Van Peking tot Uplace
Van Peking tot Uplace
Jonathan Holslag, China’s Coming War with Asia, Polity Press, 178 blz., paperback €18,35, hardcover €55,10. Hij schreef een onheilspellend boek over de militaire en economische wurggreep van China in Zuidoost-Azië, noemt het geloof van het Westen in een bonanza van de Chinese markt ‘een tragische vergissing’, en sluit een confrontatie met boots on the ground in Oekraïne niet uit. Interview met een specialist internationale politiek die de controverse niet schuwt. Uplace in Machelen? ‘Een vehikel van de Chinese machtspolitiek die onze welvaart bedreigt.’ VUB-professor Jonathan Holslag laat zijn licht niet alleen in de aula schijnen. Boeken, columns, colloquia, de specialist internationale politiek is op vele fronten actief. Zeggen dat de wereld luistert als hij spreekt, is misschien wat overdreven, maar de 34-jarige Limburger mocht het toch al mooi gaan uitleggen op nieuwszenders zoals BBC World, CNN en Al Jazeera, en zijn naam valt met enige regelmaat in vakbladen zoals The Economist en de Financial Times. Toch is Holslag niet zomaar een academicus. Een zucht naar reële, maatschappelijke invloed is hem niet vreemd. Hij stond destijds mee aan de wieg van de Vrijdaggroep, een denktank van jonge Belgische talenten die piekeren over een betere samenleving, en zit vandaag in de twaalfkoppige club van wijzen die minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA) adviseert over de hervorming van het Belgische leger. De politicoloog kent ook de cenakels van de Europese Unie, en zo nu en dan wordt hij door een commissie of werkgroep in Washington aan de mouw getrokken. Een man met een uitgesproken mening over een verrassend brede waaier van onderwerpen, ook dat is Jonathan Holslag. Vorige week nog kraakte hij in een messcherpe column in De Morgen het Uplace-project af. Maar China is nog zijn grootste dada. Voortdurend pendelend tussen Brussel en het Verre Oosten, heeft Holslag al vier boeken geschreven over de opkomst van China en de impact daarvan op de buurlanden en de rest van de wereld. Volgende week verschijnt zijn nieuwste boek, China’s Coming War with Asia, de Nederlandse vertaling is voor maart. De titel van uw boek klinkt als een onrustwekkende voorspelling. Mogen we aannemen dat u zelf hoopt dat u het bij het verkeerde eind hebt? JONATHAN HOLSLAG: Als politieke realist hoop je altijd dat een aantal van je verwachtingen niet uitkomen. Maar als je de Aziatische realiteit nuchter analyseert, kun je niet om de slotsom heen: we stevenen af op een periode van turbulentie en geweld. Waarom? HOLSLAG: China heeft sinds 1949 een onvoorstelbare weg afgelegd, politiek, militair en economisch, maar het beleid draait nog altijd rond dezelfde kern van harde, nationalistische belangen. Na de communistische machtsovername werden die vastgelegd in wat ik de ‘Vier Grote Aspiraties’ noem. De Chinezen wilden veilige grenzen en dus de controle over perifere gebieden zoals Tibet, Xinjiang en Binnen-Mongolië. Economische groei, welvaart en stabiliteit moesten het machtsmonopolie van de Communistische Partij vestigen. Verder wilden ze verloren territoria terugwinnen, zoals Taiwan, de betwiste grensgebieden in India, en een resem eilanden in de Oost-Chinese en de Zuid-Chinese Zee. Ten slotte zou het nieuwe China geen buitenlandse inmenging meer dulden. Die krachtlijnen zijn sinds 1949 talloze keren herbevestigd en vallen op zich ook perfect te verdedigen. Het is niet zo dat China een uitzonderlijk expansionistische agenda nastreeft, het koestert ambities die heel normaal zijn voor een opkomende grootmacht. Het probleem is alleen dat China die ambities onmogelijk kan realiseren zonder in conflict te komen met zijn buurlanden. Waar ligt het buskruit? HOLSLAG: Neem nu het respect voor de eigen soevereiniteit. Op zich valt daar weinig op af te dingen, maar waar ligt de grens? Valt onder die soevereiniteit ook de controle over de grote rivieren van Azië, die toevallig allemaal in China ontspringen? Want dat is de geografische realiteit: Peking controleert letterlijk de watertoren van een groot deel van Azië. De Brahmaputra, die van vitaal belang is voor miljoenen boeren in India en Bangladesh, ontspringt in de Chinese Himalaya. Voor de Chinezen is het evident: ze hebben het volste recht om die en andere rivieren voor eigen ontwikkeling te gebruiken. Ze hebben de voorbije decennia naar believen irrigatiekanalen en stuwdammen gebouwd, zonder veel rekening te houden met hun buurlanden. Nu al lopen de spanningen over de waterverdeling hoog op. Terwijl wij dachten dat de territoriale claims de grootste twistappel vormden... HOLSLAG: Dat is ook zo. Vooral het statuut van Taiwan en de door China en Japan betwiste eilanden in de Oost-Chinese zee ligt bijzonder gevoelig. Dat heeft met de geschiedenis te maken, en met decennialange propaganda en nationalistisch gekleurd onderwijs. Zelfs al hebben ze jarenlang in de VS gewoond, toch vinden alle Chinezen dat Japan de vijand is, en Taiwan een onlosmakelijk deel van het moederland. Binnenkort zijn er verkiezingen in Taiwan. Een spannend moment, want het ziet ernaar uit dat de Kuomintang-regering, die gewonnen is voor hereniging met China, het onderspit zal moeten delven tegen de nationalisten van de DPP. Die zullen niet meteen alle bruggen met Peking opblazen, maar zich wel terughoudender opstellen. Gevaarlijk, want in China lopen de frustraties nu al hoog op. De Chinezen vinden dat ze de voorbije tien jaar erg veel in Taiwan hebben geïnvesteerd, onder meer door voordelige handelsakkoorden te sluiten. Tijd om te oogsten, vinden ze. China is nu aan zijn vijfde generatie leiders toe. Huidig president Xi Jinping en de Communistische Partij zijn het aan zichzelf en aan de propaganda verplicht om binnen dit en tien jaar een doorbraak te forceren. Alleen zien ze dat in Taiwan niet zitten. Hoe nauwer de economische samenwerking met het moederland, hoe sterker de aversie voor een hereniging. De Chinese onderdrukking van het burgerprotest in Hong Kong vorige zomer heeft de zaak natuurlijk ook geen deugd gedaan. In Taiwan hebben ze nu wel begrepen wat de Chinese beloftes van politiek zelfbestuur waard zijn. Maar al die spanningen krijgen pas hun volle betekenis als je weet dat in Azië momenteel een duizelingwekkende wapenwedloop aan de gang is. China is de absolute koploper, het land geeft in zijn eentje meer uit aan defensie dan Rusland, Japan, Zuid-Korea en India samen. In 2007 schreef u dat China geen wereldmacht zou worden. Blijft u daarbij? HOLSLAG: Ik blijf ervan overtuigd dat China het erg moeilijk zal krijgen om de rol van de VS als absolute supermacht, die ongenaakbaar en wereldwijd zijn invloed kan doen gelden, over te nemen. Amerika heeft die status in de 19e en 20e eeuw kunnen verwerven zonder concurrerende of tegenstribbelende buurlanden. Die luxe heeft China niet; vroeg of laat moet de Chinese opkomst botsen met de belangen van de buren. China is intussen wel een regionale grootmacht geworden met wereldwijde belangen, van petroleumvelden in het Midden-Oosten, over plantages in Latijns-Amerika, tot ertsen en mijnen in heel Afrika. Leggen de Chinezen zich neer bij de rol van tweede viool? HOLSLAG: Ze zijn realistisch genoeg om te beseffen dat ze het nog niet kunnen halen van de VS. Zowel militair als qua bondgenoten lopen de Amerikanen nog ver voorop. Maar dat betekent nog niet dat ze zich neerleggen bij de situatie. Hoge Chinese officials schermen met termijnen van twintig tot dertig jaar. Rond 2050 hopen ze de Amerikanen militair bij te benen. In afwachting aanvaarden ze een scenario waarbij Peking en Washington in Azië de macht delen. Dat betekent streven naar een militair evenwicht en tegelijk selectief samenwerken. De Amerikanen stappen mee in dat verhaal, al is het allemaal erg dubbel. De strategie van het Pentagon is erop gericht om het overwicht te behouden en de opmars van China in te dammen. De militaire opbouw van de Amerikanen in Azië is dan ook gigantisch. Van Japan tot de Filippijnen hebben ze een keten van sensoren aangelegd om Chinese onderzeeërs te detecteren. Ze hebben hun basis op Guam fors uitgebouwd, ze hebben extra onderzeeërs en schepen naar de regio gestuurd, en ze zijn volop aan het experimenteren met nieuwe wapensystemen, zoals razendsnelle antischeepsraketten en onbemande aanvalsvliegtuigen. De Chinezen reageren daarop met de ontwikkeling van hypersonische raketten. Toch zijn ze beducht om zich al te ver te laten meeslepen. De Chinezen kennen de geschiedenis, ze hebben gezien hoe de Sovjet-Unie ten onder is gegaan aan de moordende wapenwedloop met de Amerikanen. U twijfelt er niet aan dat de Chinese leiders oprecht streven naar vreedzame co-existentie. Toch brengen diezelfde leiders hun land stap voor stap dichter bij een conflict met de buren... HOLSLAG: De Chinese leiders vinden dat ze de voorbije jaren erg veel in vreedzame relaties met de buurlanden hebben geïnvesteerd. Tegelijk vinden ze het normaal dat China zich militair en economisch verder blijft ontplooien en zijn territoriale aanspraken probeert hard te maken. En daar wringt het schoentje. Op termijn zullen de spanningen met de buurlanden escaleren. Waar of hoe valt moeilijk te voorspellen, er zijn heel wat scenario’s denkbaar. Japan en India zijn twee landen die nu al kreunen onder de Chinese druk. Niet alleen militair, want China speelt ook zijn economische en financiële macht uit. Japan, dat al twintig jaar in een stagflatie zit, moet met lede ogen aanzien hoe zijn industrie steeds meer te lijden heeft onder de Chinese concurrentie. Ooit komt het moment van de waarheid: leggen Japan en India zich neer bij de Chinese suprematie? Of gaan ze in het tegenoffensief, al dan niet met Amerikaanse steun? In zo’n klimaat kan één vonk volstaan om de boel te doen ontploffen. Wat zou die vonk kunnen veroorzaken? HOLSLAG: Een verdwaalde vissersboot in de Oost-Chinese Zee, of een vlag in een omstreden stuk van de Himalaya. Zulke incidenten zijn er al vaak geweest, en tot dusver hebben alle partijen het hoofd koel gehouden, maar ik maak me zorgen over het oplopende nationalisme in de regio. In Japan heeft premier Shinzo Abe bij de voorbije verkiezingen openlijk de anti-Chinese gevoelens bespeeld. Peking is trouwens woedend over de Japanse, door Amerika gesteunde plannen om zich te herbewapenen. India is een ander verhaal. Economisch is dat land geen partij voor China, en ook onder de nieuwe president Narendra Modi ziet het er niet naar uit dat India de sprong naar een moderne industriestaat snel zal maken. Tegen die achtergrond flakkert ook in India het nationalisme op, met een laagopgeleide bevolking die erg vatbaar is voor de propaganda van heetgebakerde media. Nationalisme kan een oorlog uitlokken, maar dat geldt ook voor economische problemen. Wat als de economische motor van China begint te sputteren? Niets is zo gevaarlijk als een opkomende grootmacht die stagneert. Stagnering van de Chinese economie is niet denkbeeldig. China kent veel sociale onrust, vooral de kloof tussen de rijke, geïndustrialiseerde Oostkust en het verpauperde binnenland leidt tot frustraties. Is de Volksrepubliek een reus op lemen voeten? HOLSLAG: De Chinese leiders hebben alleszins redenen om bezorgd te zijn. De Communistische Partij heeft haar legitimiteit altijd gekoppeld aan de belofte van een egalitaire samenleving. Dat verklaart haar obsessie met economische groei. China moet en zal evolueren naar een land met een gemiddeld inkomen per capita van 12.000 dollar (10.550 euro, nvdr.). Als dat niet lukt, zal China nooit de middelen hebben om een paar honderd miljoen inwoners in het binnenland en de periferie uit de armoede te tillen. Het volk is bereid tot zware offers, maar verwacht wel dat het kan profiteren van de economische strategie. De Partij speelt hoog spel, want ze heeft via de staatsbanken minstens 4500 miljard dollar (3950 miljard euro, nvdr.) spaargeld van de gezinnen overgeheveld naar investeringen in industrie en vastgoed. Wat als daar bubbels ontstaan en een deel van dat geld verdampt? Dan zullen de leiders niet aarzelen om de bekende truc van de externe vijand op te voeren om hun vel te redden. Aan doemscenario’s geen gebrek. Toch was de Chinese ambassadeur in Brussel bereid om uw boekvoorstelling bij te wonen. HOLSLAG: O, maar mijn boek heeft ook al een warme aanbeveling van een topper van de Centrale Partijschool in Peking gekregen. Kijk, ik ben scherp in mijn analyse, maar ik wijs de Chinezen niet met de vinger. Dat is het verschil met heel wat andere China-watchers, vooral Amerikanen hebben de gewoonte om China als boeman af te schilderen. Mijn boek heeft ook oog voor de positieve aspecten van het Chinese verhaal. Het is indrukwekkend hoe hun leiders er tot dusver in geslaagd zijn om spanningen te ontmijnen. De Chinezen spelen het spel meesterlijk. Kijk naar hoe ze als kredietverstrekker hun financiële macht aanwenden om de landen in Zuidoost-Azië tegen elkaar uit te spelen. Of hoe ze buitenlandse leiders inpakken met de belofte van een gemeenschappelijke harmonieuze toekomst. Geduld, zeggen de Chinezen, ooit zetten we de stap naar een consumptiegedreven economie, en dan wordt onze binnenlandse markt de motor om de hele regio te ontwikkelen. Je kunt alleen maar bewonderend toekijken hoe ze het altijd weer verkocht krijgen. De kracht van de Chinese diplomatie is ongeëvenaard. Kwaliteit, mankracht, ze spelen iedereen naar huis. Ook de Europese diplomatie schiet hopeloos tekort, we zijn niet meer in staat de Chinese strategie te doorgronden. Is dat erg? HOLSLAG: Ja, want de Chinezen doen hier net hetzelfde als in Azië, ze buiten onze verdeeldheid schaamteloos uit. De Britten worden gepaaid met de belofte dat de Londense City de exclusieve bestemming wordt voor Chinese beleggingen, Duitsland wordt dan weer hofleverancier van machines en auto’s, de Fransen krijgen het monopolie op de bouw van kerncentrales, en dwergstaat België wordt blij gemaakt met het perspectief dat we de Europese gateway voor de Chinese export worden. We trappen er met open ogen in, want intussen zijn de Chinezen volop Zuid-Europese havens aan het opkopen. Zijn we naïef in onze relaties met China? HOLSLAG: Zeer zeker. De Chinezen hebben de mond vol van samenwerking, maar de baten zijn vaak ongelijk verdeeld. Westerse bedrijven krijgen pas toegang tot de Chinese markt als ze hun technologie delen. Het omgekeerde gebeurt nooit, en toch rollen we de loper uit voor Chinese investeerders. Onze universiteiten lopen zich het vuur uit de sloffen om Chinese partners te vinden, en stellen daarbij hun kennis royaal ter beschikking. Andersom is ondenkbaar: de Chinese toplabo’s blijven potdicht. Naïef is ook onze visie op de Chinese industriële politiek. Die bedreigt onze welvaart. Voorlopig voelen we het nog niet in onze portefeuille, maar dat zal veranderen eenmaal China onze maakindustrie weggeconcurreerd heeft. Daar zit een strategie achter, maar we willen het niet zien. Ook Europa laat zich betoveren door de belofte dat de Chinese markt op termijn een bonanza wordt. Een fatale vergissing: als China ooit een consumptiegedreven economie wordt, zullen hier nog nauwelijks fabrieken overschieten om ginder de vraag te bevredigen. Het is ook vanuit die optiek dat ik zo hard ageer tegen fenomenen zoals Uplace. Dat moet u even uitleggen... HOLSLAG: Ik bekijk de realiteit altijd door een strategische bril, meestal vanuit een Aziatische context. Zo borrelt vanzelf de vraag op: hoe kunnen we de welvaart van onze kinderen waarborgen, rekening houdend met de scherpe economische machtspolitiek die vanuit Azië wordt gevoerd? Voor mij is het antwoord duidelijk: we kunnen die ambitie alleen waarmaken als we hier een maakindustrie creëren die niet alleen competitief is maar ook meer inzet op duurzaamheid, schoonheid en creativiteit. Ik geloof niet dat we de bestaande industrie koste wat kost moeten proberen te behouden. Eigenlijk pleit ik voor een nieuw Europees ontwikkelingsmodel. Verstedelijking is daarbij een cruciaal gegeven, zeker in een regio als Vlaanderen. In plaats van onze economie meer afhankelijk te maken van diensten in slechts enkele grootsteden, met alle pendelellende als gevolg, pleit ik ervoor om de economische activiteit opnieuw wat te decentraliseren naar kleinere steden. Met wat vooruitstrevendere standaarden moet dat mogelijk zijn. En het zal bijdragen tot een hechtere, bewustere samenleving. Je moet dus niet komen aanzetten met koopparadijzen die de steden leegzuigen en zich opdringen als surrogaat voor een goede maakindustrie. De N-VA reageerde bits op uw column over Uplace. Touché? HOLSLAG: Ik maak me erg kwaad om het uitblijven van een volwaardige economische strategie. De regio’s die nu de bevoegdheid hebben, moeten dat proces durven te sturen. Ik hoor van de N-VA dat de Vlamingen wijs genoeg zijn om voor zichtzelf uit te maken wat goed voor ze is en waar ze willen gaan shoppen. Inderdaad, in een echte vrije markt kan de burger louter op basis van vraag en aanbod rationele keuzes maken. Maar de vrije markt is een mythe: de hele economie wordt door politieke interventies gemanipuleerd, van de beslissing van de Europese Centrale Bank om de geldsluizen te openen tot het industriële beleid van China dat zich een weg dumpt uit zijn overcapaciteit. Wat wordt het aanbod van zo’n Uplace? Negentig procent made in China, honderd procent zelfs als het gaat over Primark, de modeketen die Bart De Wever toch zo graag naar Antwerpen wil lokken. Zien ze het dan niet? Ze verschuiven wat werkgelegenheid en scheppen een vals gevoel van welvaart. Dat zijn eigenlijk vehikels die de economische ambities van landen als China helpen waarmaken en die onze welvaart bedreigen. De Wever zou beter wat harder zijn best doen om de containerschepen die in Antwerpen aanmeren terug te laten varen met volle containers kwaliteitsgoederen made in Flanders. U schuwt de controverse niet. Uw pleidooi voor een sterk leger met een vloot nieuwe jachtbommenwerpers maakte veel ophef. Bent u een havik? HOLSLAG: Ik ben een politieke realist. Een leger blijft noodzakelijk als laatste optie, een redmiddel dat je pas gebruikt als al de rest heeft gefaald. Zoals een brandverzekering. Die kost je elk jaar een stevige duit, terwijl je hoopt dat je ze nooit nodig zult hebben. Maar als het ooit brandt, wil je ze niet missen. Kijk ook naar de geopolitieke context. Ik durf echt niet uit te sluiten dat we vroeg of laat onze handen weer moeten vuilmaken. Hoe gaan we aan onze kinderen uitleggen dat we geen middelen hebben om de opmars van de vijand af te remmen? België heeft nu al het laagste defensiebudget van heel Europa, en toch wordt er de komende jaren nog 1,4 miljard wegbezuinigd. Komaan, schaf de hele krijgsmacht dan meteen af. De geopolitieke barometer staat inderdaad op storm. Ook dicht bij huis. Vindt u net als de Britse historicus Timothy Garton Ash dat we Vladimir Poetin in Oost-Oekraïne een krachtige halt moeten toeroepen? HOLSLAG: De Russen hebben in Oekraïne al verschillende rode lijnen overschreden. Toch geloof ik dat Poetin beseft dat hij zich geen nieuwe Koude Oorlog kan veroorloven, anders dreigt Rusland helemaal het knaapje van China te worden. Want vergis je niet: Peking zal niet nalaten de zwakte van Rusland uit te buiten. Poetin heeft er dus belang bij de boel niet uit de hand te laten lopen, maar de realiteit op het terrein blijft onvoorspelbaar. Ik geloof niet in wapenleveringen aan Oekraïne. De Russen hebben eindeloze arsenalen om dat tegen te werken. We moeten de Russen de kans geven om een nieuw partnerschap voor te bereiden, maar ons ook schrap zetten voor een mogelijke harde confrontatie, waarbij boots on the ground niet uitgesloten zijn. Een nog veel grotere brandhaard is het Midden-Oosten. De IS heeft nu ook delen van Libië ingepalmd en staat daarmee voor de poorten van Europa. Hoe moeten we daarop reageren? HOLSLAG: We moeten de harde macht behouden om ons te beschermen tegen de ergste uitwassen en intern werken aan een performant antiterreursysteem. Maar we moeten ons er ook van bewust zijn dat Europa op lange termijn nooit voldoende gewicht in de schaal zal kunnen werpen om het met repressie alleen te redden. Alleen al de bevolking in Noord-Afrika en het Midden-Oosten groeit daarvoor te snel. We zullen dus ook hard moeten nadenken hoe die bevolking kansen kan krijgen. Dat brengt ons weer bij dat nieuwe ontwikkelingsmodel dat meer banen oplevert en duurzamer is. Maar op dit moment geloof ik niet dat we ons militair te zeer in dat moeras moeten begeven. Afschermen is de boodschap. Klinkt wat cynisch. Heet dat niet de Somalië-aanpak? HOLSLAG: Dat is een platitude, maar in zekere zin past ze wel. Noord-Afrika en het Midden-Oosten zijn aan het verworden tot één groot Mogadishu. Knack, 25-02-2015 (Erik R*spoet) |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 20:12. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.