Het verschil tussen soennieten en sjiieten is dat tussen de haves en de have-nots
‘De sectaire geest is uit de fles’
In Syrië staan het sjiitische Hezbollah en het soennitische Al-Qaeda tegenover elkaar op het slagveld. Ook elders zijn aanslagen van moslims tegen moslims schering en inslag. Is dit de islamitische versie van de christelijke godsdienstoorlogen? Van Pakistan tot aan de kust van de Middellandse Zee staan moslims van verschillende strekkingen elkaar naar het leven. De aanslagen zijn zo talrijk dat ze in Europa het nieuws alleen nog maar halen als ze uitzonderlijk bloederig zijn. Wat is er aan de hand? De breuk tussen soennieten en sjiieten is bijna veertien eeuwen oud (zie inzet). Toch is er nooit echt sprake geweest van ‘godsdienstoorlogen’, zoals tussen katholieken en protestanten. Het grootste deel van de twintigste eeuw leefden de twee groepen min of meer vreedzaam naast elkaar. Ze vormden front tegen een gemeenschappelijke vijand, eerst de koloniale bezetters en later Israël. Daarin is de voorbije dertig jaar op dramatische wijze verandering gekomen. Sectaire identiteiten werden hoe langer hoe meer in de verf gezet. Om die te begrijpen, zegt islamkenner Vali Nasr van de Amerikaanse denktank Council on Foreign Relations, is het belangrijker om te weten wat zich in de moderne tijd afspeelde dan de theologische discussie in de eerste eeuw van de islam te vatten. Het verschil tussen soennieten en sjiieten is dat tussen de haves en de have-nots, wie heeft en wie niet heeft, tussen wie een plaats aan tafel heeft en wie niet. De sjiieten zijn altijd de onderdrukten geweest. Al van in de zevende eeuw, toen Hoessein, kleinzoon van de profeet Mohammed sneuvelde in de slag bij Kerbala, voelen ze zich de verslagenen. Atoombom Elf februari 1979 betekende evenwel een keerpunt. Die dag landde ayatollah Ruhollah Khomeini met een gecharterd vliegtuig vol journalisten in zijn vaderland Iran. Veertien jaar had hij vanuit ballingschap het verzet tegen de seculiere sjah Mohammad Reza Pahlavi geleid. Nu keerde hij in triomf terug om een Islamitische Republiek te stichten. De sjiieten hadden voortaan een eigen machtscentrum. Het was het begin van een bittere rivaliteit tussen het sjiitische Iran en soennitische Arabische landen als Irak en vooral Saudi-Arabië. De revolutie werd een Iraans exportproduct, onder meer naar Libanon, waar Hezbollah op de militaire en financiële steun van de ayatollahs kan rekenen. Dat Khomeini zichzelf opwierp als spirituele leider van alle moslims, niet alleen van de sjiieten, zinde al de soennitische heersers al evenmin. Als weerwerk wakkerden ze de sectaire gevoelens van hun onderdanen aan. Saudi-Arabië begon te investeren in fundamentalistische bewegingen, zoals Al-Qaeda. De spanning werd scherper naarmate het Iraanse nucleaire programma vorderde. Een atoombom, vreesden de heersers in Riyad, zou het overwicht in het Midden-Oosten definitief naar Teheran verschuiven. De machtsbalans tussen soennieten en sjiieten geraakte helemaal uit evenwicht door de Amerikaanse invasie van Irak in 2003 en de omverwerping van Saddam Hoessein. De sjiitische meerderheid, die altijd zwaar onderdrukt was geweest, kreeg plots de sleutels van de macht in handen. En dat had ze te danken aan een buitenlandse interventie. Niet dat dit de bedoeling was geweest. In de Iraaks-Iraanse oorlog van de jaren tachtig had Washington de kant gekozen van Saddam om Iran in te dammen. Spookbeeld De uitbreiding van de Iraanse invloedssfeer was al evenmin goed nieuws voor Amerika’s bondgenoten in het Midden-Oosten, Israël en de soennitische Arabische regimes. Het spookbeeld van een ‘sjiitische halve maan’ dook op. De lange arm van de ayatollahs reikte nu van Teheran via Bagdad tot in Damascus, waar de met de sjiieten verwante alawieten de plak zwaaiden. Maar dan, in maart 2011, bereikte de Arabische Lente Syrië. Assad reageerde met bruut geweld. Gaandeweg vervelde het conflict van een eis om democratie en een protest tegen sociale ongelijkheid in een sectaire burgeroorlog. In het begin waren beide kampen zeker niet netjes etnisch of religieus afgelijnd. Dat is nu in toenemende mate wel het geval, niet in het minst omdat regionale machten er zich mee gingen bemoeien. Iran levert, via Irak, wapens aan het regime; Saudi-Arabië en de Golfstaten bevoorraden de rebellen. Vandaag staan de sjiitische Hezbollah en het soennitische Al-Qaeda er tegenover elkaar op het slagveld. Er zijn immers grote belangen mee gemoeid. De val van het regime kan de machtsbalans opnieuw doen omslaan in het nadeel van Iran. En zo is Syrië uitgegroeid tot een etappe in een strijd om de hegemonie in het Midden-Oosten. Op dit regionale machtsspel entte zich bovendien een nieuwe Koude Oorlog tussen de grootmachten – met Rusland, en in mindere mate China, aan de kant van Assad, terwijl de Syrische rebellen op zijn minst op verbale steun van de VS en de Europese Unie kunnen rekenen. Ten gevolge van de oorlog in Syrië staat ook de verhouding tussen de gemeenschappen in Libanon weer onder hoogspanning. En ook Irak, waar de sectaire aanslagen sinds 2008 aanzienlijk verminderd waren, staat opnieuw op de rand van een burgeroorlog. Het feit dat het conflict tussen sjiieten en soennieten niet van theologische aard is, maar in essentie draait om macht en privilege, betekent niet dat soennitische extremisten het niet als hun heilige plicht beschouwen om de sjiitische ketters af te slachten. Geen enkel land in het Midden-Oosten ontsnapt er aan. Pakistan niet, Bahrein niet. Zelfs Saudi-Arabië niet. De Saudische machthebbers zijn als de dood dat hun eigen sjiitische minderheid zich zou afscheiden van Riyad. Dan neemt ze immers het grootste deel van de olievelden mee. Israël De grote vraag is of de nationale grenzen, zoals de Fransman Picot en de Brit Sykes ze trokken toen ze in 1916 de Arabische provincies onder elkaar verdeelden, stand zullen houden in de golf van sectair geweld. Vooral Israël baart dit grote zorgen. De kloof tussen sjiieten en soennieten is zoals breuklijnen in elke samenleving: ze kunnen worden aangewakkerd en overpleisterd naar gelang het de demagogen, dictators of zelfs politici in democratieën schikt. Dat is met moslims van verschillende gezindten niet anders dan met Vlamingen en Franstaligen in België of nationalisten en loyalisten in Noord-Ierland. In het Midden-Oosten ziet het er sterk naar uit dat de sectaire verschillen het organiserend principe van de politiek wordt voor de komende generaties. De sectaire geest is uit de fles. DS, 25-05-2013 (Ine Roox) |
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 06:16. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.