Een nieuwe aartsbisschop
Een nieuwe aartsbisschop
Rik Torfs Zaterdag in Mechelen nam Jozef De Kesel bezit van zijn bisschopszetel. Het aantal priesters dat concelebreerde of in het koor zat, was enorm. Van onder welke steen kwamen ze gekropen? Liturgie en muziek straalden op elk moment schoonheid uit. En de homilie van de nieuwe aartsbisschop, in twee talen uitgesproken zoals dat hoort in een bisdom waar de taalgrens geen grens is, klonk overtuigend. Persoonlijk ervoer ik maar één minpuntje: de collecte. Ik zat zonder portefeuille in de kathedraal, doch kon rekenen op de menslievendheid van mijn buurman, Steven Vanackere. De nieuwe aartsbisschop beklemtoonde dat katholieken vandaag in een geseculariseerde samenleving leven, maar de overvolle Sint-Romboutskathedraal zond anderhalf uur lang een ander signaal uit. Even was Vlaanderen weer katholiek. Zoals tot een kleine halve eeuw geleden vanzelfsprekend leek, zoals het tegenovergestelde vandaag de evidentie zelve lijkt. Er zijn nog steeds veel mensen die beweren katholiek te zijn opgevoed, waarbij vooral het laatste verrast. Enkel een minderheid is katholiek gebleven. Dat is een vaststelling. Hoe komt het toch, dacht ik zaterdag, dat katholiek blijven mezelf al die jaren zo weinig moeite heeft gekost? Natuurlijk geloof ik niet elke dag evenveel of even hard, maar op de rand van het ongeloof, of erover, heb ik mij nooit bevonden. Te weinig nagedacht? Zou kunnen, al heb ik het denken lief. Te weinig gelezen? Mogelijk, voor ieder mens blijven de meeste boeken die ooit geschreven zijn voor altijd gesloten. Misschien school het antwoord in twee passages die zaterdag werden voorgelezen. Zo was er dat ene zinnetje in de brief van Paulus aan de Filippenzen: ‘Wees onbezorgd.’ Zo leef ik. Dat lukt natuurlijk niet feilloos, uiteraard trek ik mij zoals iedereen de problemen die op me afkomen danig aan. De belangen van de KU Leuven zal ik te vuur en te zwaard verdedigen. Maar tegelijk is er in mijn bestaan een zorgeloze onderstroom. Het komt wel goed, ook als het slecht afloopt. Misschien moet ik van deze gedachte genezen, maar ze is voor mij altijd een bron van geluk geweest. Een stille bron, maar dat zijn bronnen altijd. De wilde rivieren en woeste watervallen komen pas later, stroomafwaarts. Een tweede prachtige tekst was het evangelie volgens Lucas, hoofdstuk 3. Johannes de Doper is er de centrale figuur. Vele mensen lieten zich dopen. ‘Ook tollenaars kwamen zich laten dopen en zeiden: “Meester, wat moeten wij doen?” Tegen hen zei hij: “Vorder niet meer dan u is voorgeschreven.”’ Het mooie is – De Kesel zei het ook in zijn homilie – dat niets buitengewoons wordt gevraagd. Je hoeft jezelf niet volledig weg te cijferen, het volstaat om correct je werk te doen en ook aan anderen te denken. Jezus Christus heeft, meer dan Johannes de Doper die een nevenfiguur blijft, zeer zeker een visie op God. Maar minstens even geweldig is zijn visie op de mens. Die is tot veel in staat, maar niet tot alles. Hij beoefent nu en dan de deugd, zonder haar definitief te omarmen. Op z’n best herkent hij zichzelf in de vreemdeling, maar niet altijd. Als hij zich verheft, ligt de vernedering op de loer, en andersom. De mens hoeft niet volmaakt te zijn om bemind te worden, het tegendeel ligt dichter bij de waarheid zonder er dan weer samen mee te vallen. Een heerlijk mensbeeld. Voldoende realiteitszin en voldoende ambitie. Na de viering volgde in het aartsbisschoppelijk paleis een hoogst aangename receptie die ik bewust heel lang liet duren, omdat duurzaamheid belangrijk is. Ik ontmoette er talloze broers en zusters, neven en nichten van de nieuwe aartsbisschop. Ze hadden veel contact met hem, zeiden ze, en zo leek het ook. Ik dacht meteen aan de biografie door Ton Crijnen van kardinaal Ad Simonis, van 1983 tot 2007 aartsbisschop van Utrecht. Op bladzijde 378 beschrijft Crijnen een oudejaarsdag van Simonis: ‘Hij reed dan om halfvier weg van de Maliebaan, eerst naar zijn zus in het Gooi, dan naar die in Amsterdam, dan naar die in Haarlem, en tot slot naar Heemstede, waar de laatste woonde. Om acht uur was hij alweer thuis. Toen hij bij een van die zussen binnenstapte en haastig op zijn horloge keek, zei ze pinnig: “Hou je jas maar aan Ad, dat scheelt alweer twee minuten.”’ Aandoenlijk, die haast van de kardinaal. Maar ze situeert zich niet geheel in de lijn van het katholicisme. Katholieken vinden zelden op weinig tijd de essentie. Ze hebben juist veel tijd nodig om haar met schoonheid te omzwachtelen. DS, 14-12-2015 (Rik Torfs) |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 15:04. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.