Onderhandelaars verhogen pensioenleeftijd naar 67
 

De federale regeringsonderhandelaars zijn het vanochtend eens geraakt over de pensioenen. Er is sprake van een verhoging van de pensioenleeftijd tot 67 jaar in 2030. Ondertussen onderhandelen de delegaties verder over werk, maar door het struikelblok van de fiscaliteit lijkt het steeds onwaarschijnlijker dat de finish vandaag nog gehaald wordt.
Na een korte onderbreking gingen de verschillende partijen omstreeks 6 uur opnieuw plenair samen rond de tafel zitten om verder te praten over werk en pensioenen. Intussen raakte bekend dat de partijen over dat laatste thema op dezelfde lijn zitten. De wettelijke pensioenleeftijd blijft 65 jaar tot 2024, gaat naar 66 in 2025 en wordt in 2030 op 67 jaar vastgelegd. Als reden voor het optrekken van die wettelijke pensioenleeftijd wordt gewezen op de stijgende levensverwachting.

Er komen ook overgangsmaatregelen. Wie in 2016 58 jaar is zou maximum twee jaar langer moeten werken en wie in in 2016 59 (of ouder) is maximaal 1 jaar. Vervroegd pensioen zou pas vanaf 63 jaar mogelijk worden. Er is ook sprake van een versoepeling van de regeling rond bijverdienen voor gepensioneerden. Zo zouden gepensioeneerden onbeperkt mogen bijverdienen vanaf 65 of vroeger bij een loopbaan van 45 jaar.

Uitbreiding tijdskrediet

Voor het probleem van de politiepensioenen zou ook een "speficieke overgangsmaatregel" uitgewerkt zijn, zo is te horen. De details van die regeling zijn nog niet bekend. Voorts komt er een uitbreiding van het tijdskrediet met 12 maanden, specifiek voor mensen die voor hun kinderen (tot acht jaar) willen zorgen of bijvoorbeeld voor palliatieve zorgen.

Er zouden ook maatregelen rond activering op tafel liggen, maar daar is nog geen akkoord over. Zo zou er een vrij aanvullend pensioen komen voor werknemers die geen aanvullend pensioen hebben via de sector waarin ze tewerkgesteld zijn.

Kans op volledig akkoord is klein

Intussen gaan de onderhandelaars door het hoofdstuk werk. De discussie over fiscaliteit is evenwel nog steeds niet afgerond, en belooft het grootste struikelblok te worden. De christendemocraten willen in ruil voor een eventuele indexsprong een belasting op vermogenswinsten.

Er zouden verschillende scenario's en berekeningen gemaakt zijn voor een speculatietaks en een verhoging van de bankentaks, maar die CD&V-voorstellen liggen moeilijk voor de andere partijen rond de tafel. De kans dat er vandaag alsnog een akkoord uit de bus komt, lijkt daarom heel erg klein.

Bron: De Standaard
http://www.standaard.be/cnt/dmf20141007_01307589
Datum: 07/10/2014

Eigen mening: Persoonlijk begrijp ik dat de overheid een pensioenverhoging doorvoert. Er is namelijk sprake van een hoge levensverwachting, daar kunnen we niet buiten. Ik vraag mezelf wel af waar of wanneer men gaat stoppen met het optrekken van de pensioenleeftijd. Wanneer ikzelf bijvoorbeeld aan het werk zal gaan zijn we (hopelijk) 2018-2019. Dit wil dus zeggen dat een goede 11 jaar later mijn pensioenleeftijd al 67 zou zijn. Op zich lijkt het geen drastisch verschil, 2 jaar, maar waar gaat het stoppen?

Specifieke overgangsregelingen zijn bij bepaalde beroepen essentieel vind ik. Dan denk ik aan politieagent, brandweerman, cipier, enz. Deze beroepen zijn uiterst gevaarlijk indien de persoon in functie niet meer honderd procent functioneert.

Ze mogen maatregelingen nemen maar ze moeten consequent zijn en ze moeten deze niet blijven aanpassen. Ik denk nu bijvoorbeeld dat als er een akkoord van de leeftijd 67 is, dat men dit 5 jaar later niet moet herzien naar 68 of ouder. Men moet ook nog van de welverdiende pensioen kunnen genieten en dus niet heel zijn/haar leven gewerkt hebben.