Leerkrachten bezorgd over nihilisme in de klas
‘Wat moet er van die jongens worden?’
‘Het lijkt alsof ze niet weten dat ze iets van hun leven kunnen maken.’ Leerkrachten in scholen in en rond Brussel maken zich zorgen over het je-m’en-foutisme bij een deel van de moslimjongeren in hun klas. Ze zien een leegte die opgevuld kan worden door fanatisme. ‘Misschien moeten we hen meer opvoeden dan onderwijs geven.’ ‘Nu zijn jullie bang, hé.’ Het was even slikken toen ze deze reactie van haar leerlingen kreeg, de eerste schooldag na de aanslagen in Parijs. Anne (een schuilnaam) geeft les in een middelbare school in de Vlaamse Rand, waar veel Brusselse jongeren schoollopen. Het zijn jongeren van vreemde afkomst maar wel van de tweede of derde generatie. In haar derde jaar kantoor (bso) zijn negen op de tien moslim. Door de uitspraak ervaarde ze een kille afstand tussen haar en de klas. Ook andere leerkrachten met wie we hebben gepraat, hangen een weinig *opbeurend beeld op van hoe het er in hun klas aan toegaat. Zij willen onder geen beding met hun naam of zelfs die van de school in de krant. Ze zijn bang. Zowel van de reacties van de leerlingen als van de directie, die niet graag heeft dat de vuile was wordt buiten gehangen. De jongeren in hun klas zijn onderaan de schoolse waterval beland, en zijn vaak ook doorgestuurd op andere scholen. ‘We hadden er die aan hun zoveelste school toe zijn. Alleen krijgen we geen informatie door over waarom ze elders uitgesloten werden. Hoe kunnen we hen dan goed begeleiden?’ Nihilisme Kun je in deze context doen wat een leerkracht moet doen: het leerplan afwerken? Onmogelijk, zeggen de leraressen. Veel van die gasten hebben geen getuigschrift van de lagere school, maar stromen door op basis van leeftijd. Ze leveren geen taken in, studeren amper voor toetsen. En dan hun houding: ze snauwen meer dan ze spreken. Het gaat voortdurend van ‘Putain’ of ‘J’aime pas’. ‘Alstublieft’, ‘Dank u’ of ‘Sorry’ kan er vaak niet af. Leerkrachten die tegengas geven, *worden afgedreigd of beschimpt. Het is elke dag knokken om respect af te *dwingen. Straffen hebben weinig impact, zegt Anne. ‘We straffen naar mijn gevoel niet op een gepaste manier. Wat bereik je met hen te schorsen en op de gang te zetten? Constructief sleutelen aan hun onaanvaardbaar gedrag gebeurt niet.’ Stagebegeleiders Stagebegeleiders zijn bang om sommige van die onhandelbare jongeren naar bepaalde bedrijven te sturen. Omdat ze te laat komen, weinig ijver aan de dag leggen. ‘Ze volgen kantoor, maar ze spreken onvoldoende Nederlands om de telefoon te beantwoorden. Je vraagt je echt af wat er van hen moet worden.’ Wat de leraressen beangstigt, is het je-m’en-foutisme. Anne: ‘Ze lijken in niets geďnteresseerd. Wat heb je in je vakantie gedaan? Niets, krijg je als antwoord. Ze hangen rond op straat of zitten hele dagen voor de pc. Met onze normen en waarden hebben ze geen voeling.’ De houding om iets te maken van je leven, merken de leerkrachten te weinig bij deze groep leerlingen. En die leegte kan dan opgevuld worden door religieus fanatisme. Anne: ‘Pas op, in mijn klas keurden ze de aanslagen van Parijs af. Wie mensen vermoordt, is onrein, bezoedelt de islam. Dat zeggen ze ook.’ Thuis krijgen de leerlingen weinig of geen steun. Ze lijken verweesd op te groeien. ‘De leerlingen smeken me om niets negatiefs te vertellen op het oudercontact, want dan krijgen ze slaag thuis.’ Als die ouders al opdagen, want soms komt een broer of een neef, die beter Nederlands spreekt. Toch zegt Anne dat ze er samen met goedmenende collega’s ‘iedere dag weer tegenaan gaan’. ‘Je moet wel. Die jongeren moeten kansen krijgen. Iemand moet voor hen opkomen. En gelukkig zijn er nog die goed terechtkomen.’ ‘Er is meer opvoeding dan onderwijs nodig’, vindt Anne, ‘er zou een sterkere band moeten zijn tussen de gezinnen en de school. En via allerlei organisaties – de jeugdbeweging, de sportclub *– zou er aan discipline, aan normen en waarden moeten worden gewerkt.’ Socialiseren is dan het toverwoord. *Patriek Delbaere van de onderwijs*koepel van steden en gemeenten pleitte pas nog voor een ander soort, meer *vakgericht onderwijs om te voorkomen dat er een verloren generatie ontstaat (DS 20 november). Lerares godsdienst en geschiedenis Angelique Hoogstoel, die lesgeeft in een school in hartje Brussel, nodigde dit voorjaar De Standaard al eens uit in haar klas, toen ze het had over de Israëlisch-Palestijnse kwestie. Om te tonen hoe je met de gevoelige thema’s omgaat in de les. Zij zegt dat zij zich wat ‘in de steek gelaten voelt’ door de beleidsmakers. ‘Je hoort verkondigen dat er behoefte is aan individuele begeleiding van jongeren. Binnen mijn schoolmuren merk ik veel goesting om dat te doen, maar dat er geen middelen tegenover staan, financieel noch structureel. Als de juiste mensen de ruimte krijgen om hieraan te werken, kunnen die wel degelijk een verschil maken. Maar je kunt niet verwachten dat scholen en leerkrachten dit allemaal gedaan krijgen, als ze met dezelfde eenheidsworst aan de slag moeten als de rest van Vlaanderen.’ Niet typisch Brussels Het Vlaamse onderwijs – en de opleiding van leerkrachten – heeft niet altijd voeling met de grootstad Brussel. ‘Kijk maar in de handboeken van de maatschappijgerichte vakken: de leefwereld van een Brusselse jongere komt er zelden of nooit in aan bod.’ Marc Borremans die voor de socialistische vakbond ACOD het Brusselse onderwijs opvolgt, wil de zaak niet dramatiseren. ‘Natuurlijk zitten we met een moeilijk publiek, maar dat is niet typisch Brussels. In Antwerpen zal je dezelfde verhalen horen.’ Wel vindt ook hij dat we – snel – een oplossing moeten vinden voor de slechte afstemming van het onderwijs op de arbeidsmarkt in de hoofdstad. ‘Anders zitten we echt op een tijdbom.’ DS, 21-11-2015 (Tom Ysebaert) |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 18:08. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.