De revolutie van de jonge middenklasse
Waarom de wereld op een politiek kruitvat zit
Van Egypte tot Turkije en Brazilië, de wereldwijde politieke onrust heeft één rode draad: de onmacht van overheden om te voldoen aan de steeds hogere verwachtingen van de nieuwe, vooral jonge middenklasse. Een kruitvat dat door de scherpe economische groeivertraging ook in Azië en Europa kan ontploffen. Revolutie. Het is een woord dat velen onder ons enkel kennen uit de geschiedenisboeken, maar dat in korte tijd weer brandend actueel geworden is. In steeds meer landen lijkt de volkswoede ogenschijnlijk uit het niets te kunnen ontvlammen. Het begon in Tunesië en Egypte en is inmiddels ook overgeslagen naar Indonesië, Brazilië, Turkije en sinds kort zelfs Bulgarije (DS 11 juli). Op het eerste gezicht is er niets dat deze brandhaarden met elkaar verbindt. Elk land en zijn protestbeweging heeft zijn eigen verhaal en geschiedenis. In Brazilië bijvoorbeeld kwam het volk in São Paulo oorspronkelijk op straat uit woede over een prijsverhoging van een busticket. In Istanbul bezette een woedende Turkse menigte dan weer het Taksimplein en het Gezipark om te voorkomen dat bomen moeten plaats maken voor een winkelcentrum. Fukuyama krabbelt terug Maar de onderliggende woede ging telkens veel verder. Onder de waterlijn zien steeds meer politieke en economische denkers dan ook een rode draad in de spontane volksprotesten. Een van hen is Francis Fukuyama, de verguisde conservatieve denker die in één klap wereldberoemd met zijn boek ‘Het einde van de geschiedenis’. Daarin claimde Fukuyama de eindoverwinning van de liberale democratie, dat het enige levensvatbare politieke stelsel geworden was. Elk ander systeem – communisme, fascisme – had gefaald. Ruim twintig jaar later begint nu zelfs Fukuyama aan de eindoverwinning van de liberale democratie te twijfelen. In een geruchtmakend essay in TheWall Street Journal waarschuwde hij deze week voor een opstand van de middenklasse, die wereldwijd sterk in opmars is. Volgens een recent rapport van het Europees Instituut voor Veiligheidsstudies zou die middenklasse tegen 2030 liefst 4,9 miljard mensen kunnen omvatten of bijna de helft van de wereldbevolking (zie cijfers). Een kruitvat waarvan de meeste politici het gevaar nog niet van beseffen, waarschuwt Fukuyama. Want of het nu in Brazilië of Turkije is, of daarvoor Tunesië en Egypte, het zijn niet de armsten die op straat komen maar – opvallend – jonge twintigers en dertigers met een bovengemiddeld inkomen en opleiding. Hun voornaamste wapens zijn niet zozeer geweld, maar hippe sociale media zoals Twitter en Facebook, waarmee ze in snel tempo hun opstandige boodschap verspreiden. ‘Dat net de jeugd de straat op trekt, is geen toeval. Dat is zo in elke revolutie’, zegt ook Gentse politicoloog Rik Coolsaet, die in zijn boek ‘De geschiedenis van de wereld van morgen’ al in 2008 de huidige politieke onrust deels voorspelde. ‘Ouderen gaan sowieso geen kasseien uit de grond trekken of kat-en-muis spelen met het waterkanon. Het gebrek aan jongeren is bijvoorbeeld een van de redenen waarom in Rusland de protestbeweging tegen Poetin is doodgebloed.’ Diepe ontgoocheling Dat het louter de middenklasse is die massaal op straat komt, en niet de arme jongeren, verrast Coolsaet evenmin. ‘De armsten hebben het te druk met overleven. Het is de middenklasse die iets te verliezen heeft en daardoor politiek steeds bewuster en actiever wordt.’ Wat deze goedopgeleide jongeren volgens Fukuyama wereldwijd verbindt, is een diepe ontgoocheling in de heersende politieke klasse, die niet meer kan voldoen aan de steeds hogere verwachtingen. De groeiende jonge middenklasse wil immers niet alleen financiële zekerheid voor de eigen familie. Nu ze met honderden miljoenen uit de armoede zijn getild, verwachten ze dat ze blijven vooruitgaan. Ze eisen politieke inspraak en kansen om zichzelf sociaal te ontplooien. Als men die jongeren elk perspectief op maatschappelijke vooruitgang ontzegt, wordt het gevaarlijk. Naarmate hun opleidingsniveau en hun bezittingen toenemen, raken ze steeds meer gefrustreerd over de autoritaire en/of corrupte regimes waarin ze leven. Want of het nu Brazilië, Turkije, Tunesië, Egypte of zelfs Griekenland en Bulgarije is: vaak zijn vriendjespolitiek en politieke connecties de enige manier om aan een job te raken of op te klimmen op de maatschappelijke ladder. Zeker in de overbevolkte steden, waar de hoger opgeleide jongeren massaal toestromen op zoek naar een job en een beter leven. Hoe het kruitvat van opgekropte frustraties bij de nieuwe middenklasse de voorbije jaren precies werd gevoed, verschilt van land tot land. In florerende economieën als Brazilië en Turkije werden honderdduizenden jongeren opgevoed met de gedachte dat het morgen alleen maar beter wordt. Toen de economische motor door de wereldwijde crisis plots stokte – de groei van het bbp is in Brazilië teruggevallen van 7,5 procent in 2010 tot 0,9 procent vandaag – barstte de bom. Zeker toen bleek dat de politie het straatprotest autoritair en brutaal onderdrukte. In Egypte en Tunesië leverde een relatief goed draaiend onderwijssysteem elk jaar opnieuw tienduizenden goedopgeleide jongeren af zonder uitzicht op een toekomst. Het gebrek aan democratische inspraak in die landen, deed wellicht de rest. Het kruitvat Azië Coolsaet ziet voorlopig nog geen graten in het nieuwe revolutionaire klimaat. ‘Protest op zich is niet slecht voor de evolutie van de democratie. Zolang de overheid de frustratie van haar bevolking maar een uitlaatklep geeft en niet brutaal onderdrukt. Want je moet als regering wel de stop uit de revolutie trekken, zoniet riskeer je een ontploffing.’ Fukuyama is pessimistischer. Hij waarschuwt dat de onrust wel eens sneller dan verwacht kan overwaaien naar Azië. Niet het minst omdat de middenklasse net in dat werelddeel veruit het snelste groeit. Volgens het Europees Instituut voor Veiligheidsstudies zullen tegen 2030 liefst 3,2 miljard Aziaten de armoede zijn ontgroeid. Tegenover amper 680 miljoen mensen in Europa en 320 miljoen in de VS. Spectaculaire cijfers, die de industriële revolutie in het Westen zullen doen verbleken. Hoe gaan de overheden die exploderende middenklasse straks tevreden houden? De middenklasse in China bijvoorbeeld – inmiddels de grootste automarkt ter wereld, waar liefst 2.500 auto’s per uur verkocht worden – hebben de autoritaire overheid in Peking jarenlang gedoogd omdat hun levensstandaard er met grote sprongen op vooruit ging. Maar sinds kort begint de groeimotor in China serieus te sputteren. Officieel verwacht Peking dit jaar nog slechts een groei van 7 procent. En in werkelijkheid ligt dat cijfer nog veel lager. ‘De economische groei in China was onhoudbaar. Een economie kan niet jarenlang met 10 procent groeien’, verduidelijkt Paul De Grauwe, econoom aan de London School of Economics. ‘De groeivertraging die we nu zien was onvermijdelijk. De Chinese groei wordt bijna uitsluitend gedragen door overheidsinvesteringen. Peking heeft het land laten volbouwen met vaak overbodige treinsporen, luchthavens en staalfabrieken en heeft daardoor een enorme overcapaciteit gecreëerd. Het zal voor Peking een moeilijke opdracht worden om die economische terugval sociaal te beheren.’ Chinees nationalisme Ook Jonathan Holslag, onderzoeksdirecteur van het China-instituut van de VUB, vreest dat de economische terugval in China erg scherp zal zijn. Maar hij verwacht niet dat dit snel zal leiden tot een opstand bij de Chinese middenklasse. ‘De situatie in China verschilt fundamenteel van die in landen als Brazilie, Turkije en Egypte. De onrust daar beperkt zich hoofdzakelijk de grote steden, waar er vaak een enorm hoge jeugdwerkloosheid is.’ Dankzij de enorme industrialisatie in het land heeft de jonge Chinese middenklasse in de grote steden wel nog werk en houdt ze zich voorlopig gedeisd. ‘Er is wel wat protest, maar niet massaal. De onvrede zit eerder bij de armere lagen van de bevolking, bij de migrantenarbeiders die buiten de grote steden wonen en zich buitengesloten voelen van het moderne China.’ Het is in eerste instantie vooral buiten China, in de Aziatische buurlanden die Peking voorzien van grondstoffen en productonderdelen, dat Holslag vreest voor zware gevolgen. ‘Een Chinese groeivertraging kan via een domino-effect een nieuwe revolutiegolf veroorzaken waarbij de volksopstanden in Brazilië, Egypte en Turkije verbleken. Een scherpe terugval van de grondstoffenprijzen bijvoorbeeld zal in sommige Zuid-Aziatische landen zware gevolgen hebben voor de werkgelegenheid en de levensstandaard.’ Pas als die Chinese groeivertraging lang duurt, vreest Holslag ook voor sociale onrust bij de Chinese middenklasse. ‘Maar de Chinese overheid heeft een sterk wapen achter de hand om die onrust in te dijken en dat is het nationalisme. Als Peking echt onder druk komt, zal het zijn bevolking verder opjutten tegen het Westen en Japan. Dat kan belangrijke geopolitieke spanningen veroorzaken.’ Nieuwe Dageraad versus Grillo En bij ons in Europa? Fukuyama vreest dat ook wij niet aan het wereldwijde virus van sociale onrust zullen ontsnappen. Volgens politicoloog Rik Coolsaet is het zelfs al zover. ‘Er zijn veel verschillen natuurlijk, maar de revolutionaire grondstroom in Zuid-Europa is dezelfde als elders in de wereld. Ze uit zich wel op totaal verschillende manieren. Ofwel in extreem egoïsme, denk maar aan de nationalistische en racistische partijen in Hongarije en Griekenland, zoals Nieuwe Dageraad. Ofwel in meer solidariteit, zoals de Indignado’s en de populistische beweging van Beppe Grillo in Italië. De strijd om de ziel van de middenklasse ligt nog open.’ Paul De Grauwe wil dan weer het woord revolutie liever niet in de mond nemen en zoekt vooral een verklaring in de economie. ‘Ik ben vaak in Spanje, Griekenland en Italië en ook daar zijn het vaak hoogopgeleide jongeren die het sociale protest in handen nemen. Maar de oorzaak is puur economisch: het is een reactie op de strenge besparingen en extreem hoge jeugdwerkloosheid in Zuid-Europa.’ Dat komt volgens De Grauwe vooral omdat de arbeidsmarkt veel te rigide is. ‘Je kan in Spanje oudere werknemers bijna niet meer ontslaan, waardoor de jobmarkt potdicht blijft voor de jongeren, zelfs als die een universitair diploma halen.’ Maar hoewel politicologen en economen soms van mening verschillen over de wortels van de sociale onrust, over de conclusie zijn ze het roerend eens. De politici kunnen het snelgroeiende kruitvat van de jonge middenklasse de komende jaren best niet negeren. Zoniet riskeren ze vroeg of laat een echte revolutie. DS, 13-07-2013 (Nico Tanghe) |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 13:06. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.