Waakhond of dolle hond?
Waakhond of dolle hond?
Afgelopen zondag werd de Prijs voor Mensenrechten uitgereikt aan de redactie van ‘Panorama’. Voor Tom Naegels, die er de laudatio uitsprak, een uitstekende gelegenheid om te reflecteren over het belang van de pers voor een democratie. We moeten de media ook zien als sociale ontmoetingsplaats, waar iedereen kennis kan nemen van wat belangrijk is voor de gemeenschap. Het meeste nieuws komt tot ons in stukken en brokken – dat is eigen aan het genre. Langlopende, complexe verhalen worden opgedeeld in kleinere gebeurtenissen. Er loopt een staking van het gevangenispersoneel. Electrawinds zoekt bescherming tegen schuldeisers. Natuurlijk zijn er eerder artikels verschenen over diezelfde thema’s, en er zullen er in de toekomst nog volgen, maar het vergt een inspanning om het verband ertussen te blijven zien, en de aandacht niet te verliezen. Er wordt nogal snel gesneerd naar ‘de waan van de dag’, vind ik zelf. Veel van wat ‘waan van de dag’ wordt genoemd blijkt bij nader toezien een episode uit een breder verhaal – en de reden waarom die het tot waan kon schoppen is omdat ze symbool staat voor iets groters. Dat geldt voor Zwarte Piet (racisme). Dat geldt voor de cri du coeur van Fientje Moerman (de verharding van de maatschappij). Wie neerkijkt op de waan van de dag, begrijpt niet hoe nieuws functioneert. Vaak gaat het om snobisme: het verlichte individu warmt zich aan zijn minachting voor de kortzichtige massa. (En vergeet hoe enthousiast hij zélf oppervlakkige berichten deelt op Facebook, als die symbool staan voor zijn grotere verhaal.) Onbekend of vergeten verhaal Alleen moet je weer uit die waan kunnen stappen. ‘We vonden dit blijkbaar belangrijk genoeg om ons over op te winden. Maar waarom?’ Journalistiek ondersteunt de democratie als de snelle nieuwsstroom, met zijn fragmentatie en emotionaliteit, goed aansluit op de tragere van de reportages, beschouwingen, analyses… (En die sluit aan op de nog tragere van de boeken, de studies,...) Dat werkt in twee richtingen. De redactie van Panorama wordt vaak, en terecht, geroemd om haar agenderende journalistiek. Ze spit dan een onbekend of vergeten verhaal boven, en duwt het in de snelle nieuwsstroom, die het tot in alle hoeken van het land brengt en urgentie genereert. Even belangrijk is haar synthetiserende rol: ‘Er is veel gepraat over genetisch gemodificeerde organismen. Mogelijk ziet u door de bomen het bos niet meer. Ga zitten: het komende uur zetten we alles op een rij.’ De redactie doet dat bovendien met groot verteltalent. En ook dat heeft democratisch belang, want alleen in de vorm van een verhaal kan een mens grote hoeveelheden complexe informatie behappen. Arrogante journalist Het is niet evident om een prijs met zo’n gewicht aan journalisten te geven. In weerwil van clichés over ‘de vierde macht’, wordt het belang van journalistiek voor een democratie geregeld in vraag gesteld. Het is niet toevallig dat Fientje Moerman zich vorige week richtte tot ‘de mediaman’, die volgens haar de oorzaak is van het gebrek aan respect voor haar werk. Diezelfde week plaatste deredactie.be een opiniestuk van Walter Van Steenbrugge, ‘De arrogante journalist’. Van Steenbrugge trekt zich daarin het lot aan van een cliënt, een ambtenaar die ervan was beschuldigd informatie uit een gerechtelijk onderzoek te hebben doorgespeeld aan criminelen. Drie jaar later werd hij in beroep vrijgesproken. Maar eerder dan het trage malen van de gerechtelijke molen te veroordelen, of de fouten die er blijkbaar toe hadden geleid dat zijn cliënt vals was beschuldigd, richtte Van Steenbrugge zijn pijlen op de journalisten die over de zaak hadden geschreven: ‘Onder de drogreden dat ze hun rol als waakhond voor de burger, als vierde macht, ongedwongen en ongelimiteerd moeten kunnen waarnemen, is in de journalistieke wereld vandaag vrijwel alles gepermitteerd.’ Van Steenbrugge zegt niet over welke zaak het gaat, dus ik kan niet controleren of er echt fouten werden gemaakt, dan wel of de strafpleiter, in zijn verzet tegen sensatie, daar zelf een staaltje van ten beste geeft. Maar het doet er niet zo toe. Belangrijker is dat de waakhond, in de ogen van velen, een dolle hond geworden is. Onlogisch is dat niet. De klassieke visie op journalistiek ziet ‘de burger’ als een homogene categorie, met een eenduidig ‘algemeen belang’, en die staat tegenover ‘de macht’ en rekent op ‘de vrije pers’ om die te controleren. Maar dat klopt natuurlijk niet. ‘De burger’ identificeert zich, volgens zijn achtergrond en overtuigingen, met verschillende groepen – inclusief ‘de macht’. Bovendien is het vaak onduidelijk wie de macht vertegenwoordigt. Is de N-VA ‘de macht’ (ja, het is de grootste partij) of verzet ze zich er net tegen? (Ja, het is een antisysteempartij.) Is het ACW ‘de macht’ (ja, het is de grootste zuilorganisatie, met directe banden met de politiek) of verdedigt het net eenvoudige lieden, en wordt het daarom door de macht geviseerd? (Ja, dit was een aanval van het grootkapitaal.) Is Sharia4Belgium ‘de macht’ (ja, het is de vijfde colonne van een totalitaire ideologie) of tonen zij net de zelfdestructieve reactie van machtelozen, die door het beleid tot tweederangsburgers werden herleid? (Ja, en de grote aandacht van pers, politiek en justitie past in die onderdrukking.) De burger kiest. En die keuze bepaalt de legitimiteit die hij aan journalistiek toekent. Van Steenbrugges ambtenaar wordt geacht de publieke zaak te dienen. Natuurlijk wordt er over hem geschreven. Net zo is Moerman een publieke figuur. Natuurlijk wordt er over haar geschreven. Maar je kan de machtsverhoudingen ook omdraaien: met welk recht nagelen die ongenaakbare journalisten eenvoudige mensen, die zich elke dag inzetten voor onze instellingen, aan de schandpaal? In de ene visie ondersteunt de pers de democratie. In de andere schaadt ze die net. Cirkel van empathie Om uit die impasse te geraken, moeten we volgens mij op een andere manier kijken naar de rol van journalistiek – naar een rol die voorafgaat aan de waakhondfunctie: die van het nieuws als ontmoetingsplaats, waar alle leden van een gemeenschap kennis maken met de verhalen die in die gemeenschap belangrijk worden geacht, en waar ze de visies erop leren kennen. Nieuws socialiseert – het is een van die krachten die individuen tot burgers maken, leden van een collectief, met een grotere cirkel van empathie dan een mens zonder dat nieuws zou kunnen opbouwen. (Om die reden zetten politieke activisten en minderheden zoveel druk op redacties – ze menen dat die socialisering in hun nadeel speelt.) Het nieuws is een van de weinige plaatsen waar zo’n brede ontmoeting plaatsvindt. Mensen hebben de neiging om zich terug te trekken in kringen van gelijkgezinden, en om zich te willen onderscheiden van de ‘grootste gemene deler’. De samenleving wordt zo een inktzwart canvas, waar het vrije individu des te kleurrijker mee contrasteert. Zondag nog zei een jonge vrouw tegen me: ‘Mediadebatten gaan altijd over de Vlaamse pers. Ik vind dat zo bekrompen. Ik haal mijn nieuws van Al Jazeera en de BBC.’ Natuurlijk – ik ben ook geabonneerd op tal van buitenlandse bladen. Het is fantastisch dat die er zijn. Na het verlaten van de schoolbanken komt nieuwe kennis over de wereld tot ons in de vorm van toevallig aangewaaide verhalen – de serendipiteit, waar journalistiek zo goed in is. Hoe meer van die verhalen je toelaat, hoe rijker je leven. Maar dat zijn media die mijn persoonlijke identiteit ondersteunen. Ik ben iemand die ervan geniet om een reportage van twintig pagina’s in The New Yorker te lezen; ik weet dat slechts weinigen hier dat doen, en dat is een van de redenen waarom ik ervan geniet. Maar daarnaast zijn er verhalen die mijn collectieve identiteit ondersteunen. Mogelijk zijn dat niet de verhalen die mij het meest interesseren; regelmatig zijn er zelfs bij waar ik me aan erger. Maar weten dat ik de kennis erover deel met miljoenen anderen, maakt dat ik die anderen, hoe sterk ze ook van mij verschillen, ken als leden van dezelfde cultuur, burgers van dezelfde democratie. Baken Opdat de pers haar rol van kritische waakhond kan spelen, is het van essentieel belang dat burgers van allerlei gezindten die ontmoetingsplaats blijven erkennen. In de chaos van de 24/24-berichtgeving is dat vertrouwen behouden niet eenvoudig. Daarom is het belangrijk dat er bakens zijn, good practices, waar andere redacties en journalisten zich aan kunnen spiegelen, en waar kijkers en lezers zich toe kunnen wenden als de moed hen in de schoenen zakt. Panorama is zo’n baken. Om alle redenen die ik heb uiteengezet – maar belangrijkst van al omdat de redactie fair is. Ze beseft dat ze verhalen vertelt aan een heterogeen publiek, met uiteenlopende belangen en sympathieën, dat slechts voorwaardelijk vertrouwen heeft in de verteller. De toon is dus beheerst. De onderwerpskeuze is geëngageerd, maar men vervalt nooit in activisme. Alle partijen krijgen ruimte om hun standpunt uiteen te zetten, ook die waarvan men zou vermoeden dat ze op minder sympathie kunnen rekenen. Aldoor heb ik als kijker het gevoel dat de redactie leeft volgens een adagium dat volgens mij op elke redactievloer zou moeten uithangen: withhold judgement. Wacht zo lang mogelijk met oordelen. Sta uzelf en uw kijkers of lezers toe om alle feiten en visies grondig te overwegen, terwijl er niettemin rustig naar een conclusie wordt toegewerkt. Alleen dan zal die burger accepteren dat ook zijn eigen parti-pris wordt bevraagd. En zal het hem worden toegestaan die van anderen te bevragen. DS, 18-12-2013 (Tom Naegels) |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 16:57. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.