Tanzaniaans plan om ivoorvoorraad te verkopen “belachelijk”
 

Tanzania heeft formeel toestemming gevraagd om meer dan 100 ton ivoor te verkopen aan Japan en China. Daarnaast wil het Afrikaanse land snoeien in de bescherming van zijn olifantenbestand. Natuurbeschermers noemen de plannen "belachelijk".
Tanzania diende een officiële aanvraag in bij de Conventie van Internationale Handel van Beschermde Diersoorten (Cites) om haar ivoorvoorraad te verkopen. Daarnaast wil het land de bescherming van olifanten verlagen om zo de handel in jachttrofees, ruwe huid en levende dieren te vergemakkelijken.

Het land zegt dat de opbrengst van de verkoop enkel en alleen gebruikt zal worden voor het behouden van de olifant, het stimuleren van de dialoog met de gemeenschap en ontwikkelingsprogramma's voor de dieren.

Stimulans
Natuurbeschermers noemen de voorstellen "belachelijk". Ze waarschuwen dat het geweld tegen olifanten escaleert en dat er bewijs is dat vorige verkopen de jacht en illegale handel in ivoor enkel gestimuleerd hebben.

"Het systeem dat Cites gebruikt om 'eenmalige' veilingen toe te laten is gebrekig en een enorme stimulans voor het illegale ivoorcircuit", zegt Mary Rice, uitvoerend bestuurder van het Environmental Investigation Agency (EIA). "Het is belachelijk van Tanzania er zelfs nog maar aan te denken toestemming te vragen om tonnen ivoor op de markt te dumpen. Dat zal consumenten in de war brengen of ivoor nu illegaal is of niet, de vraag ernaar doen stijgen, en de zwarte markt en jacht stimuleren", aldus Rice.

Florerende handel
In 2008 kregen vier Afrikaanse landen de toestemming hun ivoorvoorraad te verkopen. Maart 2010 was de laatste keer dat Tanzania een aanvraag indiende, maar die werd toen afgekeurd. Nu dient Tanzania dus opnieuw een aanvraag in voor een verkoop in maart 2013.

Het EIA beweert dat Tanzania de florerende illegale handel in ivoor niet aan banden kan of wil leggen. Rice spoort landen aan hun veto te gebruiken bij alle voorstellen tot de verkoop van ivoor, opdat het verbod op ivoorhandel van 1989 niet ondermijnd wordt. "Men kan beginnen met een duidelijke weigering van verkoop in maart, zodat er een unanieme boodschap uitgezonden wordt dat alle ivoor 'bloedivoor' is", besluit Rice.

Bron: de morgen 10/10/2012

Eigen mening: Bij een stijging van het aanbod daalt de prijs. Ivoor wordt minder schaars en verliest dus ook zijn waarde. Zou je dan niet denken dat het tijdelijk minder aantrekkelijk is om illegaal ivoor te verkopen? Bovendien denk ik niet dat de kopers van dat ivoor de toestemming krijgen om het weer verder te kopen. Tanzania moet toestemming vragen om het verbod op ivoorhandel te omzeilen. Klanten die het ivoor eventueel verder willen verkopen zouden dan ook een uitzondering moeten aanvragen. Als bovendien dat geld gebruikt wordt om de olifantenpopulatie te ondersteunen, dan kan ik dat alleen maar toejuichen.

Jammer genoeg laat Tanzania zijn ware aard zien door tegelijk de bescherming van het olifantenbestand terug te draaien. Ivoor is een grondstof waar winst uit te halen valt. Niet meer, niet minder…