‘Geweld was de motor van verandering’
‘Geweld was de motor van verandering’
De overwinnaar schrijft de geschiedenis. Zo verdwenen veel vormen van verzet en rebellie tussen de plooien, ook in het Belgische verleden. ULB-historica Anne Morelli stelde er een bundel studies over samen. ‘Angst heeft veel veranderd.’ Er staat een rode Lada voor het schattige universiteitsgebouw aan het Terkamerenbos in Brussel waar ULB-historica Anne Morelli (64) kantoor houdt. De auto is de hare. Als vorm van rebellie stelt dat niet veel voor, maar de Lada symboliseert op zijn minst een kritische afstand. Haar politiek- en sociaalhistorische onderzoek verbindt evenzeer een stevige academische reputatie met een even stevig links engagement. Dat is ook zo in het boek Rebellen, dat bijdragen bundelde van Belgische historici over protest en opstand in het verleden, ‘van de Galliërs tot de indignados’, aldus de ondertitel. Over de recentste geschiedenis meldt dit boek nog niet veel, maar over wat daaraan voorafging des te meer. De onlangs gestorven Britse historicus Eric Hobsbawm was de eerste om systematisch aandacht te besteden aan de vele, vaak spontane, van onderuit gegroeide rebellieën die meestal weinig direct resultaat boeken en verdwenen tussen de plooien van de geschiedenis. Als ze al een vermelding kregen, werden ze weggezet als banditisme – ‘terreur’ in een hedendaagse variant. Toch ontbreekt het ook in het verre en dichterbije Belgische verleden niet aan boeren-, arbeiders-, religieus en andere verzet. Zo raakte gaandeweg vergeten dat de Belgische revolutie van 1830, zoals VUB-historica Els Witte uiteenzet, in haar eerste fase wel degelijk ook een proletarisch karakter had. Maar, anders dan wel eens wordt gedacht, is ook het omgekeerde soms het geval. Dus: nee, aldus José Gotovitch, bij de bevrijding van 1944 droomde het communistische verzet wel van een machtsovername, maar het had daar geen plan voor. Anne Morelli: ‘Hoe had dat ook gekund? De grootmachten hadden België bij de opdeling van Europa bij de Amerikaanse invloedzone gevoegd en de Sovjetunie zou dan ook geen vinger hebben uitgestoken om de communisten in België te helpen. Zoals de Amerikanen geen vinger uitstaken bij de Hongaarse opstand van 1956.’ Raakten veel van die historische opstanden niet net in de vergetelheid, omdat ze toch geen succes opleverden? ‘De geschiedenis wordt geschreven door wie de politieke of de economische macht heeft, en dan ligt het voor de hand om geen aandacht te besteden aan wie zich tegen die macht heeft verzet. Het best bewaarde geheim is niettemin: als mensen zich organiseren, kunnen ze de dingen soms wel veranderen. Hoe kwam de congé payé tot stand? Door de acties van 1936. En omdat er toen in Frankrijk en Spanje een volksfront (een regering van socialisten en communisten, red.) aan de macht was en dat leidde tot angst.’ ‘Angst heeft veel veranderd. Angst voor een revolutie als de Russische zorgde bij ons na de Eerste Wereldoorlog voor het algemeen stemrecht. Zoals die voor het communisme ons na de Tweede Wereldoorlog een sociale zekerheid opleverde die veertig jaar kon standhouden. Soms lijkt het om een verloren zaak te gaan, maar dan moet je je afvragen wat er was gebeurd als mensen zich er niet voor gemobiliseerd hadden.’ Vaak komt daar ook veel geweld aan te pas. ‘Het gebeurt maar zelden dat wie de macht heeft die zomaar met anderen wil delen. In de negentiende eeuw zei niemand: arme mensen, acht uur werken per dag is echt wel genoeg. Of: jullie hebben dringend een betaalde vakantie nodig. Daar is altijd voor gestreden moeten worden. Het gaat altijd om de krachtsverhoudingen tussen tegenstrijdige belangen. Zonder geweld is maar weinig veranderd.’ Het tegenvoorbeeld is natuurlijk Gandhi. ‘Ja. Maar had Nelson Mandela iets kunnen veranderen in Zuid-Afrika door alleen beleefd te vragen dat de blanke minderheid de macht zou delen met de zwarte meerderheid? Dat is niet gebeurd, hij moest ervoor een gewapende strijd beginnen.’ ‘Ik vind dat geweld moet worden geherwaardeerd. Het ideaal van de geweldloosheid verzwijgt iets essentieels: dat je het monopolie van het geweld dan overlaat aan de staat, aan het leger, aan economische machten. Het is toch een vorm van geweld als een bank nu iemand uit zijn huis zet, en hem zo niet alleen dakloos maakt, maar hem ook nog eens verder laat afbetalen aan dat huis? Maar dat is dan wel legaal geweld.’ ‘De Franse revolutie heeft inderdaad veel aristocraten het leven gekost, maar hoeveel boeren waren er niet eeuwenlang van honger doodgegaan? Hoevelen zijn er niet zwaar gestraft omdat ze hout sprokkelden in de bossen van de heren? Dat geweld hebben ze dagelijks moeten ondergaan.’ ‘En dat geweld is niet alleen structureel, het wordt ook fysiek, wanneer de politie op betogers inslaat of wanneer we Libië of Afghanistan gaan bombarderen.’ Wat betekent dat bij het schrijven van die geschiedenis? ‘Hoe de geschiedenis afloopt, weten we natuurlijk pas als ze voorbij is. Maar op het moment zelf is dat niet zo. Ik ken Barbara Balzerani een beetje (een van de oprichters van de Rode Brigades in Italië, red.), die nog betrokken was bij de ontvoering van een Amerikaanse generaal en ruim twintig jaar in de gevangenis zat. Zij wordt een terroriste genoemd. Maar ze zei me: wat als we hadden gewonnen? Dan zou ze een heldin zijn geweest. Hier wat verderop aan de Louizalaan staat een monument voor Jean de Selys Longchamps, die tijdens de Tweede Wereldoorlog met zijn vliegtuig een aanval uitvoerde op het hoofdkwartier van de Gestapo. Voor de Duitsers was hij een terrorist, voor ons is hij een verzetsheld.’ We weten wel wat we over die Duitsers moeten denken, niet? ‘Natuurlijk. Maar neem de Engelse parlementaire monarchie, die nog altijd als een model geldt. Wat daar meestal niet bij wordt verteld, is dat ook zij niet vanzelf tot stand is gekomen, dat men ervoor koning Karel I heeft moeten onthoofden. Geweld en de angst voor geweld zijn vaak een motor voor verandering geweest.’ Stelt zich daar geen moreel probleem? ‘Ik ga er principieel van uit dat je in elke bevolkingsgroep een gelijk aandeel nette mensen en crapuul hebt, zowel bij de vrienden van Albert Frère als in mijn vakbond. Maar het gaat niet om de individuele moraliteit, wel om de betekenis van wat mensen hebben gedaan. De positieve gevolgen blijven, ondanks het geweld. Hoe de Franse Revolutie ook is verlopen, zonder haar zou er geen “Verklaring van de rechten van de mens en van de burger” zijn geweest. En hoe hard de andere Europese landen zich toen ook hebben ingespannen om de revolutie te bestrijden, ze konden haar verworvenheden niet ongedaan maken.’ Veel historische rebellieën ontstonden spontaan, zonder planning of organisatie. Is dat de reden waarom zovele ervan mislukten? ‘Zeker veel middeleeuwse boerenopstanden ontstonden vaak omdat mensen hun levensomstandigheden ondraaglijk vonden. Maar hoe ongeorganiseerd de mobilisatie soms verloopt, ze kan toch resultaat hebben. De hard onderdrukte stakingen en betogingen van 1886 leidden wel tot een begin van sociale wetgeving in België. Zoals de acties nu van de textielarbeiders in Bangladesh er alleen kwamen als gevolg van de ramp met de ingestorte textielfabriek daar, maar vast ook een positief gevolg kunnen hebben.’ Uw boek wil ook een pantheon voor vergeten helden zijn. Waarom is dat nodig? ‘Veel van die mensen blijven onbekend omdat het voor hen slecht eindigde. Maar hoe kan je anders hun verhaal vertellen? Hoe kunnen ze een model zijn? Op een begraafplaats in Leuven staat een monument voor zes mensen die in 1902 bij een betoging voor het algemeen stemrecht zijn doodgeschoten. Hun actie droeg er wel degelijk toe bij dat die politieke rechten er kwamen en dat kan je met hun verhaal duidelijk maken.’ Het is een bekende historische vaststelling: ook in België komen grote veranderingen ‘op straat’ tot stand, niet in het parlement. Wat loopt er mis in de democratie? ‘Je ziet het nu ook bijvoorbeeld in Griekenland: er zijn verkiezingen geweest, maar wat dan? Dat volstaat niet om een stem te geven aan de aspiraties van mensen. Zitten er veel arbeiders of kassiersters in het parlement? Ik dacht het niet. Het is nodig om voeling te hebben met wat bij de mensen leeft. Maar hoe zou iemand als Laurette Onkelinx het socialisme in Schaarbeek kunnen vertegenwoordigen als ze zelf eigenlijk in het chique Lasne woont?’ Vindt u dat er wat schort aan het geschiedenisonderwijs? ‘Daar overheerst nog altijd een propagandistische boodschap die het voorstelt alsof we nu in de beste der mogelijke werelden leven, dat alles wat buiten de liberale markteconomie ligt alleen maar naar de goelag kan leiden. Als je ziet dat bijvoorbeeld de banken nu nog speculeren tegen de voedselprijzen, kan je dat toch niet volhouden, vind ik.’ DS, 22-06-2013 (Marc Reynebeau) |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 16:04. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.