vooral op de ongevallen, de rampen en de uitzonderingen op de vooruitgang die zich zo sterk doorzet. Twee volle dagen berichtten nieuwsbulletins over een neerstortend vliegtuig van EgyptAir. Niet één nieuwsuitzending werd geopend met de opbeurende mededeling dat in 2015 één op de vijf miljoen vluchten neerstortte en dat het daarmee het veiligste jaar was uit de geschiedenis van de luchtvaart. Journalisten geven volop aandacht aan het zikavirus, maar we vertellen niet dat we op het punt staan polio uit te roeien. Wij verslaan niet de normaliteit en de regel, maar het abnormale en het uitzonderlijke. We focussen op dat éne neergestorte vliegtuig omdát het zo uitzonderlijk is wanneer er een uit de lucht valt, alleen vergeten we die uitzonderlijkheid te vermelden. Een kwarteeuw globalisering heeft ons vak er niet gemakkelijker op gemaakt. De wereld is onoverzichtelijker en complexer geworden. Op nieuwsredacties komen berichten over een bomaanslag, een vliegtuigcrash of een milieuramp tegenwoordig in real time binnen. Een radio- of televisiezender die te lang twijfelt om het onderwerp te brengen, verliest het van zijn concurrent die net wat eerder op het vinkentouw zit. Ook journalisten zijn onderworpen aan de stress van het moment. En op het moment dat wij ons voornemen om het bericht over een driedubbele moord in Turkije of een uitstervende diersoort in Azië rustig in perspectief te plaatsen, dient zich via Reuters of Fox alweer een overstroming aan in Bangladesh of een dopingschandaal tijdens de Giro. Toch zou het goed zijn wanneer de nieuwsmedia niet alleen de ellendige uitzonderingen zouden belichten, maar ook die grote, zware, brede stroom aan vooruitgang die de wereld nu al decennia doortrekt. Het zou de lezer, kijker en luisteraar opbeuren om te zien dat het nut heeft om aan vredesmissies en ontwikkelingssamenwerking te doen of te investeren in bedrijven die ondernemen in opkomende economieën. Bovendien zouden wij, journalisten er onszelf een groot plezier mee doen. Nog meer mensen zouden onze artikelen lezen en delen. Ja, het zou ons vak alleen nog maar mooier maken. DS, 28-05-2016 (Ralf Bodelier, Filosoof en journalist) |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 11:26. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.