Torfs (CD&V) dient voorstel in om verjaringstermijnen opnieuw aan te passen
BRUSSEL - CD&V-senator Rik Torfs gaat een wetsvoorstel indienen dat een aanpassing doorvoert aan een wet die eind december door de Senaat werd goedgekeurd.
Die wet voorziet dat de verjaring met één jaar verlengd kan worden bij elk bijkomend onderzoek. Volgens Torfs wordt het daardoor onzeker wanneer de feiten verjaard zullen zijn, wat in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Het wetsvoorstel, dat het uitstel van de verjaring tot maximaal één jaar beperkt, is medeondertekend door Torfs' fractieleider Dirk Claes en Alain Courtois (MR), voorzitter van de commissie Justitie. Artikel 7 van de recente wet voert een aanbeveling uit van de Parlementaire Onderzoekscommissie naar de Grote Fiscale Fraudedossiers. De commissie had vastgesteld dat in heel wat fiscale dossiers de wet-Franchimont gebruikt werd om de procedure zo lang te rekken dat de feiten verjaard waren. Het artikel bepaalt dat de strafrechtelijke verjaringstermijn telkens geschorst wordt wanneer er bijkomende onderzoeksdaden gevraagd worden door de onderzoeksrechter of door de kamer van inbeschuldigingstelling, of wanneer het vonnisgerecht de behandeling van een zaak uitstelt om bijkomend onderzoek te voeren. Rik Torfs stelde bij de bespreking in commissie dat dit te ver ging omdat de regel voor alle misdrijven geldt en niet enkel voor fraudedossiers. “Theoretisch gezien kan men telkens een nieuw bijkomend onderzoek bevelen om de verjaring uit te stellen, waardoor het voor alle misdrijven onzeker wordt wanneer de feiten verjaard zullen zijn. Dit is in strijd met het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens, waarin wordt bepaald dat een proces binnen een redelijke termijn moet worden afgehandeld”, vond de CD&V-senator. Daarom stelt hij voor om de tekst aan te passen zodat de verjaring in die gevallen niet langer dan één jaar worden uitgesteld, en niet één jaar per bijkomende onderzoeksbehandeling. Bron http://www.standaard.be/artikel/det...130107_00424536 Eigen mening In ons Belgische recht is er niets zo belangrijk, maar daarnaast eveneens verwarrend en onzekerheid veroorzakend als de verjaringstermijnen. Verjaringstermijnen zijn een belangrijk element in ons rechtssysteem. In de eerste plaats leggen ze een tijdspanne op waarbinnen bepaalde zaken moeten zijn onderzocht en zijn afgehandeld voor de rechtbank. Indien verjaringstermijnen worden overschreden, zullen personen die terecht staan ervanaf komen zonder eventuele veroordeling, wat uiteraard onrechtvaardig zou zijn. Vandaar dat meestal veel moeite wordt gestoken in het tijdig afronden van zaken, zodat ze niet geseponeerd moeten worden en rechtvaardigheid kan geschieden. In de tweede plaats zorgen verjaringstermijnen ervoor dat zaken binnen een redelijke termijn worden afgehandeld. Dat zou althans moeten. In realiteit is dat in ons land echter vaak anders. Dikwijls zitten er heel wat jaren tussen de eerste onderzoekshandelingen die werden gesteld in een zaak en de uiteindelijke afhandeling ervan voor het gerecht. Dat is zonder twijfel zeer frustrerend voor de betrokken partijen in zo’n zaak, omdat ze al die tijd in onzekerheid moeten leven. Aangezien partijen recht hebben op een afhandeling van hun zaak binnen een redelijke termijn, wat volgens mij eigenlijk een nogal subjectief begrip is, moet er in ons rechtssysteem iets worden ondernomen waardoor de afronding van zaken effectief niet te lang duurt, zoals onder andere het wetsvoorstel dat Rik Torfs heeft ingediend, waar ik overigens volledig achter sta. Verjaringtermijnen kunnen ook verwarring en onzekerheid veroorzaken. Om te weten hoeveel tijd is voorzien om een bepaalde zaak te onderzoeken en vervolgens voor de rechtbank af te handelen, moeten de verjaringstermijnen gekend zijn. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan, want voor verschillende aangelegenheden staan in onze wetgeving verschillende verjaringstermijnen vermeld. Nu zou je kunnen denken dat er niets zo makkelijk is dan gewoon letterlijk de verjaringstermijnen die in de wet zijn opgenomen te volgen, maar niets is minder waar. Verjaringstermijnen kunnen immers ook geschorst en/of gestuit worden nadat bepaalde, in de wet opgenomen handelingen worden gesteld. Bij een schorsing houdt de verjaringstermijn tijdelijk op met lopen, bij een stuiting begint deze opnieuw te lopen. Door die regelgevingen kunnen oorspronkelijke verjaringstermijnen meer dan dubbel zo lang duren. Dat kan dan zorgen voor verwarring, rechtsonzekerheid en daardoor onrechtvaardigheid. Een eenvoudigere regelgeving omtrent verjaringstermijnen is volgens mij dus essentieel! Om die reden kan ik me helemaal vinden in het wetsvoorstel dat Rik Torfs heeft ingediend, namelijk dat het uitstel van een verjaringstermijn tot maximaal één jaar beperkt kan worden. Door die regel zal het immers duidelijk zijn hoe lang een bepaalde verjaringstermijn duurt, wat dan meer rechtszekerheid en meer rechtvaardigheid biedt, en dat zijn, vind ik, de doelen die het Belgische rechtssysteem zou moeten nastreven. |
Door deze aanpassing is het uiteraard duidelijker wanneer een proces verjaard is. Ergens vind ik dit ook positief, de beschuldigde krijgt zekerheid. Toch vind ik het nog steeds raar dat men het de beschuldigde zo 'gemakkelijk' wil maken. Uiteindelijk heeft hij deze misdaad toch begaan en zou hij hier steeds verantwoording voor moeten kunnen afleggen. Dus vind ik de vorige wet ook zeker zijn betere kanten hebben, namelijk dat er meer per misdrijf beslist kan worden of een proces verjaard is of niet.
|
Alle tijden zijn GMT +2. De tijd is nu 15:07. |
Powered by: vBulletin Version 3.0.6
Copyright ©2000 - 2024, Jelsoft Enterprises Ltd.