Pleidooi voor toelatingsproef leraar lager onderwijs
 

Pleidooi voor toelatingsproef leraar lager onderwijs

Wie begint aan de opleiding leraar lager onderwijs, is er vaak niet klaar voor. De lat ligt immers hoog in de opleiding, gemiddeld haakt 40 procent af tijdens of na het eerste jaar. De visitatiecommissie die de zestien Vlaamse lerarenopleidingen evalueerde, pleit daarom voor een "instroomregulering" tot de opleiding. Dat meldt de Vlaamse Universiteiten en Hogescholen Raad (VLUHR).

De opleidingen leraar lager onderwijs "bieden doorgaans kwaliteitsvolle programma's aan". Maar volgens de vier commissies met nationale en internationale experten die de hogeschoolopleidingen beoordeeld hebben, is de "veelzijdige en pittige job" van leraar niet voor alle startende studenten weggelegd.

De opleiding is veeleisend, klinkt het. "Naast het opbouwen van een behoorlijk taal-, reken- en algemeen kennisniveau, moeten de lerarenopleidingen hun studenten nadrukkelijk klaarstomen voor een multiculturele samenleving en de snel veranderende wetenschap en technologie. De op de toekomst gerichte leraar moet zich een internationaal georiënteerde, onderzoekende en innovatieve houding eigen maken."

Studenten niet klaar
De experten wijzen erop dat de opleidingen "grote krachtsinspanningen" leveren om de studenten die niet klaar zijn voor de opleiding intensief te begeleiden. Zij vrezen dat dit ten koste gaat van de tijd die in de driejarige opleiding beschikbaar is om alle nodige vaardigheden te bestieren.

Daarom hun pleidooi voor een soort van instroomregulering. "Wie competent is voor de opleiding stroomt door, de anderen moet je heroriënteren", vat Klara De Wilde van de VLUHR - de instantie die de expertenvisitaties ondersteunt en coördineert - samen. "Je hebt een diverse instroom, uit ASO, TSO tot BSO. Niet altijd zijn de startcompetenties aanwezig."

Met het visitatierapport moeten de opleidingen naar de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) stappen om er hun accreditatie te bekomen. Die laat hen toe de opleiding aan te bieden.

Bron: De Morgen, 19/09/2014 (9u31), http://www.demorgen.be/dm/nl/1344/O...onderwijs.dhtml

Mening:
Als studenten die de opleiding leraar lager onderwijs willen gaan doen een toelatingsproef moeten afleggen vind ik dat dit eveneens bij de opleiding leraar kleuter en secundair onderwijs moet gebeuren.
Zelf ben ik geen voorstander voor een toelatingsproef. Het is niet omdat je beginkennis eerder laag is, dat je de opleiding niet gaat kunnen volbrengen. Een korte schets wat ik hiermee wil zeggen: Je kan in het secundair onderwijs zo weinig wiskunde gehad hebben dat je bijvoorbeeld voor het onderdeel wiskunde niet slaagt tijdens de toelatingsproef. Dit wilt niet zeggen dat als je er door het jaar aan kan werken, dit niet kan verbeteren. Als je iets echt wilt en het lukt niet zo goed, ga je er meer tijd aan besteden zodat het wel lukt.
Niet alle studenten stoppen omdat ze de kennis niet hebben. Regelmatig hoor je wel eens dat ze stoppen omdat de opleiding qua stage en taken te zwaar is. Hierbij dachten de studenten dat ze enkel de kennis moesten hebben deze moesten overbrengen aan de leerlingen.

Ik ga zeker met de mening hieronder akkoord. Een professionele Bachelor als een lerarenopleiding waarop studenten worden afgerekend op een toelatingsproef vind ik absurd. Zoals reeds vermeld is het zeker in onze opleiding het geval dat men kan bijschaven gedurende de opleiding. Vooraf bepalen of de student al dan niet wordt toegelaten zal ervoor zorgen dat we in het onderwijs veel gemotiveerde en sterke leerkrachten zien verloren gaan.

Ik ben akkoord met I*e over het feit dat de proef zou moeten doorgaan in zowel het kleuteronderwijs als het lager onderwijs en het secundair onderwijs. Al denk ik dat men hier meer spreekt over een toelatingsproef die niet echt de leerlingen weigert, maar indien er leerlingen zijn die bepaalde vaardigheden hebben, die opgekrikt kunnen worden, vind ik dit zeker geen slecht idee. Een leerkracht moet volgens mij toch van alles een beetje afweten en competent genoeg zijn om voor de klas te staan, of dat nu bij kleuters is, leerlingen van de lagere school of pubers.

Een echte toelatingsproef waarbij leerlingen de toegang geweigerd kan worden om de opleiding te volgen, vind ik echter niet zo’n goed idee. Volgens mij is dit ook niet zo bedoeld in het artikel. Het gaat meer om een test aan te bieden die niet bindend is en die de student kan doen inzien of hij over voldoende voorkennis beschikt om de studierichting aan te vatten. Ik denk dat iedereen wel voor het beroep leerkracht kan gaan, zolang je voldoende gemotiveerd bent om de opleiding te volgen en je ervoor gaat, ook al gaat niet alles van de eerste keer van een leien dakje.