Met wapens koop je geen vrede
Met wapens koop je geen vrede
Syrische milities bewapenen is dat wel een goed idee? Uiteraard moet de terreur van Islamitische Staat worden gestopt, zegt Tom Ruys. Maar of we stabiliteit in het Midden-Oosten gaan creëren door massaal wapens in te voeren, is zeer twijfelachtig. Het verleden leert immers dat die wapens al eens in de verkeerde handen terechtkomen. Wapens leveren aan Syrische rebellen botst niet alleen op juridische bezwaren, het lost ook niets op. Aan de recente luchtaanvallen op Islamitische Staat (IS) – waar ook ons land inmiddels op heeft ingetekend – wordt veel aandacht besteed. Minder bekend is dat verschillende landen al veel langer in het conflict betrokken zijn doordat ze wapens leveren aan milities. De VS en Frankrijk bijvoorbeeld bevoorraden de Syrische rebellengroeperingen al geruime tijd. Beide hebben intussen aangegeven de leveringen op te voeren aan milities die IS bekampen (in het bijzonder de Koerdische peshmerga’s). Ook andere Europese landen, waarvan er sommige aanvankelijk alleen non-lethal assistance verstrekten (lees: kogelvrije vesten, satelliettelefoons en dies meer), volgen nu dit voorbeeld. De publieke opinie lijkt daar weinig graten in te vinden. Integendeel, een gezaghebbend magazine alsThe Economist roept al maanden om extra wapentuig voor de Syrische rebellen. Maar is dat wel verstandig? Al in mei 2013 werd op EU-niveau hevig gediscussieerd over de vraag of het toenmalige wapenembargo in Syrië al dan niet moest worden opgeheven. De Fransen en Britten ijverden voor een versoepeling van dit embargo om wapenleveringen aan het Vrije Syrische Leger mogelijk te maken. Rusland – niet gespeend van hypocrisie – vond dat zulks niet door de beugel kon: wapenleveringen aan niet-statelijke gewapende groepen zijn immers in strijd met het internationaal recht. Ook binnen de EU weerklonken juridische bezwaren. Oostenrijk bijvoorbeeld stelde – terecht – vast dat wapenleveringen aan de Syrische oppositie strijdig zijn met het non-interventiebeginsel en het geweldverbod uit het VN-handvest. Het non-interventiebeginsel verbiedt inderdaad dat derde landen militaire steun geven aan partijen die betrokken zijn in een burgeroorlog. Dergelijke steun (zonder machtiging van de VN-Veiligheidsraad) wordt traditioneel beschouwd als een onwettige inmenging in de interne aangelegenheden van het betrokken land. Medeplichtig Een ander juridisch probleem rijst als men wapens gaat leveren aan partijen die zich systematisch schuldig maken aan mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden. Zo was het in 2013 algemeen bekend dat de Syrische rebellen zich – net als het Assad-regime – bezondigden aan oorlogsmisdaden. Ook vandaag begaan de verschillende partijen in Syrië en Irak dergelijke wanpraktijken. In een recent interview gaf Rudi Vranckx, net terug van het Koerdische front, aan nog geen enkele gevangengenomen strijder te hebben gezien, wat weinig goeds doet vermoeden over de naleving van het oorlogsrecht. Landen die willens en wetens wapens verstrekken aan partijen die ernstige inbreuken op het oorlogsrecht begaan, handelen onwettig en maken zich medeplichtig. Dit staat overigens in zoveel woorden in het VN-Wapenhandelverdrag uit 2013, dat net vorige week het vereiste aantal ratificaties verkreeg om in werking te treden. Behalve deze bezwaren is er de nuchtere vaststelling dat landen niet leren uit het verleden. Niet zo heel lang geleden gaven de Verenigde Staten militaire steun aan de Afghaanse taliban, waarmee ze hun eigen monster van Frankenstein schiepen. Idem voor Libië: de wapens die de VS en Frankrijk in 2011 hielpen leveren in de strijd tegen ¬Kadhafi worden vandaag naar hartenlust gebruikt in een uitzichtloze clanoorlog. Dat weerhoudt Qatar en andere Arabische landen overigens niet om nog steeds militaire steun te geven aan deze of gene Libische militie. Soortgelijke vaststellingen zijn er in Irak en Syrië. Zo heeft heel wat geïmporteerd wapentuig al snel zijn weg gevonden richting IS en Al-Nusra. Illusie van overwinning IS vormt zonder enige twijfel een ernstige bedreiging voor de vrede en veiligheid – zowel voor de Arabische als voor de westerse wereld. Die bedreiging moet resoluut worden aangepakt en verdient een breed gedragen internationale reactie. Het geloof dat een massale instroom van wapens een positieve impact kan hebben op het conflict lijkt echter misplaatst. Dergelijke instroom maakt dat het conflict alleen maar heviger wordt en langer duurt, en het tast de vooruitzichten op het herstel van een stabiele staat aan. Zoals de VN-onderzoekscommissie voor Syrië eerder opmerkte: ‘Wie wapens levert, creëert alleen de illusie van een overwinning’. Je kan maar hopen dat België zich niet in dit verhaal laat meesleuren en dat de wapens van FN – die eerder al opdoken in Libië – hun weg niet vinden naar Irak en Syrië. De enige speler die hier garen bij spint, is de wapenindustrie. Bron: De Standaard; http://www.standaard.be/cnt/dmf20140929_01294062 ; (30/09/2014) Eigen mening: Ik vind dat de schrijver van dit artikel volledig gelijk heeft. Wapens leveren is nooit de oplossing. Je kan niet met zekerheid zeggen waar die wapens terechtkomen en of ze wel gebruikt worden voor het doel dat je voor ogen had. Als men zich al op militair vlak wil mengen, kan men dat beter doen door eigen militaire troepen te sturen. Zo behoudt men de controle over zijn eigen inmenging in het conflict. Ook vind ik dat het argument van medeplichtigheid zeer zeker klopt. Als er met de wapens die je gestuurd hebt, mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden gebeuren, ben je zeker medeplichtig. Jij hebt er immers voor gezorgd dat deze schenders de wapens voor hun daden hadden. Zou men inderdaad zoals dit artikel zegt, niet beter leren uit zijn fouten van het verleden? Kijk maar naar wat ingevoerde wapens al voor slecht gedaan hebben tegenover het weinige goed, ze zijn zeker geen oplossing van het probleem. |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 12:57. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.