Tijd om taboes te laten sneuvelen
Tijd om taboes te laten sneuvelen
Nu de kiezer meerdere coalities heeft mogelijk gemaakt, duikt weer de vrees op dat we vertrokken zijn voor eindeloze onderhandelingen. Dat zou inderdaad jammer zijn. Niet zozeer omdat een politieke impasse de rente opnieuw door het dak kan jagen – de ECB heeft die momenteel goed onder controle – maar vooral omdat we het momentum van een aantrekkende conjunctuur zouden kunnen missen. Gezinnen stellen hun consumptie uit zolang ze niet weten wat de invloed van de besparingen en fiscale hervormingen op hun portemonnee zal zijn, terwijl bedrijven ons land links laten liggen en elders investeren zolang ze geen zicht hebben op concrete maatregelen. De partijen die aan zet zijn, laten er dus beter geen gras over groeien. Zoals de campagne, moeten de regeringsonderhandelingen over sociaal-economische thema’s gaan. Wie ook aan de macht komt, heel wat verkiezingsbeloftes zullen ingeslikt moeten worden. Alleen al omdat alle partijen zich bij de eigen voorstellen wel erg rijk hebben gerekend. Bovendien moeten uiteenlopende programma’s verzoend worden. Dat hoeft electoraal geen probleem te vormen, want als het goed georganiseerd wordt, zal het zijn vruchten afwerpen. De bestuursperiode duurt lang genoeg. Alle partijen vinden dat de nieuwe regering de concurrentiehandicap moet aanpakken en meer mensen aan de slag moet krijgen. Dat is een goed uitgangspunt, maar koken kost geld. Er zullen bijvoorbeeld lastenverlagingen en meer overheidsinvesteringen nodig zijn. Dat geld zal er mede door de genereuze partijberekeningen jammer genoeg niet zijn, want tegelijkertijd moet een ferm begrotingstekort weggewerkt worden. Het wordt dus kwestie van de zaken slim aan te pakken en enkele taboes te laten varen. 1. Bezint eer ge bespaart Ervaringen van andere landen (bijvoorbeeld Duitsland) en uit het verleden (jaren 80 en 90) leren dat het efficiënter is om eerst de verzwakte competitiviteit en de hoge inactiviteitsgraad aan te pakken. Meer mensen aan het werk zetten en de concurrentiekracht verbeteren zal de groei ondersteunen, waardoor het vervolgens makkelijker wordt om het tekort weg te werken. Als je daarentegen start met té forse besparingen zoals de (centrum)rechtse partijen voor het begin van de bestuursperiode vooropstellen, vernietig je jobs, waardoor de inkomsten voor de overheid tegenvallen, en er tegen 2018-2019 ook geen budgettaire ruimte vrijkomt om de plannen te financieren. Het stabiliteitspact met Europa bijsturen, zou dus geen slecht idee zijn. 2. Het heilige huisje van de woonbonus Jobs kunnen ook gecreëerd worden zonder op de begroting te wegen via slimme verschuivingen in de overheidsuitgaven. Bepaalde uitgaven blijken in de praktijk meer kwaad dan goed te doen. Van de woonbonus weten we bijvoorbeeld dat die alleen maar tot hogere vastgoedprijzen heeft geleid, waardoor hij de koper van een woning niets oplevert. Bovendien blijkt uit heel wat onderzoek dat het aantal huiseigenaars kunstmatig opkrikken jobs vernietigt, omdat je zo de mobiliteit en flexibiliteit van werknemers doet afnemen, en dure files en langere pendeltijden veroorzaakt. Laten we dus eindelijk dit heilige huisje slopen, en het budget stapsgewijs verschuiven naar uitgaven die wel een sociaal-economische toegevoegde waarde hebben, zoals werklozen activeren, oudere werknemers opleiden en investeren in onderzoek en ontwikkeling. 3.Taks-shift Ook een verschuiving van belastingen die meer wegen op de groei naar belastingen die dit minder doen, kan jobs creëren zonder de begroting in het rood te duwen. Uit heel wat onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat een verlaging van de belastingen op arbeid, in het bijzonder die van lage inkomens, gefinancierd met een verhoging van consumptiebelastingen, heel wat extra jobs oplevert. En toch waren alle partijen daar bijzonder terughoudend over. Nergens voor nodig, want de totale belastingdruk neemt daardoor helemaal niet toe, consumptiebelastingen zijn veel makkelijker te innen dan kapitaalbelastingen, terwijl je een en ander probleemloos kan organiseren zodat de sterkste schouders het meest bijdragen. Het is in ieder geval rechtvaardiger en efficiënter dan een indexsprong voor de competitiviteit. 4. Een goesting-om-te-werkenplan De belangrijkste uitdaging is ongetwijfeld de vergrijzing. We kunnen die onmogelijk blijven financieren met besparingen en belastingverhogingen. De voorstellen die tijdens de campagne werden gedaan, zijn totaal ontoereikend. Onze loopbanen moeten aanzienlijk verlengd worden, zoals in andere landen gebeurt. Om dat te realiseren, moet je steunen op drie pijlers: economische prikkels geven (bijvoorbeeld gerichte lastenverlagingen en een bonus-malussysteem voor werknemers), een goesting-om-te-werkenplan om langer werken ook werkbaar te maken, en de pensioenleeftijden stapsgewijs optrekken. Ja, ook de wettelijke pensioenleeftijd van 65 jaar, het enige taboe waar zelfs de N-VA en de PS het tijdens de debatten over eens waren, zal moeten sneuvelen als we onze welvaartsstaat willen behouden. 5. De index als laatste taboe Het ligt voor de hand dat sociaal-economische hervormingen pas kunnen slagen als de sociale partners betrokken worden, en niet op oorlogsvoet leven met de regering. Het is bijvoorbeeld beter om hen het goesting-om-te-werkenplan te laten uitwerken. Het kan ook niet de bedoeling zijn dat een verlaging van de loonlasten louter wordt gebruikt om de winstmarges of de nettolonen te verhogen. Er moet een engagement zijn dat dat extra jobs oplevert. De sociale partners kunnen ten slotte ook eens over het grootste taboe in dit land praten: de index. Uit onderzoek weten we dat zowel de koopkracht als de competitiviteit het meest baat hebben bij een koppeling van de lonen aan de inflatiedoelstelling van de ECB (indien je de index wil behouden), of een loonoverleg dat gecoördineerd wordt op nationaal niveau. In geen geval het huidige systeem dus, noch het N-VA-voorstel om lonen te onderhandelen op sectorniveau. DS, 27-05-2014 (Gert Peersman) |
Goed moment voor offensief tegen racisme
Goed moment voor offensief tegen racisme
Guy Tegenbos Zeven agenten bevestigen vandaag in deze krant wat een politieinspecteur hier tien dagen geleden stelde: er is flink wat racisme aanwezig in het Antwerpse politiekorps. Het korps dat onder meer moet bewaken dat racisme in de samenleving niet voorkomt, zit in eigen schoot met die kwaal. Mensen die een andere origine hebben of lijken te hebben, worden er niet aanvaard, worden er opzijgeschoven, worden er gediscrimineerd. Eigen interne studies hadden eerder al knipperlichten doen branden. Desondanks ontkent de leiding van het korps nog altijd. Ze wil ook niet spreken. Ze wil straffen, maar vooral voor wie aanklaagt dat racistisch gedrag niet wordt bestraft. Het is onbegrijpelijk dat professionals zich anno 2014 nog zo gedragen. Overal ter wereld zijn er politiekorpsen die met soortelijke neigingen worstelen of geworsteld hebben. De eerste les die ze allemaal geleerd hebben is: erken het probleem. Het probleem negeren en de klachten onder de mat vegen, is de ideale voedingsbodem om het probleem nog verder te laten groeien. De tweede les is dat elke klacht ernstig onderzocht moet worden, en dat fout gedrag snel bestraft moet worden. Lik op stuk. De aansluitende derde les is echter dat het niet volstaat wat individuen aan de muur te spijkeren. De instelling zelf moet ook veranderen. En dat kan maar – vierde les – als de leiding van de organisatie de leiding neemt van het antiracisme- en het non-discriminatiebeleid. De vijfde les is dat een echte oplossing maar in aantocht is zodra de organisatie beseft en beslist dat ze maar goed kan werken als ze min of meer de spiegel is van de samenleving. Een ‘wit’ korps in een stad die zeker voor een derde gekleurd is, dat klopt niet. Dat vráágt om problemen. Brussel doet het ook niet perfect, maar in dit dossier wel beter dan Antwerpen. Klachten worden er ernstig genomen. En Brussel rekruteert bewust in die groepen in plaats van ze af te stoten. Rotterdam, Aken, Londen, Rijsel... doen dat ook. Het is goed in de luwte van de paringsdans van de regeringsformaties hierover even na te denken. En vervolgens te beslissen dat dit het goede moment is om de strijd tegen de racistische neigingen in de politiekorpsen – Antwerpen is heus niet het enige met problemen – aan te scherpen. En het beste langetermijnwapen daarvoor is: gericht rekruteren in de gediscrimineerde groepen. Terloops: er zijn nog belangrijke instituten in de samenleving die deze laatste beleidslijn dringend zouden moeten aannemen. Het onderwijs. En de gezondheidszorg. En de media misschien ook. DS, 31-05-2014 (Guy Tegenbos) |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 12:46. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.