God maakt gelukkig
God maakt gelukkig
Stefan Paas en Rik Peels, ‘God bewijzen. Argumenten voor en tegen geloven’. Uitgeverij Balans. 382 blz. God trekt zich steeds meer terug uit onze westerse samenleving. Maar is een maatschappij beter af zonder religie? Stefan Paas en Rik Peels, een theoloog en een filosoof, vinden van niet. Toch schrijf ik voor deze krant al vijftien jaar geregeld over ‘religieuze zaken’. En ik moet zeggen: ik doe dat met plezier. In die jaren ben ik veel boeiende mensen tegengekomen. ‘Schone’ mensen ook, met het hart op de juiste plaats. Sociaal geëngageerde pastoors in de grootstad hebben mijn respect. In die periode heb ik mij ook gebogen over ‘de vier ruiters van het atheïsme’. Sam Harris, Richard Dawkins, Daniel Dennett en Christopher Hitchens zaliger, ik heb hun boeken gelezen en sommigen van hen geïnterviewd. Vriendelijke mannen, maar ook van hen werd ik zenuwachtig. Hun radicaal neersabelen van alles wat religieus is, maakte me van de weeromstuit een verdediger van God. Toch blijf ik erbij: als we rationeel nadenken, moeten we God loslaten. Hij is toch een achterhaalde gedachte, en religies veroorzaken meer kwaad dan goed. Denk ik. Een echt verlichte samenleving is er toch een zonder God? Zebra’s in de polder Rik Peels en Stefan Paas zien dat anders. Beiden zijn verbonden aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Paas is theoloog, Peels filosoof. De twee hebben net een boeiend boek uit waarin ze de argumenten voor en tegen God op een rij zetten. Hun conclusie: een goed ontwikkelde religiositeit is goed voor onze gezondheid en onze maatschappij. En een goed doordacht godsbeeld is prima bestand tegen atheïstische argumentatie.We moeten erbij zeggen: de twee zijn zelf gelovig. ‘Eigenlijk is het helemaal niet zo gek als je in God gelooft’, zegt Peels. ‘Tachtig tot vijfentachtig procent van de mensen is religieus, en dat aantal groeit nog. Dat is niet slechts een opvatting, dat blijkt uit wetenschappelijk onderzoek. Maar in Nederland en Vlaanderen worden we stilaan uitzonderingen. Dat klopt. We noemen onszelf daarom spottend “zebra’s in de polder”. In Amsterdam bijvoorbeeld gaat nauwelijks drie procent regelmatig naar een kerkdienst, en de helft van hen zijn migranten. Dat wordt dus stilaan een verwaarloosbaar aantal.’ Maar Peels en Paas vinden het niet vervelend dat ze een minderheid zijn geworden. Peels: ‘De momenten waarop de kerk de macht had, zijn immers niet de beste uit de geschiedenis. Maar je hebt nu vaak wel iets uit te leggen, omdat minder mensen dan vroeger begrijpen wat religie inhoudt.’ Geloof in God is bovendien natuurlijk, aldus Paas. ‘Uiteraard komt niemand ter wereld met een uitgewerkt geloofssysteem, maar een snel groeiende hoeveelheid onderzoek laat overtuigend zien hoezeer religiositeit is ingebakken in ons systeem. Pogingen om godsgeloof uit de mensheid te verwijderen, zijn daarom ten dode opgeschreven: alles in ons verzet zich ertegen. Justin Barrett, die verbonden was aan de Universiteit van Oxford, vat het recente onderzoek kort en bondig samen: “als we een handvol kinderen op een eiland achterlieten om zichzelf op te voeden, dan denk ik dat zij in God zouden geloven”.’ Blikvernauwing Peels en Paas zien hoegenaamd geen tegenstrijdigheid tussen geloof – althans in een monotheïstisch wereldbeeld – en wetenschap. ‘De grote universiteiten in het Westen zijn gesticht door gelovigen. Geloof in God was en is voor veel mensen een impuls om de wereld te onderzoeken. Wetenschap en geloof blijken prima samen te gaan.’ Hoe komt het dan dat zo weinig topwetenschappers zichzelf gelovig noemen? ‘Daar is een aantal redenen voor’, zegt Peels. ‘Een wetenschappelijke carrière vraagt veel aandacht en daardoor blijft er weinig tijd over om de religieuze aanleg te cultiveren. Dat is een heel praktische reden. Wetenschappers hebben ook de neiging om de hele wereld door de bril van hun wetenschap te bekijken en dat leidt tot blikvernauwing.’ Maar God kan je toch niet bewijzen? ‘Natuurlijk is dat wetenschappelijk onmogelijk. Maar we beargumenteren uitgebreid dat het ook niet nodig is om God te bewijzen om in hem te geloven. Bovendien zijn er wel goede argumenten pro God te bedenken’, aldus Peels. ‘De belangrijkste? Ik vind het kosmologisch argument sterk. De huidige wetenschap zegt dat 13,7 miljard jaar geleden de kosmos is ontstaan door een big bang. Daarvoor was er niets. Geen tijd, geen ruimte, geen materie, geen energie. En toch is de kosmos ontstaan. Dan is het plausibel om te denken dat iemand de kosmos heeft doen ontstaan en dan kom je toch al snel bij een godsbeeld terecht.’ ‘Ook het argument op basis van finetuning is interessant. Dat argument zegt dat het universum zo afgestemd is dat leven mogelijk is. De kans dat er een kosmos is die leven voortbrengt, is ongelooflijk klein. Ongeveer zo klein als de kans dat je met een pijltje gooit naar een dartsbord ter grootte van onze hele kosmos, en net dat ene welbepaalde stipje raakt. Dat zijn toch interessante ideeën om met elkaar over in discussie te gaan.’ Goed ontwikkelde religiositeit Maar religies brengen toch uitwassen met zich? Paas: ‘Absoluut. En die moeten we met alle macht bestrijden. Maar in se kan een samenleving veel baat hebben bij religies.’ ‘In de eerste plaats zijn religieuze mensen gemiddeld gelukkiger. Ze hebben minder last van stress. Opnieuw, dat hebben wij niet uitgevonden. Dat blijkt uit onderzoek. Een goed ontwikkelde religiositeit is gunstig voor onze gezondheid, levensgeluk en maatschappelijke inzet. Maar de nadruk ligt op “goed ontwikkelde” religiositeit. We moeten onze aanleg voor religie niet zomaar laten woekeren. Maar we mogen haar ook niet onderdrukken. We moeten een goede middenweg vinden om met religie om te gaan. En die blijkt in onze westerse samenleving dikwijls moeilijk te vinden. Je krijgt dan de meest bizarre opvattingen over religiositeit. Alsof elke vorm van religie gevaarlijk is. Een man als Dawkins poneert dat, maar hij doet dat op een onwetenschappelijke manier waardoor je hem moeilijk serieus kan nemen.’ Volgens Paas en Peels zijn de grote religieuze tradities bij uitstek geschikt om onze religieuze aanleg te vormen en te disciplineren. ‘Hun ervaring gaat duizenden jaren terug. En in normale omstandigheden hoeft niemand bang te zijn voor wat dat oplevert.’ ‘Het wordt echt tijd dat we anders gaan denken over religie. Overal wordt gesproken over de noodzaak tot morele herbewapening en in bijna alle sectoren van de samenleving wordt geroepen om een cultuuromslag. Maar de olifant in de kamer zien we over het hoofd: generaties hebben we de natuurlijke religieuze impuls van onze kinderen over het hoofd gezien. Het gevolg is een wereld vol mensen die elke spirituele hype omarmen, tegenover een elite die niets meer gelooft. Dat moet veel beter kunnen.’ DS, 21-11-2013 (Dominique Minten) |
Dat heet dan gelovig zijn
Dat heet dan gelovig zijn
De meewarige blikken ten spijt is Mark Van de Voorde er trots op dat hij katholiek is. In God geloven is niet alleen goed voor de gezondheid, het brengt ook een vertrouwen schenkende attitude met zich mee. God maakt gelukkig. Onder die intrigerende kop stond een bespreking van het boek God bewijzen van Rik Peels en Stefan Paas (DS 21 november). Ik geef het toe, die kop kan boven mijn hoofd worden geplaatst. Ik ben gelukkig en dat zou wel eens met God te maken kunnen hebben. Ik beken: ik geloof. Meer nog, ik ben christen, zelfs katholiek. Ik voel mij niet geremd in mijn vrijheid. Integendeel, de hoop van mijn geloof geeft mij het lef om niet elke waan van de dag te moeten beamen. Mijn spirituele levenshouding doet mij balen van amechtige pogingen om erbij te horen. Niet dat ik de meewarige blikken niet opmerk die weleens mijn richting uitgaan. Zo van: hij is nochtans een intelligente mens. Al enkele decennia kijkt de spraakmakende gemeente besmuikt naar gelovige mensen. Althans bij ons. Elders niet. Met de steun van Habermas Zelfs in Frankrijk niet meer: daar hebben ze ingezien dat christenen origineel zijn, in twee betekenissen: zij zijn niet louter na-apende kinderen van hun tijd én zij hebben een origine die de grondslag is van ons denken over mens en samenleving, individualiteit en solidariteit, rechten en plichten, zelfs scheiding van kerk en staat en de Verlichting (Immanuel Kant was gelovig en René Descartes formuleerde een godsbewijs). De Poolse filosoof Leszek Kolakowski merkte ooit op dat een Europeaan die beweert niets met het christendom te hebben, ‘zich buiten zijn eigen beschaving plaatst’. Jürgen Habermas, typevoorbeeld van de methodische atheïst, noemt ‘het christendom, en niets anders, het ultieme fundament van de vrijheid, het geweten, de mensenrechten en de democratie, de benchmark van de westerse beschaving’. ‘Het wordt tijd dat we anders gaan denken over religie’, zoals Paas en Peels zeggen. De schaamte voorbij, zoals ik ooit over mezelf zei in een interview bij Klara. Meer mensen zijn de schaamte voorbij. Rector Rik Torfs levert er in bijna elke column het bewijs van. Chirurg Reginald Moreels, gewezen voorzitter van Artsen zonder Grenzen, getuigde over zijn geloof in Reyers laat. Econoom Geert Noels doet het deze week voorzichtig in Knack. Ik bevind mij dus in goed gezelschap. De eerste bewijst dat geloof de vrijheid van denken niet tegenhoudt, ook niet de speelsheid van een bon mot. De tweede maakt duidelijk dat God drijft (dwingt) tot solidariteit met de slachtoffers van de geschiedenis. De derde dat het geloof inspiratie is bij (sociaaleconomische) vragen van de samenleving. Laat dat net het omgekeerde zijn van wat de neo-atheïsten beweren over religie. Dat ze het vrije denken tegenhoudt, de mens verdrukt en afkeert van de wereld. Ik herken mij niet in het portret dat Richard Dawkins, Daniel Dennett en consorten schetsen. De god van wie zij menen dat hij de christelijke is, is niet de mijne. De geloofsuitspraken die zij de Kerk toeschrijven, zijn door de theologie allang afgeschreven. Ik voel zelfs plaatsvervangende schaamte bij hun onwetendheid. ‘Gespeeld’ geloof Zoals Peels en Paas in hun boek aangeven, is geloven goed voor de gezondheid, de persoonlijke en de maatschappelijke. Er is een positieve correlatie tussen geloof en gezondheid. Niet als geneesmiddel, maar door de relativerende en transcenderende inbedding van het leven. Psycholoog Jos Pieper (Utrecht) meent: ‘Religie kan voorkomen dat je ziek wordt, zorgt dat je beter met ziekte om kunt gaan en als je ziek bent, herstel je sneller, zowel mentaal als fysiek. Je kunt de ziekte als het ware uit handen geven aan God en erop vertrouwen dat Hij je de kracht zal geven op te knappen of je ziekte te dragen.’ Een waarschuwing voor wie het eens wil proberen: ‘gespeeld’ geloof helpt niet. Geloof is ook maatschappelijk gunstig. Gelovigen hebben meer vertrouwen in de samenleving, de instellingen en de medemensen, zo blijkt uit onderzoek in Nederland en bij ons. Precies omdat ze gelukkiger zijn door het ‘vertrouwen’ dat geloven is. Bij onze noorderburen werd ook vastgesteld dat praktiserende christenen meer democratisch zijn. Om al die redenen ben ik blij dat ik geloof. Om het te zeggen met de woorden die Anton van Wilderode in 1935 richtte tot de Nederlandse fascistenleider Anton Mussert, die met zijn politieke keuze bewees louter een kind van zijn tijd te zijn: ‘Daarom, mijnheer, noem ik mij katholiek.’ DS, 23-11-2013 (Mark Van de Voorde) |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 13:45. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.