Bikkelen over klimaatgeld
Bikkelen over klimaatgeld
De klimaattop van Parijs zal pas een akkoord opleveren als de ontwikkelde wereld genoeg geld vrijmaakt voor de ontwikkelingslanden om zich aan te passen aan de klimaatverandering. Dat geld komt slechts mondjesmaat vrij. Vandaag vergaderen de ministers van Financiën van de Europese Unie over de klimaatverandering. Ministers van Financiën en klimaatverandering... is daar enig verband? Absoluut. De klimaattop van Parijs gaat niet alleen over de uitstoot van broeikasgassen en de vraag hoe die stelselmatig verminderd kan worden. Even belangrijk is dat er duidelijkheid komt over financiële beloftes die zes jaar geleden in Kopenhagen werden gedaan. Het was Hillary Clinton, toen minister van Buitenlandse Zaken, die met veel bombarie aankondigde dat de rijke landen vanaf 2020 elk jaar 100 miljard dollar op tafel zouden leggen om de arme landen te helpen om zich aan te passen aan de klimaatverandering. Die belofte deed de lucht in Kopenhagen even opklaren, maar al snel werd duidelijk dat er tussen die belofte en de praktijk grote hindernissen stonden. Waar moest het geld vandaan komen en wie zou het beheren? Mocht ontwikkelingsgeld ingeschreven worden als klimaatgeld? Tot op vandaag wordt daarover gebakkeleid. Tussen haakjes: die 100 miljard vormen slechts een druppel op een hete plaat. Het Wereld Economisch Forum schat dat vanaf 2020 jaarlijks 5.000 miljard dollar geïnvesteerd moet worden in groene infrastructuur. Geloofwaardig? De Europese ministers van Financiën zullen vandaag niet veel meer doen dan nogmaals beklemtonen dat ‘de Europese lidstaten hun deel van het geld zullen storten’. Ze wijzen erop dat de EU vorig jaar al meer geld heeft vrijgemaakt: van 9,5 miljard euro in 2013 naar 14,5 miljard in 2014. ‘En de komende jaren zullen de EU en sommige lidstaten de inspanningen nog verhogen.’ In het dossier van het klimaatgeld wordt nu steevast verwezen naar een rapport van de Oeso. Die heeft geprobeerd duidelijkheid te scheppen in de geldstromen. Volgens de Oeso werd vorig jaar 62 miljard dollar vrijgemaakt voor de ontwikkelingslanden. In 2013 was dat 52 miljard. Dat geld komt zowel van de overheid als van privé-instellingen. Met die 62 miljard lijkt de belofte van 100 miljard vanaf 2020 haalbaar. De EU-ministers van Financiën schrijven dat er in 2014 ‘wezenlijke vooruitgang’ is geboekt. Maar ook de Oeso-berekeningen worden aangevochten. ‘De Oeso vergeet erbij te vertellen dat slechts een klein deel van de bedragen effectief gebruikt wordt voor de aanpassing aan klimaatverandering. Het merendeel zijn projecten die de uitstoot verminderen en dat was niet de afspraak’, zegt Bogdan Vanden Berghe, directeur van 11.11.11. ‘Bovendien telt de Oeso ook leningen mee die in geen geval als klimaatfinanciering kunnen gelden.’ Tegen de internationale afspraken in gebruiken verschillende landen ook ontwikkelingsgeld om de pot van de klimaatfinanciering te spekken. ‘17 procent van het wereldwijde ontwikkelingsgeld werd in 2013 op die manier gerecycleerd tot klimaatgeld. Dit komt de geloofwaardigheid niet ten goede.’ Ook ons land scoort op dit vlak bijzonder slecht. Omdat de gewesten en de federale overheid nog altijd geen akkoord hebben over de verdeling van de lasten, heeft België tot nog toe slechts 52 miljoen euro vrijgemaakt en dat is dan nog geld uit het fonds voor ontwikkelingshulp. ‘Dit staat in schril contrast met enkele buurlanden, die het belang van centen voor Parijs ondertussen wel begrepen hebben’, zegt Vanden Berghe. Duitsland stak in 2013 2 miljard euro in het klimaatfonds en engageert zich voor 4 miljard vanaf 2020. Frankrijk stort 5 miljard vanaf 2020, het Verenigd Koninkrijk van 2016 tot 2021 8 miljard euro, eveneens uit het (weliswaar sterk stijgend) ontwikkelingsbudget. ‘Ons land moet niet alleen duidelijk maken hoeveel geld het wil geven aan het klimaatfonds, maar ook waar dat geld vandaan komt.’ Voluntaristen Maar de Europese Unie is er beducht voor dat ze te veel lasten op zich moet nemen. Daarom schrijven de ministers van Financiën dat ze ‘uitkijken naar de toezeggingen van de opkomende economieën’. Die proberen evenwel de boot zoveel als mogelijk af te houden. Alleen China heeft al een toezegging gedaan van 3,1 miljard dollar. Binnen de EU heerst ook verdeeldheid. Duitsland en Frankrijk werpen zich op als voluntaristen. De Franse president François Hollande heeft van de klimaattop in Parijs het Franse diplomatieke speerpunt van 2015 gemaakt. Hij kan zich een mislukking nauwelijks veroorloven. Maar net als in het vluchtelingendossier staan vooral de Oost-Europese landen op de rem. Polen toont zich al jaren als een bijzonder koele minnaar van klimaatakkoorden. Met de nieuwe, conservatieve regering zal Warschau nog meer afremmen. ‘Toch heeft de Europese Unie er alleen maar belang bij dat ze eensgezindheid uitstraalt’, zegt Guntram Wolff, directeur van de economische denktank Bruegel. ‘Alleen zo kunnen ze een dikke vinger in de pap krijgen bij internationale klimaatinstellingen die stilaan vorm beginnen te krijgen. Die moeten goed bestuurd worden. Als de EU veel geld vrijmaakt, kan ze eisen dat dit goed beheerd wordt.’ DS, 10-11-2015 (Dominique Minten) |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 01:24. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.